Leven is moeite. Elke dag maar weer. Opstaan. Plassen. Aankleden. Koffie maken. Ontbijtje samenstellen. De deur achter je kont dichtdoen. De wereld instappen. Iets doen. Er iets van maken.
Dus ik ga de deur niet uit. Ik ontken het leven. Ik ontken mijn bestaan. Ik ontken.
In bed, op een oude iPad van de vriend van ma Friends kijken. Non-stop.
Niet gelachen.
Wel een paar keer gemasturbeerd.
Dagen gingen zo voorbij. Levend op bouillon en oude crackers. Opkomende gedachten over mensen die iets van me verwachtten, zoals de tandarts en mijn oude opleidingsgenoten, negeerde ik.
Je bent niemand een verklaring verschuldigd.
Je hoeft geen tot ziens te zeggen.
Leef voor jezelf. Voor wie anders?
Bovendien moest mijn lichaam eerst herstellen.
Maar mensen vonden altijd een weg om mijn leven binnen te dringen.
De trilling van mijn telefoon liet het matras trillen. Ik zocht met mijn hand om mij heen, naar de telefoon.
Xander stond op het scherm.
Ik nam op, terwijl ik naar het plafond staarde.
βIs het waar?β vroeg Xander over de telefoon aan me. βIs het waar wat ze over je zeggen?β
Stilte. Wat viel er te antwoorden?
βHeb je jezelf verminkt?β vroeg hij nog ernstiger.
Ik sloot mijn ogen en wreef met mijn andere hand over mijn slaap heen. βDaar heb ik geen actieve herinnering aanβ, zei ik.
βGodverdomme, Ziggy. Godverdomme. Is dit dan leven? Nou? Is dit dan leven?β
βHet feit isβ, zei ik met schorre stem en ik opende mijn ogen weer, βom jezelf terug te vinden, moet je jezelf eerst volledig verliezen.β Ik hief mijn vinger omhoog om het extra kracht bij te zetten.
βAlle mensen. Alle mensenβ, zei Xander. βJe moet jezelf eens opnemen en dan terugluisteren. Man, man, man, man.β
βMoet jij zeggenβ, zei ik en ik ging rechtovereind zitten in bed, leunend op mijn elleboog. βMet je kantoorbaan. En je gelul.β
βWat heeft dat er nou mee te maken?β vroeg hij.
Ja. Geen idee, maar aanval was de beste verdediging toch? Dus toen zei ik: βAlles!β
βHΓ©, gast. Sorry dat ik wel wat van mijn leven probeer te maken, ja?β
βRespectβ, zei ik en maakte het respectteken. Pink, wijsvinger en duim omhoog.
Respect.
Xander kon me niet begrijpen. Hij zat al in een andere dimensie. Andere verwachtingen van het leven. Hypotheekje. Vrouwtje. Nette jasjes. Nette schoenen.
Hem kwam alles aanwaaien.
Bij mij waren er altijd tornadoβs die mijn leven van me wegbliezen.
Maar toch. Ik begreep hem. Ik begreep hem echt. Natuurlijk begreep ik hem.
Het feit was: alcohol deed vreemde dingen met me. Maar noem het geen excuus. Misschien was de dronken versie van mezelf wel mijn ware versie.
βJe moet goed voor jezelf zorgenβ, hoorde ik Xander nog zeggen over de telefoon. βJe gewoontes maken je wie je bent. Je bent het gemiddelde van alle personen met wie je omgaat.β
‘Je begrijpt het nietβ, zei ik en ik ging nog meer overeind zitten in bed, met mijn rug tegen de koude vensterbank aanleunend. βDit is wie ik wil zijn.β
‘Gast. Serieus? Je beschadigt je gezicht. Lacht als een joker. Jaagt iedereen de stuipen op het lijf en nu vertel je me dat ik het niet begrijp?β
βHet zijn jullie verwachtingen waar ik niet aan voldoeβ, zei ik.
βNee. Het is alcohol en drugs. Kap eens met die shit. Je doet rare dingen met dat spul in je systeem. Je wordt er lijp van. Dat zie je zelf toch ook wel in? Je hebt een probleem en ontken het nou niet. Wees eens een man en kom er gewoon voor uit.β
Ik sloot mijn ogen, masseerde mijn slaap weer en zei: ‘Het enige wat ik wil, is feesten.β
‘Alle mensen. Alle mensen. Is dit dan leven? Is dit dan leven?β
‘Nee man. Dit is sterven.β Toen hing ik op, legde de telefoon op mijn matras en gaf er gefrustreerd een tik tegenaan. Die viel op de grond. Ik liet me op mijn zij vallen en zocht met mijn hand op de grond naar de mobiel. Toen ik die voelde, gaf ik er een zwiep tegenaan. Die roetsjte als een sjoelsteen bij me vandaan.
Hij met zijn βgoed voor jezelf zorgenβ.
No-care.
Wat moest ik dan? Om 21.30 uur naar bed gaan? Dat was toch geen leven?
Nee. Dat was geen leven.
Op de vensterbank lag mijn ongebruikte studieagenda met een zwarte pen. Ik pakte beide, bladerde naar een lege pagina en schreef op:
Gekweld door wat me nog gaat overkomen.
Gekweld door wat al achter me ligt.
Maar is dit dan leven?
Nee.
Dit is sterven.
De koude lucht deed pijn aan mijn huid. Net zoals het zonlicht mijn ogen tiranniseerde. Het was mijn lijf dat zei: βWat doe je hier buiten?β
Je bent een vleermuis. Niet een vroege vogel.
De winkelwagens piepten te hard in de supermarkt. Als een nomade met de capuchon over mijn kop getrokken slofte ik met ingevallen schouders door de winkel heen. Ik pakte wat logisch leek.
Voor wat het waard was.
Ik stond een tijdje gebiologeerd naar een megastapel wc-papier te kijken. De toren ging tot bijna aan het plafond. Slechts 6,99 euro deze week. Wat zou ik er graag in willen verdwijnen, in al die pakken wc-papier. De verpakking openscheuren met mijn tanden. Het papier met gesloten ogen aanraken. Over mijn gezicht heen. Tong. Tepels. Buik. Het onzichtbare van mezelf geven aan dit papier. Voordat het tussen de billen en schaamlippen van al mijn wijkgenoten zou gaan.
De caissière die van mijn leeftijd moest zijn, keek met een frons naar mijn gezicht. Zoals de mensen die ik op straat passeerde ook langer naar me keken dan gebruikelijk was.
βVoel je niets vanβ, zei ik, βvan het leven.β
Niemand wordt uit zichzelf zichzelf. Niemand.
Terwijl ik de boodschappen aan het einde van de band in mijn katoenen tas stopte, zei ik: βHet is de belofte dat je jezelf moet worden. Dat je jezelf moet vinden. Dat ergens in de creatie van JOU een echte JIJ verborgen zit. Maar het is niet waar. Ik kan het weten. Ik ben daar geweest. Onder die laag van onze identiteit zit niets. Helemaal niets. Er is geen echte jij. Slechts de schaduwen van hoe mensen ons willen zien.β
Ze gaf me de bon en ik liep weg, terwijl ik zei: βWord jezelf. Wees jezelf. Ben jezelf. Het is net zo veel waard als de authenticiteit van die ene paardenbloem die je ziet in de wei in de zomer.β
Niet dat ik dit hardop zei tegen haar.
Gewoon in mijn hoofd. Zoals ik zoveel gesprekken in mijn hoofd voerde met anderen.
Word niet jezelf. Word iemand anders.
Dat is de missie.
Je mag zelf bepalen wie.
Maar doe het, vol overgave.
Dus ik creΓ«erde Sterrenstof.
Ziggy moest sterven. Zodat Mr. Sterrenstof kon leven.
βAre you not entertained?β
Maar nuchter, brak en vol schaamte twijfelde ik zelfs aan mijn naam.
Alsof Ziggy daadwerkelijk daar in die badkamer gestorven was. Alsof Sterrenstof daadwerkelijk mijn leven overdag had overgenomen.
Zo voelde het niet.
Mijn identiteit voelde aan zoals vorige week.
Teleurstellend. Somber. Te nuchter.
β
βIk ben al drie jaar bezig met deze roman: Tweelingzielen sterven nooit. Ik deel elke woensdag de eerste 13 hoofdstukken. Het gaat over een onmogelijke liefde tussen hedonist Ziggy en perfectionist Katy. Ik probeer alle themaβs van de afgelopen jaren in dit werk te stoppen: hedonisme, gevoeligheid, existentialisme, depressie, jeugdtrauma. Je gedachten over deze teksten zijn meer dan welkom!
Lees de vorige delen van Ziggy terug
β1. Je moet bloeden als je wil veranderenβ