🪐 Als je alleen met de kots en rommel achterblijft
Lieve vreemdeling,
Het grootste verschil tussen oppervlakkige en echte vrienden:
Ze helpen je ook met opruimen.
Dit geldt niet alleen voor je eigen feestje, maar ook in je leven.
Toen ik in Deventer een kamertje huurde, kregen we er een paleis bij.
Echt waar, ik overdrijf niet.
Een gigantisch hoekhuis uit 1900 met een voor- en achterkamer, een schitterende gang, loden raampjes in de deur.
Op de eerste verdieping bevonden zich de kamers die we huurden. De ene was van mij. De andere was van een vriend.
En er was nog een mysterieuze zolder, waar je alleen kon komen als je de trap vanuit het plafond naar beneden liet komen.
Dit romantische huis had ook enkele nadelen.
Ze stopten er niet voor niets studenten in…
Echt, door elke kier blies de wind heen. De schimmel in de badkamer was zo zacht als een kussen. We stookten ons een ongeluk om iets van warmte te voelen en die energierekening aan het einde van het jaar was niet leuk meer…
En dan heb ik je nog niet eens verteld over de naaktslakken die zich in groten getale door het huis voortbewogen.
Hoe dan ook.
Bijna elke week zat ons huisje vol met vrienden om te zuipen, te blowen, een potje te Catannen of te pokeren, om daarna de stad in te gaan en nog meer te zuipen.
De nachten eindigden in de kebabtent en daarna kwam de lange tocht naar huis van een stel dronkaards.
Vervolgens kwamen we thuis, vond iedereen zijn eigen slaapplek en de volgende ochtend was er de ravage.
Ontbijten deden ze niet eens.
Ze stonden met hoofdpijn op, pisten de wc nog eens onder en vertrokken.
Soms met de auto. Soms met de trein.
Maar ze vertrokken en wij bleven met de rommel achter.
Het dieptepunt kwam toen er in een emmer werd gekotst en diegene daarna in de auto stapte en wegreed, maar vervolgens toch weer terugkwam en naar binnen stapte.
Niet om zijn emmer op te ruimen.
Nee.
Om het kratje bier dat hij had betaald op te halen voor het statiegeld.
Deze ‘vrienden’ kregen een Deventerverbod.
Ja hoor.
Ze waren niet meer welkom.
Eikels.
Wat heb je eraan?
Niets.
Of ze helpen opruimen geeft ook aan in hoeverre ze er voor je zullen zijn als het leven tegenzit.
Dat is mijn theorie en mijn graadmeter geworden.
Veel vrienden die je hebt, moedigen je aan, motiveren je en vieren het leven met je.
Maar je leert je echte vrienden pas kennen als het ingewikkeld wordt in je eigen leven.
Als je door een zware periode gaat.
Ze proberen het op hun manier, maar begrijpen je eigenlijk niet.
Ze weten het dondersgoed, maar zwijgen erover.
Ze vergeten het door gebrek aan interesse of een slecht geheugen.
Ze geven eigenlijk geen ene f om je.
Ze zijn te druk met hun eigen zorgen.
Het ergste is dat deze ‘vrienden’ met je om blijven gaan als een versie van jou die je niet (meer) bent.
Ze hebben de leukste, onbezonnen, gezelligste, vrije, vrolijke versie van jou onthouden en beoordelen je nog steeds zo.
Ze spreken zelfs hun teleurstelling uit dat je veranderd bent.
Maar niemand is altijd ‘de leukste’ versie.
Integendeel.
Ik begrijp daarom ook helemaal niets van de lijfspreuk ‘Word de beste versie van jezelf.’
Waarom zou de kwetsbare, zwaarmoedige, verdrietige of chagrijnige versie er niet bij mogen zijn?
Je bent het allemaal. Dat maakt jou jij.
En juist in een zware periode zal er een andere versie van jou tevoorschijn komen.
Je echte vrienden durven je volledige pakket te zien. Zelfs de minst leuke versie.
Omdat ze begrijpen wie je bent, wat je doormaakt en hoe ze je kunnen ondersteunen.
Zodat ze op hun manier je bestaan iets lichter kunnen maken.
Dit zijn de vrienden die je helpen met het klaarzetten van de spullen voor een feestje dat je zelf geeft.
Dit zijn de vrienden die niet alleen je koelkast leegroven, maar die ook blijven als de lampen weer aan zijn, de vloer plakt en er overal verdwaalde nootjes en as van sigaretten liggen.
Zij helpen je opruimen.
Zij ondersteunen je als het leven tegenzit.
Die vrienden die een verbod hadden, lachten er de eerste week nog om. Maar toen ze in week 2 en week 3 weer een ‘Nee’ te horen kregen om in Deventer af te spreken, begonnen ze het te voelen.
En ze begonnen het te begrijpen.
Je ruimt samen de rommel op die je zelf hebt veroorzaakt.
En dat deden ze sindsdien altijd.
En ik zie ze nog steeds een paar keer per jaar.
Behalve die gast met die kotsemmer en het kratje pils met statiegeld.
Die vriendschap heeft uiteindelijk niet lang meer geduurd.