Dit is mijn melancholie

Hey jij,

Van jongs af aan heb ik het gevoel dat ik het leven ervaar alsof ik vanuit een satelliet naar de aarde kijk. Alsof ik zelf die kosmische kalender ben. Je weel wel: op 1 januari was er de oerknal. Pas op 31 december ontstond de mens. Pas in de laatste minuut gingen we rotsen beschilderen, in steden wonen en piramides bouwen.

Dat besef van tijd zit zo in mij geworteld. Toen ik nog een kantoorbaan had en iemand een ‘verbetervoorstel’ deed, zag ik in een fractie van een seconde voor me of het er echt toe deed of niet. Ik zie meteen de oorzaken en gevolgen van zo’n idee. Ik zie de potentie en het mogelijke falen in één.

Dat is best moeilijk uit te leggen aan andere mensen die opgaan in hun enthousiasme of cynisme.

Als iemand zegt: ‘We moeten sigaretten verbieden.’ Dan zie ik meteen in: ‘De behoefte aan sigaretten verdwijnt niet. Er moet een handhavingsorgaan opgezet worden. Er zal een smokkeleconomie ontstaan. Er zullen nog ongezondere sigaretten op de markt komen die niemand kan controleren, maar wel de jeugd vergiftigen. En waarom zouden we het überhaupt willen verbieden? Is ergens ‘ongezond’ van genieten een misdaad? Is alcohol of vette patat of tv kijken niet bijna hetzelfde? Wat is dit voor dubbele standaard?’

En dat gevoel van iets zien, maar het niet altijd goed onder woorden kunnen brengen, is mijn melancholie. Beseffen dat veel waar we ons druk om maken er niet echt toe doet. En de dingen die er wel toe doen, die kan ik niet altijd duidelijk maken. Daarom schrijf ik. Dan heb ik alle tijd om de juiste woorden te vinden.

Ik ben natuurlijk niet alleen in mijn melancholie. Ik denk dat ieder mens dit een paar keer in zijn leven ervaart.

Dat gevoel dat we soms onbegrepen door het leven gaan.

Dat besef dat het streven naar gelukkig zijn, wat ieder mens probeert te doen, eigenlijk nergens op slaat. Want we kunnen heel moeilijk gelukkig zijn. We zijn gebouwd om pijn en angst te ervaren. Omdat dat de overlevingskans groter maakt. Zo zijn we geprogrammeerd.

Dus waarom doen we al die moeite om iets te worden wat we niet kunnen zijn?

Mijn favoriete zuurpruim Schopenhauer zei het heel mooi:

‘There is only one inborn error, and that is the notion that we exist in order to be happy… So long as we persist in this inborn error… The world seems to us full of contradictions.’

We hebben de pech dat we een hoger zelfbewustzijn hebben, dat veel dieren niet lijken te hebben.

Om nog even een andere filosoof aan te halen. Ook al zo’n optimist. Mijn favoriete bromsnor Nietzsche. Die omschrijft in een van zijn teksten een oude sage van koning Midas, die in gesprek raakt met de wijze demon Silenus.

Midas vraagt aan de demon waar een mens nou in zijn leven het beste naar zou moeten streven.

Silenus antwoordt geërgerd: ‘Jullie, beklagenswaardig eendagsgeslacht, kinderen van toeval en kommer, waarom dwing je me te zeggen wat je veel beter niet kunt horen? Het allerbeste is voor jou totaal onbereikbaar, namelijk niet geboren te zijn, niet te zijn, niets te zijn. Het op één na beste echter is – zo spoedig mogelijk te sterven.’

Waarna Nietzsche concludeert: het allerergste wat ons als mens kan overkomen, is spoedig te zullen sterven. Het op één na ergste is dat we hoe dan ook eens zullen sterven.

Kortom, we gaan dood en we zijn ons ervan bewust dat we doodgaan. We worden twee keer gestraft. Dat is een zegen én marteling tegelijkertijd.

Nou. Lekker dan.

Maar niet getreurd. Hierin ligt juist de waarheid.

De zon komt op en gaat weer onder.

Zonder de koude winter, kan de lente niet bestaan.

Het leven bestaat omdat de dood bestaat. Ze kunnen niet zonder elkaar. Ze zijn met elkaar verbonden.

De zin van het leven zit in het feit dat het eindigt.

Alles begint én eindigt. Continu. Zonder einde geen begin.

Het is één.

Het is niet deze vraag die me het meest wakker houdt: ‘Waar ga ik heen als ik dood ga?’ Maar: ‘Waar was ik voor de spermacel van mijn pa in de eicel van ma vloog?’

Geen idee.

Ik weet ook niet zo goed waarom ik hier ben en waarom ik deze melancholie zo vaak voel.

Ik weet wel dat er in mij een drang zit die ik ook in de natuur zie. De behoefte om te creëren. Te verspreiden. Hoewel alles in de natuur seks is (je zaad en eicellen delen en verspreiden om te overleven), heb ik door mijn menszijn de gave dat ik me ervan bewust ben dat ik meer kan creëren dan alleen een nageslacht. Dus in plaats van tien kinderen op aarde zetten, maak ik kunst.

We zijn geboren om te lijden, zei Schopenhauer. En hij zei ook: we moeten kunst maken, nadenken over onszelf en het leven. Dat is de enige zin.

Gek toch hoe ik me zo verbonden kan voelen met zo’n zuurpruim als Schopenhauer? Al zie ik het zelf optimistischer in.

De wereld is chaos en ik probeer met mijn woorden er iets concreets van te maken. Wellicht wat troost te bieden. Dat helpt mijzelf en hopelijk anderen.

Nu popt deze gedachte in me op: We zouden allemaal een kunstwerk van ons leven moeten maken. Misschien zijn wijzelf wel het kunstwerk. Ons leven. Ons tijdelijk zijn. Wij zijn de kunst!

Liefs,

Levenskunstenaar Tomson

tomsondarko
Ik doe het altijd met condoom en gebruik nooit drugs.