Lieve vreemdeling, #058 Ik nam iemand na een avondje dansen mee naar huis De zon was al op. De alcohol nog lang niet uitgewerkt. Ik vroeg je op de gang te wachten. Zodat ik mijn rommel vlug weg kon vegen en The Smiths op kon zetten. Ik vroeg: koffie of nog een drankje? Je antwoordde: water. Je zei voor het raam: wat woon je op een gave plek. Ik antwoordde met een zoen in je nek. Je draaide je om en likte mijn tong. Je deed al snel mijn shirt over mijn hoofd heen en ik knoopte je broek los. Ik zei: we kunnen naar mijn slaapkamer gaan? En je antwoordde: vind je het zo erg dan dat Amsterdam kijkt? Je billen waren koud. Mijn tepels stijf. Je nam een slok van je water voor je naar beneden ging. Daarna ging ik bij jou tussen de benen. Heel even. Onwennig. Beiden giechelend. Toen we in elkaar zaten was het alsof we weer aan het dansen waren op de dansvloer. Zonder een woord met elkaar te wisselen, snapten onze lichamen elkaar volledig. Urenlang. Is seks niet een veredelde vorm van dansen? Ja. Dat was het. Terwijl Amsterdam keek kwam eerst jij en daarna ik. Iets wat ik niet voor mogelijk had gehouden. Dat dit kon. Twee vreemden, die zo vertrouwd met elkaar waren. Toen gingen we naar bed toe en vielen we in slaap. Om in de loop van de avond wakker te worden. We douchten om de beurt. Jij eerst. We dronken koffie. Bestelden een pizza. Knuffelden. En toen zei je: ik moet gaan. Toen zei ik met een twijfel: zie ik je nog een keer? Je draaide je nog een keer om en antwoordde: Hopelijk op de dansvloer. #059 Ik ben beter af alleen De ochtenden met een koude plek naast me voelt als een herkenningspunt. Een tatoeage dat zegt: ik ben beter af alleen. Mensen vragen me hoe het in de liefde gaat. Ik overtuig ze maar dat ik nu geniet. Dat vele mensen in hun vastgelopen levens dromen over waar ik nu ben. Ik zeg dingen als: het komt wel weer. Maar eigenlijk weet ik niet zo goed wat er moet komen… Soms mis ik het lichamelijke. De aanrakingen. De extase. Maar als ik mijn trillende vriend erbij heb gepakt en ben gekomen is het laatste wat ik wil een andere ziel om mee te praten. Om voor te zorgen. Ik ben graag alleen. Misschien wel voor de rest van mijn leven. Niet per se zonder liefde. Maar gewoon niet dat normale. Ik ben niet anti-burgerlijk. Ik ben niet anti-kinderen. Ik ben graag op mezelf. Ik hecht waarde aan de stilte. Aan mijn dagritme. Het laatste wat ik nodig heb is een ander lijf met behoeftes en wensen en verwachtingen. Mn vriendin zei dat ik getraumatiseerd ben door de liefde. Dat dit een fase is. Dat niemand zonder een ander kan. Ik heb me nog nooit zo onbegrepen gevoeld als in dat gesprek. Ik sluit het niet uit. Maar ik omarm het ook niet. Ik ben tevreden met waar ik ben. Een koude plek naast me is alles wat ik nu nodig heb. #060 Een pilletje voor mijn gevoel Je bent krachtiger dan een kernwapen. Dan alcohol of een eenmalige flirt op een zomerse dag of een lang gesprek met m’n therapeut. Je bent de vernietiger van werelden. De angstfluisteraar. Jij doet dingen dat geen enkele gedachte met me kon doen. Je bent zo krachtig dat er nauwelijks meer bloed naar mijn lid stroomt en de stofwisseling in mijn darmen tot stilstand is gekomen. Veel mensen zijn bang voor je. Die moeten het van zichzelf zonder kunnen. Alsof ze weigeren onder een dak te slapen met een warmtebron dichtbij, want zo is niet natuur. Jij bent mijn geheim. Niemand weet van jou af. Niemand weet dat ik er nog ben omdat jij er bent. Ze hoeven het niet te weten wat jij met me kan. Je bent een wondermiddeltje. Je houdt me gevoelloos. Je houdt het leven dragelijk. Wat mij betreft mogen je makers multitriljonair worden. Je hebt me zoveel gegeven door dat uit te schakelen wat me bijna opvrat. Het lukte je. Met gemak. Alsof ’t niks is. Ik weet niet of we ooit afscheid gaan nemen. Wellicht. Om mijn lid er weer te laten zijn. Maar ik heb alle tijd. Deze staat van zijn… Ik was bijna vergeten dat zo ook het leven kon zijn. Dankjewel voor dat. Dankjewel. |