Ik ben een groot deel van het jaar vrij apathisch tegenover de wokeness en cancel culture en ik weet dat dit een privilege is. Want ik hoef niet te vrezen dat ik onnodig aangehouden word in een dure auto, of dat mijn sollicitatiebrief op voorhand wordt afgewezen vanwege mijn voornaam.
Ik ben man. Praat zonder accent algemeen beschaafd Nederlands. Hoogopgeleid. Hoogopgeleide ouders. Hetero.
Als het leven een kansberekening is, dan heb ik een grotere kans om te slagen in dit land.
Ik denk dat wokeness niet alleen idealisme is om voor te strijden, maar ook een manier is om te overleven voor veel mensen. Dit is hun enige manier om zich te verdedigen. Omdat ze dagelijks de nadelen ervaren van deze maatschappij en ze zich hier niet bij neer kunnen leggen. Het is dit of altijd het slachtoffer zijn.
Niemand wil een slachtoffer zijn.
Zoals bij elk geloof, heb je er radicalen tussen zitten. Die tot op de komma hun wereldbeeld willen overbrengen op de ander. Het is een mediawet dat mensen met de opvallendste standpunten de meeste aandacht krijgen in de media. Daarom krijgen we een vertekend beeld van deze discussies in de samenleving. We missen het punt waar het nou echt om gaat.
Vergis je niet. Vaak zijn in die radicale groepjes ook enorme meningsverschillen.
Toen ik voor het eerst hoorde dat er iets mis was met zwarte piet begon ik mijn collega keihard uit te lachen. Maar hij was bloedserieus en hij zette zich er al jaren voor in. Hij had er ontzettend veel research naar gedaan en kwam tot de conclusie dat het veel van racisme wegheeft.
Dit was dus jaren voordat deze discussie in de media begon en het land in twee kampen werd verdeeld.
‘Vind jij het dan niet gek dat de Hema in Londen op 5 december Sinterklaas viert in de winkels met mensen verkleed als piet, maar dan niet zwart maar met van die vegen? Zelfs de Hema begrijpt dat je niet een Piet zwart moet verven in Engeland. Het buitenland kan dat niet los zien van discriminatie. Alleen wij Nederlanders willen het niet zien.’
Het duurde even voordat bij mij ook dat kwartje viel. Ik moest eerst bijkomen van het besef dat ik hier de racist was, omdat ik mijn hele leven Sinterklaas heb gevierd en ontelbare tekeningen van zwarte piet op pakjesboten heb gemaakt.
‘Maar zwarte piet is niet racisme’, zei hij op een gegeven moment tegen me. ‘Die heeft racistische kenmerken. De overdreven rode lippen. De gouden oorbellen. De armbanden. Allemaal subtiele verwijzingen naar de slavernij.’
Ik weet dat dit een heet onderwerp is. Want je bent óf voor óf heel erg tegen. En ik snap dat. De pro-zwarte pieten voelen zich aangevallen in hun traditie en plezier. De anti-zwarte pieten voelen zich al hun hele leven vernederd door dit feest.
Op tv zien we vooral deze twee kampen aan het woord. En iedereen die een genuanceerde mening heeft, is daarna via sociale media aangeschoten wild door het ene of het andere kamp.
Maar ik kan niet meer ontkennen dat het sinterklaasfeest inderdaad racistische kenmerken heeft. Helemaal toen ik hoorde hoe mijn collega zijn jeugd op de basisschool heeft beleefd de weken voor 5 december. Vernederend en heel pijnlijk.
Toch ben ik een groot deel van het jaar apathisch ten opzichte van de discussies over migranten, seksualiteit en erkenning van dit of dat.
Ik ben gewoon met andere dingen bezig. Ik registreer het wel, de meningen op tv of op IG. Maar ik voel niet de behoefte om mezelf er druk om te maken.
Erg hè.
BN’ers en instanties worden bijna met het mes op de keel gedwongen om standpunten in te nemen.
Maar ik vind het toch meer symboolpraat. Geen woorden, maar daden.
Maar wat zijn mijn daden dan?
Tja. Geen idee, man. Ik weet het echt niet.
Ik ben geen agent. Ook niet iemand die personeel inhuurt. Ik ben niet betrokken bij wetten. Ik vier geen Sinterklaas.
Ik lees er wel eens een boek over en dat raakt me soms best wel. Maar daarna ga ik weer verder met waarmee ik zoal druk ben.
Ik zet ook geen handtekeningen en maak geen statements via m’n sociale media.
Ik discussieer er wel over soms. Met vrienden. Volgers. Maar vaak ook niet. Dan praten we over andere dingen in het leven.
Ik weet oprecht niet wat ik moet doen, behalve mijn portemonnee wat bewuster gebruiken.
Ik weet dat dit een privilege is om te antwoorden. Ik ben me ook bewust van mijn bevoorrechte positie.
Die bevoorrechte positie maakt mijn leven in sommige aspecten makkelijker. Al ben ik me daar niet per se bewust van, omdat het als vanzelfsprekend aanvoelt. En op sommige aspecten merk ik niet per se een voordeel.
Ook ik heb mijn ongemakkelijkheden in deze maatschappij. Zoals iedereen.
Mijn mensbeeld is, los van mijn mening over wokeness en bevoorrecht zijn en niet, dat iedereen worstelt met het bestaan en dat we de ander nooit volledig kunnen begrijpen. We weten nooit echt wat er achter iemands ogen afspeelt. In zekere zin zijn we allemaal mysteries voor elkaar. We denken de ander wel te begrijpen, maar vaak zijn het (culturele) projecties.
Het enige antwoord wat ik daarop heb, is meer met elkaar praten. Elkaar uithoren. Oprechte interesse tonen.
Hoe gaat jouw leven tot nu toe?
Waar loop je tegenaan?
Kan ik iets voor je doen?
Gewoon verschillende perspectieven tot je nemen.
Maar ja.
Ik kom helaas op mijn werkkamer niet zo heel veel mensen tegen.
Eigenlijk geen een.
Dus ik doe nu mijn poging via de kunst.
Ik vind kunst (van tv, tot een schilderij, tot een boek) een prachtig venster op de wereld. Je kan je even verplaatsen in andermans belevingswereld. Het laat me voelen wat andere mensen voelen.
Boeken hebben me beter doen begrijpen wat een slaaf meemaakte in het 19de-eeuwse Amerika. Het heeft me doen begrijpen hoe iemand uit Nigeria Amerika beleeft in de 21ste eeuw. Net zoals de Nederlandse romans het verstikkende christelijke gezinsleven van de jaren ‘60 en ‘70 hebben doen herbeleven.
Net zoals een serie als The Wire exact blootlegt wat de uitzichtloosheid van de achterstandsbuurten, de politie en de lokale politiek is in Amerika.
Dat is wat je via kunst kan: je inleven in een ander.
Ook al zit er een knop op de tv, kan je het boek dichtslaan of het schilderij van de muur afhalen.
In ons hoofd gaat het hopelijk nog een tijdje door. Nadenken.
Tijd voor meer kunst.
Liefs,
Tomson