Lieve vreemdeling,
Ken je Eichmann? Dat is de man die verantwoordelijk was voor de Jodenvervolging in de jaren ’40. Als je het hebt over het kwaad, dan zou je eigenlijk Eichmann als voorbeeld moeten noemen.
Ik bedoel, als ik heel erg mijn best doe, kan ik in een hoop meekomen. Dat je een bepaalde groep mensen wantrouwt. Dat je een bepaalde groep zelfs haat. Dat je die, als je de macht hebt, zou opsluiten als dat kon.
Maar de stap van opsluiting naar systematisch uitroeien van mensen is voor mij volkomen onbegrijpelijk.
Ik wil het ook niet snappen. Dat gaat mijn pet te boven.
Eichmann ontsnapte aan het einde van de oorlog naar Argentinië. Maar de Israëlische geheime dienst vond hem en ontvoerde de Duitse Oostenrijker terug naar Israël. Vervolgens werd hij in Israël berecht in de jaren ’60.
Filosofe en Jood Hannah Arendt was aanwezig bij het proces.
Het zal je verbazen hoe zij naar hem en het kwaad keek.
‘Kwaad, hebben we geleerd, is iets demonisch; het is de belichaming van satan. Ik werd tijdens het proces getroffen door een duidelijke oppervlakkigheid van de dader. Deze oppervlakkigheid maakte het onmogelijk het onbetwistbare kwaad van zijn daden te herleiden naar een dieper niveau van wortels of motieven. De daden waren monsterlijk, maar de dader was nogal ordinair, alledaags, en demonisch noch monsterlijk.’
Zo.
Bam.
Laat dit op je inwerken.
Ze zag geen kwaad in die vent. Eerder een zielig ventje. Maar geen diepere motieven of verwrongen wereldbeeld.
Ontnuchterend, zo’n analyse. Maar ook heftig. En eng.
Net zoals je altijd deze quote hoort als er weer een of andere kinderverkrachter of moordenaar is opgepakt: ‘Hij kwam zo gewoon over.’
Ik zou graag willen dat de monsters van onze samenlevingen ook echt monsters waren.
Maar vaak blijkt dat de monsters gewoon doodnormale mensen zijn, die door de mand vallen, omdat ze niet zulke doodnormale dingen doen.
Mensen lijken er altijd van te schrikken dat het beeld dat ze van anderen hebben niet klopt met hun daden.
Maar misschien komt dat door Hollywood, waar het kwaad altijd bloeddorstig is en geen moraal heeft.
De realiteit is gewoner en daarom misschien wel enger.
Het kwaad is verre van zwart-wit. Het is oppervlakkiger en leger. Zoals Arendt zag in Eichmann.
En daarom zouden we iemand die iets mensonterends heeft gedaan nooit volledig kunnen begrijpen.
We zouden een moordenaar of verkrachter of mishandelaar daarom niet eens moreel moeten veroordelen. Want wat veroordelen we dan precies, als zij zo op ons lijken? Behalve dan in de keuzes die ze in hun leven maken?
De keuzes die wij juist niet maken. Ook al komen die gedachten waarschijnlijk vaker voor bij jou en mij dan we durven te erkennen.
Uiteraard kreeg Arendt toen veel kritiek op haar observatie. Zat ze nou Eichmanns daden goed te praten?
Eichmann werd tot dood veroordeeld en opgehangen.
Wat ikzelf een onbegrijpelijke straf vind. Iemand veroordelen voor het doden van anderen en dan diegene zelf doden. De logica ontgaat me volledig.
‘Oog om oog, tand om tand’ is geen argument. We zijn als mens meer dan dat primitieve. Het beste wat je kan zijn, is niet zoals zij (de slechterik).
Net zoals je niet iemand mag veroordelen in woorden.
Ik meen het. Onze premier uitschelden, een moordenaar verafschuwen, een terrorist vervloeken.
Wat weten wij nou van die persoon? Van de dilemma’s? De motieven?
Ik vind wel dat je ze moet bestraffen. Door bijvoorbeeld niet op de partij van de premier te stemmen. Of een moordenaar uit de samenleving te halen.
Maar dat is toch wat anders. Dan beschermen we onze maatschappij voor toekomstig gedrag.
Maar een moreel oordeel uitspreken?
Wie zijn wij als de ander net zo gewoon is?
Hier lees je meer over Hannah Arendt en Eichmann.
Liefs,
Tomson