Lieve vreemdeling,
De dingen om me heen vallen uit elkaar.
Mijn telefoon is niet meer vooruit te branden.
De toetsen op mijn laptop voelen steeds plakkeriger aan als ik op ze druk.
Alsof de spullen praten met de staat van mijn zijn.
Mijn zorgvuldig opgebouwde leventje.
Mijn cv.
Mijn vrienden.
Mijn relatie.
Mijn huis.
Het lijkt wel of het perfectie heeft benaderd, ook al zie ik nog steeds de gebreken.
Maar dat is als je er met een vergrootglas naar kijkt.
En toch heb ik zo’n gek voorgevoel.
Dat het elk moment uit elkaar kan vallen.
Dat ik ontmaskerd word.
Mensen me gaan verafschuwen, me verstoten of nog erger: me vergeten.
Zo’n druk op de borst, alsof ik iets fout heb gedaan.
Bij elk inkomend berichtje of telefoongesprek vrees ik voor het ergste.
Het lijkt wel alsof ik iemand in mijn tuin begraven heb en het een kwestie van tijd is tot een kat, een aardbeving, een heftige vorst of een inbreker de botten aan de oppervlakte brengt.
Ik ben een moordenaar met een geweten.
Maar er ligt geen lijk in mijn tuin en ik heb niets extreems gedaan de laatste tijd.
Toch voel ik het. Alsof iemand over me oordeelt. Iets met me meekijkt en het me niet wil gunnen.
Dus werpt de wereld verleidingen op mijn pad.
Van die berenklemmen waar ik met vol bewustzijn instap en dan volgt de klap.
Of nog erger: dat ik zelf de berenklem neerleg en er dan later zelf per ongeluk instap.
De jager die zichzelf vangt.
De aftakeling van mijn leven.
Het verval van mijn identiteit.
Het einde van wat ik ben.
Terug naar de plek waar ik nog weinig voorstelde en weinig in bezit had.
De plek die ik zo verafschuwde, maar waar ik nu met enige nostalgie aan terugdenk.
Toen mijn leven nog als een mislukking aanvoelde.
Maar wel zo’n mislukking waaraan je nog wat kon doen.
Dat het alleen maar minder slecht kon worden als ik mijn best deed.
Toen ik nog leefde met het idee dat ik nog iets kon worden.
Nu ben ik het geworden en heb ik het idee dat het op elk moment van me afgenomen kan worden.
Ben ik overwerkt? Heb ik te weinig geknuffeld? Niet voldoende liefde gekregen? Wat is dit?
Ik word gek van onzekerheid.
Hoeveel yogalesjes moet ik nog nemen? Hoeveel zelfhulpboeken moet ik nog lezen? Hoeveel Myers-Briggs-testen moet ik nog invullen? Voor ik eindelijk tevreden kan zijn met wie ik ben, wat ik kan en wat ik heb bereikt?
Ik val gewoon uit elkaar.
Maar ik houd de schijn op.
Want niemand mag het zien.
Dat ik uit elkaar val.
Zo’n zorgvuldig opgebouwd huis van kaarten.
Een zuchtje wind en het is voorbij…
Liefs,
Tomson