Schreeuwen is een manier om met elkaar te praten in dit huis.
- Als papa ontspannen of opgewonden is, kleineert hij graag mensen.
- Mijn zus probeert het altijd iedereen naar de zin te maken, ten koste van zichzelf.
- Mijn broer zegt nooit wat hij voelt of denkt; hij uit buiten de deur wat hij voelt of denkt.
- Alles wat ik zeg of doe in dit huis, kan en wordt tegen me gebruikt.
- Mama’s manier om een conflict op te lossen, is er niet meer over praten.
Ik was op een feestje omdat Deborah op dat feestje was.
Ik dronk net zoveel bier, omdat mijn klasgenoten ook net zoveel bier dronken.
Per gedronken flesje bier moest ik twee keer plassen.
Hoe meer mensen gezamenlijk dronken zijn, hoe oppervlakkiger het gesprek wordt.
Hoe meer dronken ik ben, hoe onzinniger mijn woorden zijn die ik uitkraam.
Ik merkte pas dat ik echt bezopen was toen ik mijn been over het zadel heen wilde gooien, maar mijn bagagerek tegenkwam.
We vielen.
Ik moest om 1 uur thuis zijn, maar Deborah en wat anderen bleven aan het einde van de lange oprit hangen om met elkaar te kletsen.
Ik wilde mee-hangen.
Ik wilde elk woord dat Deborah zei horen.
Ik wilde geen lachsalvo missen.
Het was niet dat ik zelf veel zei of wat toevoegde.
Het was niet eens dat Deborah naar me keek, maar staan in haar aura maakte me licht in mijn hoofd op een vrolijke, bijna spirituele manier.
(Het kon ook zo zijn dat het trekje van een hasj-joint in combinatie met te veel bier me licht in mijn hoofd maakte op een vrolijke, bijna spirituele manier.)
Hoe later de avond, hoe minder mijn geest verlangt naar mijn bed.
‘Geen idee’ was het antwoord dat ik gaf toen mijn ouders vroegen wat de tijd was.
Hun ondervraging leek zo retorisch.
‘Geen idee’, was het antwoord dat ik gaf toen ze vroegen naar een verklaring voor mijn tijdstip.
‘Geen idee’, was wat ik zei toen mijn vader me bij mijn kin vastpakte, in mijn ogen keek en in derde persoon schreeuwde met speeksel bij zijn lippen:
‘Gebruikt mijn zoon drugs?’
Technisch gezien is een trekje van een joint nemen niet per se drugs gebruiken, maar er gewoon van proeven.
Als ik te veel bier heb gedronken, heb ik vooral last van mijn maag, een niet te lessen dorst en voelt mijn gehele lichaam seksueel gevoelig aan.
In deze toestand kwam ik de volgende ochtend naar beneden.
Je kon pas echt merken dat het foute boel was in dit huis als ze me de volgende dag nog steeds negeerden.
Mijn ma groette niet terug.
Pa lag nog in bed.
‘Wat is er nou?’ vroeg ik meerdere malen aan mijn moeder, om een gesprek te forceren over haar gedachten over mij.
Mijn vader en moeder keken me later die ochtend in hun zondagsoutfit met de armen over elkaar aan.
In de keuken.
Ze vroegen of ik drugs had gebruikt.
Eerlijkheid duurt niet het langst.
‘Technisch gesproken niet’, zei ik.
‘Had je toch gelijk’, zei mijn ma tegen pa.
‘Ga godverdomme naar je kamer, junk, en blijf daar de gehele week. We zetten je eten bij de deur. Je kickt daar maar af.’
‘Ik ben geen junk’, schreeuwde ik terug.
‘Eens een junk, altijd een junk!’
Mijn zus zocht me af en toe op in mijn kamer en gaf me dan een glas water of een biscuitje. Ik weet niet of mijn zus het uit medelijden deed of liefde. Maar ik was dankbaar voor haar bestaan.
Mijn broer zocht me op in mijn kamertje terwijl hij zijn jas aan had.
Hij haalde uit zijn jaszak een pak vloei, een zakje wiet en een aansteker en legde het op mijn bureau neer.
Ik wist niet dat hij dit soort dingen deed, maar een vermoeden had ik wel.
‘Aangezien jij de junk bent, kan jij dit nu voor mij bewaren’, zei hij.
‘Rot op’, zei ik tegen mijn broer.
Mijn broer lost conflicten met mij graag op met zijn spierkracht.
Hij ging achter me staan, klemde zijn arm om mijn keel en trok eraan.
Ik was in ademnood en mijn hoofd voelde aan als een tomaat, maar toegeven kon ik niet.
Dat was toch mijn mindere erkennen.
De enige manier om te laten zien dat ik macht had, was zijn autoriteit betwisten.
Mijn broer zei tegen me: ‘Zeg dat nog een keer en ik vertel tegen papa en mama wat jij op hun slaapkamer uitspookt.’
‘Rot op’, piepte ik.
Mijn broer haalde een dun houten plankje uit zijn jaszak.
Hij schoof mijn bureaula open, legde de wietspullen achterin en schoof het plankje ervoor.
Mijn broer begon me opnieuw te molesteren met zijn vuisten tegen mijn schouders en rug en zei: ‘Jij bent nu de junk, dus jij past nu op deze spulletjes. Had je maar niet moeten bekennen dat je drugs gebruikt.’
In dit huis loont het niet om eerlijk te zijn over je daden en emoties.
Soms hoorde ik papa en mama op zaterdagochtend kreunen vanuit hun slaapkamer.
Daarna douchten ze samen.
Een keer ging ik terwijl zij in de badkamer waren hun slaapkamer in en wreef met mijn handen over het matras op zoek naar vochtplekken.
Ik wist niet precies wat seks was, maar het moest een tafereel vol lichaamssappen zijn.
Mijn broer stond in de deuropening en zei: wat ben jij in godsnaam aan het doen?
Jaren later en mijn broer gebruikte nog steeds dat incident als afpersingsmethode.
Hij was genadeloos.
We moesten in een week tijd voor school een film maken.
Ik had het script geschreven.
Het enige wat school je leert is dat de beste zijn ertoe doet.
Het beste filmpje van elke klas ging door naar de finale in de schouwburg van het dorp.
De video van het groepje met de populairste jongens en meiden was niet per se beter, maar leek wel populairder.
De leraar besloot om schriftelijk te stemmen.
Wij en zij hadden evenveel stemmen.
Ons filmpje was de beste van de klas, besloot de leraar uiteindelijk.
De mening van de klasgenoten waarvan het er toe deed waren het er niet mee eens en betichten ons van kontenlikkerij, lievelingetjes van de leraar en dat mijn mama de vrouw van de leraar kende.
Dat laatste was waar, maar wat deed dat er nou toe?
’s Avonds aan tafel nodigde ik iedereen uit om naar de schouwburg te komen en te zien of wij gingen winnen.
Ik kijk niet naar films van junks, zei mijn pa nuchter.
Ik wil wel komen, zei mijn broer.
Ik kan niet schat, zei mijn moeder.
Mijn broer fietste met me mee naar de schouwburg en zei toen ‘laters’ en fietste door.
We wonnen die avond niet.
In de lobby schudde ik de handen van de ouders van de mensen in mijn groepje.
Een vader noemde me de nieuwe Quentin Tarantino.
Maar na deze formaliteiten, eindigde ik toch alleen op de gang.
Daar stond ik dan, met een kartonnen beker met thee in mijn hand te kijken naar de anderen.
Toen ik thuis kwam vertelde ik bij binnenkomst dat iemand me de nieuwe Tarantino noemde.
Mijn ma zweeg.
Mijn pa haalde uit een laatje in de woonkamer de wietspullen van mijn broer tevoorschijn.
Voor het eerst in mijn leven schreeuwde ik niet als antwoord, maar zei ik heel kalm dat ik de spullen in bruikleen had en de identiteit niet kon prijsgeven.
Ik gebruik niet, bleef ik herhalen.
Schreeuwen is niet de enige manier om met elkaar te praten in dit huis.
Rustig antwoorden is mijn verzet om tegengas te geven.
Om te laten zien dat ik hun autoriteit niet langer kon accepteren.
Vanaf dat moment moest ik elke twee weken mijn urine in een HAK groente potje inleveren bij pa.
Die er vervolgens een staaf in deed om te zien of ik drugs had gebruikt.
Mijn broer begroette me sindsdien met de term plasjunkie.
Maar alleen als niemand in de buurt was.
Niet alleen dat.
Sindsdien zei hij dat ik een schuld bij hem open had staan.
Voor de verdwenen wiet.
Dit huis is een circus.
Ben ik het publiek of de hoofdact?
Alleen met anderen is een twaalfdelig verhaal over kiezen tussen jezelf of je familie. Elke woensdag een nieuw hoofdstuk.
Lees de vorige hoofdstukken terug:
∆1. Ik denk niet dat mijn familie me echt begrijpt