Lieve vreemdeling,
Ken je van die ouders die bij elke scheet van hun kind woorden gebruiken als ‘trots’ en ‘goed zo!’?
Of binnen drie tellen al lopen te schreeuwen als het iets doet wat niet hoort?
Weet je wat je kinderen hiermee leert? Dat ze altijd aan de standaard van de ouders moeten voldoen. Hun trots maken. Hun niet boos maken.
Zo’n stem van de ouders wordt een eigen stem in hun hoofd en dat neem je de rest van je leven mee.
Het idee dat je niet goed genoeg bent.
De les bij kinderen is: beoordeel niet het resultaat. Blijf weg van complimenten of aanmoediging. Praat positief over het proces. Ga in gesprek over wat ze hebben gedaan. Want het gaat niet om jou. Het gaat om hen.
Dus niet:
‘Wat een kuttekening zeg’.
‘Wat een schitterende tekening!’
‘Dit kan beter hoor.’
‘Talentje hoor. Trots.’
Maar: ‘Ik zie dat je de kleur blauw veel gebruikt. Kan je me daar het conceptuele idee van toelichten? En kan je me iets vertellen over hoe ik deze tekening moet zien in de reeks die je afgelopen dagen al hebt gemaakt? ’
Ik ben ervan overtuigd dat onze neiging naar perfectionisme komt doordat we die ‘stem’ tevreden willen stellen. Trots willen laten zijn.
Dat is een wandeltocht door de woestijn met nog drie druppels water.
Want perfectionisme brengt je niet verder. Het put je uit.
Trots is als dansen voor iemand anders.
Waarom zou je dansen voor iemand anders?
Dans voor jezelf.
Kijk.
Met relatief weinig energie maken we het werk tot 80 procent goed.
80 procent is voor de rest van de wereld goed genoeg. Maar niet voor onszelf. We willen die honderd procent aantikken. Want stel je eens voor dat we kritiek krijgen. Dus we stoppen al onze energie in die resterende 20 procent. Maar we komen geen steek verder. Wat resteert, is zelfhaat, overdenken en demotivatie.
Een geheimpje: die honderd procent tik je nooit aan in je eentje. Je bent niet in staat om het te doen.
Je kan namelijk zelf niet meer goed zien wat er goed aan is of wat er nog aan scheelt.
Je lost dit op door hulp te vragen.
We denken allemaal dat hard werken loont.
Hard werken loont niet.
Niet tijdens je studie. Niet op kantoor. Niet op de werkvloer.
Ik herhaal het nog maar een keer.
Hard werken, werkt niet.
Dat is een illusie.
Hulp vragen. Dat loont.
Niet vragen naar de bekende weg. Maar gewoon, hulp vragen.
‘Hé. Ik ben met iets bezig. Kan jij eens kijken wat je nog mist of wil toevoegen?’
De ander ziet waar je mee bezig bent en voelt zich vereerd om op jouw voorwaarden mee te werken.
Krijg je wel eens kritiek op je werk of studie dat ze je onzichtbaar vinden? Pas dit toe en opeens ziet iedereen je staan en gaat je geweldig vinden.
Echt waar.
Goed.
Even terug naar perfectionisme.
Perfectionisme is egoïsme.
Ik houd het lekker bij mezelf, want niemand anders snapt mijn werk.
Perfectionisme is onzekerheid. Omdat je twijfelt of het werk goed genoeg is om iemand trots te maken.
De rest van de wereld interesseert het geen reet of het werk 80 of 100 procent klaar is.
Zolang je je werk maar hebt gedaan.
Als je minder wil overdenken, probeer eerder feedback te vragen.
Als je kunst maakt en denkt: ‘Fuck you met je feedback’, gebruik dan die energie om iets nieuws te creëren.
Je laat je vorige werk bij 80 procent met rust.
Het mooie is dat je er na een aantal weken weer als een buitenstaander naar kan kijken en je vrij snel ziet of het goed is wat je hebt gemaakt, of dat het nog beter kan.
Omarm daarom het proces in plaats van het resultaat.
Je zegt niet: ‘Goed opgeruimd, kind.’
Maar: ‘Fijn dat je opgeruimd hebt.’
Ik herhaal mezelf: het resultaat doet er niet toe. Het proces doet ertoe.
Je bent volwassen. Je ouders kijken niet meer mee. Je hoeft niemand trots te maken. Niet eens jezelf.
Maak meer.
Overdenk minder.
Elke donderdag en vrijdag vertel ik per e-mail hoe jij van je tragedie kunst maakt.
Vrijdag gaan we een opdracht doen. S.P.A.N.N.E.N.D. 😱
Liefs,
Tomson