Mijn moeder is ziek.
Mijn moeder is ziek en juist op dat moment dient zich de kans van mijn leven aan om tijdelijk in het buitenland te studeren.
Dat gedoe met Deborah.
Dat gedoe met mijn ma.
Zara die me op een andere manier aankijkt.
Ik weet niet.
Anders.
‘Zijn moeder is ziek en nu gaat hij in het buitenland studeren. Apart hè.’
Ik wil hen niet achterlaten.
Ik wil niet daar zijn als ze sterft.
Ik wil niet hier zijn als ze het overleeft.
Niet kiezen is ook kiezen.
Welke keuze je ook maakt, je moet leven met de gevoelens die daarbij komen kijken.
Liever een schuldgevoel ten opzichte van een ander of een schuldgevoel naar mezelf?
Durf ik mijn moeder in de ogen aan te kijken?
Durf ik mijzelf in de spiegel aan te kijken?
Omne finitum.
Alles is eindig.
Pak je kansen.
Maak je keuzes.
Ook al zullen ze niet altijd als juist gezien worden.
Ik heb verlangens, behoeften en wensen.
Ik heb maar één leven.
Ik ben maar één keer jong.
Egoïsme is het label dat ze je geven als je niet voldoet aan hun behoeften.
Ben ik bang voor hun afwijzing?
Heb ik hun goedkeuring nodig?
Mam zat rechtop in bed en keek me met een mok thee in haar hand aan.
Ik zei het vol overtuiging:
‘Je bent ziek, maar ik wil heel graag in het buitenland studeren.
Ik moet mezelf verder ontwikkelen als kunstenaar.
Ik moet weg van hier.
De stress is me niet te veel.
Ik ben niet op de vlucht, ik ben altijd op reis.’
‘We hebben je nodig’, bleef mama herhalen.
‘Ik heb mezelf nodig’, dacht ik.
Mijn pa kwam binnen.
Mijn ma zei: ‘Hij gaat naar het buitenland toe.’
‘Je bent een mietje’, zei mijn vader en tikte hard op mijn schouders.
‘Je maakt grapje, toch?’ vroeg hij vervolgens.
Ik ben een mietje. Daar word ik hard van.
‘We hebben het er wel over’, was hoe het gesprek eindigde.
Alsof hier nog over te onderhandelen viel.
Ik ben niet wie jij denkt dat ik ben.
Ik heb compassie voor mezelf.
Ik veroordeel mijn behoeften niet.
Mijn zus appte me door de week toen ik in Utrecht zat.
Ze wilde met me uit eten.
We kozen een restaurant aan de Oude Gracht uit.
Mijn zus dronk wijn, ik water.
‘Ga je Zara niet missen?’ vroeg ze me en toen pas voelde ik het gemis van Zara als ik weg zou zijn.
‘Ze komt me hopelijk opzoeken’, zei ik.
‘Luister. Het gaat niet goed met mama. Papa kan het niet alleen. We hebben je nodig. Mam heeft je nodig’, zei ze.
‘Ik ben slechts honderden kilometers verder. Ik ben niet voor altijd weg.’
‘Kan je het niet een jaar uitstellen dan?’ vroeg ze.
‘Wat als ze heel lang ziek blijft? Tien jaar lang ziek?’ vroeg ik.
‘Dat vragen we niet van je. We vragen nu om je hulp’, zei ze.
‘Het is altijd nu. Nu wordt altijd later. Tijdelijke oplossingen worden permanente oplossingen. Tijdelijk ongemak wordt vanzelf de nieuwe realiteit.’
‘Het is geen vriendelijk verzoek, lief broertje’, zei ze. ‘Ze betalen zelfs je collegegeld.’
‘Dat geeft ze macht over mijn leven?’ vroeg ik.
Ik wilde niet emotioneel zijn bij mijn zus, maar ik was het.
‘Waar is je hart?’ vroeg ze.
‘Ik zal erover nadenken’, zei ik, terwijl ik dat niet ging doen.
‘Wat vindt Zara?’ vroeg ze toen.
‘Haar mening doet er niet toe’, zei ik.
‘Hoe kan haar mening er niet toe doen? Jullie hebben een relatie!’
‘Dus? Ik ben niet haar bezit’, zei ik fucking geërgerd.
‘Je bent een zoon, een vriend, een broertje’, zei zij.
‘Ik wil een biertje’, dus ik bestelde een biertje.
‘Ik hoop gewoon niet dat je spijt hebt van je keuze bij de grafkist. Dat is alles’, zei ze.
‘Jij wilt je leven vergooien voor een ander’, zei ik terug.
‘Het is mama!’ zei ze. ‘Ze heeft haar leven vergooid voor ons.’
‘Dat plichtsbesef zit slechts tussen je oren. Je bent van niemand. Zelfs niet van je moeder’, zei ik.
‘Je bent ongevoelig’, zei ze.
‘Dat ben ik niet.’
‘Sorry, maar je bent het wel. Enorm ongevoelig’, zei ze.
Ik nam een slok van mijn bier en wilde naar huis om te huilen.
Met tranen in mijn ogen zei ik:
‘Ik kom direct terug als er wat is.
Ik ben niet op wereldreis.
Ik studeer gewoon daar.
Ik zal elke dag bellen.’
‘Wat heeft je zo ongevoelig gemaakt?’ vroeg ze.
‘Het is eerder dat ik te veel voel’, zei ik.
‘Dat maak je jezelf wijs.’
‘Ik ben een mietje. Daar word ik hard van’, zei ik toen.
Haar zwijgen deed me het meeste pijn.
Alleen met anderen is een twaalfdelig verhaal over kiezen tussen jezelf of je familie. Elke woensdag een nieuw hoofdstuk.
Lees de vorige hoofdstukken terug:
∆1. Ik denk niet dat mijn familie me echt begrijpt
∆2. Hoe wij ruzie maken in dit gezin
∆ 3. Tussen overgevoelig en ongevoelig in zitten
∆4. Toen de wereld aan zijn einde kwam
∆5. Je hoeft niet van iemand te houden om bij diegene te blijven
∆ 6. Dit hadden we beter niet kunnen doen