Hij reed weg zonder te toeteren. Ik stak een hand op, terwijl ik met mijn andere hand de peuk in mijn mond aan probeerde te krijgen. Vervolgens moest ik toch mijn andere hand gebruiken om de wind van het vuur af te houden.
Daar stond ik dan. Aan de ene kant van mij het riviertje de Vecht. Aan de andere kant twee portiekflatjes van vier hoog.
Hoelang kon ik nog doen met vijf peuken? Twee uur? Twee dagen? Een week?
Ik liep naar de ingang van een flat toe. Tientallen huisnummers met knopjes en versleten naambordjes.
Randall de Grote. Nummer 233.
Dat kon geen toeval zijn.
Zelfs de voortekenen kenden ironie.
Een twijfel.
Hij ontbeet met Redbull en chocolade. Hij zoop goedkope whisky met Aldi-cola. Hij vroeg standaard aan mensen: βHeb je nog anale seks gehad?β
Is dit goed voor jezelf zorgen? Bij hem aankloppen? Maar ik had geen opties meer.
Ja.
Tirza.
Maar ik wist niet of Mr. Sterrenstof zich kon gedragen bij een vrouw die een goede vriendin van me was.
Seks verpest elke vriendschap
Was het dan ΓΌberhaupt wel vriendschap?
Ik nam een laatste trekje van de peuk en gooide die in de bosjes. Daarna drukte ik op de bel naast Randalls huisnummer.
Een intercom zonder camera gaf een eentonige pieptoon.
Daarna nog een toon.
Daarna nog een.
Gekraak.
Een stem.
βJa?β
βMet Ziggyβ, zei ik.
βWie?β
βMet mij! Ziggy. Luister ikβ¦β
βAan de deur wordt niet verkocht, man.β
βNee, nee, wacht. Ik ben het Ziggy. Ik weet niet hoe ik het moet zeggen, maar ik ben het huis uitgezet. Lang verhaal kort.β
βIk versta je niet man.β
De verbinding werd verbroken.
Ik duwde aan de deurklink, maar die zat nog potdicht.
Ik drukte opnieuw op de bel.
Een pieptoon.
Tweede toon.
Gekraak.
βWat?β zei de stem.
βMet Ziggy.β
βWie die?β
βZiggy! Je vriend.β
De zoomer klonk. Ik duwde de deur open en liep via de trap drie verdiepingen omhoog. Vervolgens via het portaal naar deur 233.
Hij was mijn eerste nieuwe vriend die ik maakte op de opleiding die ik inmiddels had verlaten. Tien jaar ouder dan iedereen. Al mijn opleidingsgenoten waren timide en serieus. Tot de alcohol en de drugs op tafel verschenen. Randall was de enige gast die niet anders werd van alcohol.
Nuchter was hij gekker.
Randall wachtte me al op bij de voordeur in zijn zwarte badjas vol witte vlekken en keek me verbaasd aan.
βZiggy! Jou had ik niet verwacht, man. Ik dacht een of andere Jehovagetuige of zo. Of zoβn gast die me belooft miljonair te worden, zolang ik eerst betaal.β
βNee johβ, zei ik. βIk ben het maar.β
βGeef me eens wat warmte, manβ, zei hij. Zijn armen gingen open.
Ik was geen knuffelgast, meer een βzo min mogelijk lichamelijk contactβ-persoon.
Ik legde mijn kin op zijn schouder. Hij klapte hard op mijn rug.
βMaar vertel eens, Ziggy, heb je nog anale seks gehad?β
Sekspraat als verbroedering tussen mannen. Anale grapjes, als verdediging om niet over echte emoties te praten.
Ik kende het spel maar al te goed.
βKom verder.β
Ik volgde hem naar binnen.
Het rook hier naar een warm wordende oven, die de achtergebleven etensresten van vorig jaar nog even flink meeroosterde.
Eten kan altijd zwarter.
βLet gerust op de troepβ, zei hij grinnikend en hij ging in een leren stoel zitten, die hij vervolgens uit elkaar lanceerde. Een voetensteun verscheen. De rugleuning ging naar achteren. Hij leek zelf ook te schrikken van de schokkerigheid van zijn stoel.
βHooβ, zei hij. Vervolgens pakte hij een plastic beker en nam daar een slok van. βWhisky-cola. Heerlijk. Schenk jezelf ook wat in. Staat in de keuken.β
Alcohol.
Genieten.
Zorg goed voor jezelf.
Ik liep de keuken in. Opgestapelde borden. Op het fornuis twee bakpannen met restjes eten met een rode kleur.
Ik opende de kast en merkte de plakkerigheid van de hendel op. Het enige wat er nog in de kast lag, was een theemok. Het rook schoon.
Achter me stond de fles whisky. Johnnie Walker.
Kon het erger?
Ik schonk het in alsof het limonade was, rook eraan en mijn gezicht trok automatisch samen van de heftigheid van de lucht.
Ik wandelde terug en nam plaats op een stoffen bank tussen twee diepvriespizzadozen, een stapel ongeopende enveloppen en wat stekkers in.
Nooit genoeg opladers.
Op zijn breedbeeld-tv stond de film Heat op. Fyn had ooit eens de bluray-editie gevraagd voor kerst. Wie keek er nog blu-ray?
βVertel me, Ziggy. Wie ben jij? De serieuze ik-kan-elk-moment-alles-achter-me-laten Robert de Niro-man? De gevoelige Val Kilmer met een drankprobleem? Of meer de workaholic ik-verpest-elk-huwelijk-om-de-boeven-achter-de-tralies-te-krijgen Al Pacino?β
βIk weet niet, man. Telt Mr. Sterrenstof ook?β vroeg ik.
βMaar. Meneer Blank. Ben je gelukkig?β vroeg hij met zware stem.
βVast welβ, zei ik en nam een slok uit mijn theeglas.
Het smaakte te goed dit.
βIk geloof daar dus niet meer inβ, zei Randall. βDaarom doe ik ook niet meer mee.β Hij knikte naar mij en nam opnieuw een slok. βCoca-Cola heeft niet de kerstman uitgevonden, maar happiness. Samen met Disney en de McDonalds. We hebben allemaal kutbaantjes, met kutperspectieven, grote schulden bij de bank en zicht op een of andere ongeneeslijke ziekte die ons laat sterven. Maar zij geven je het gevoel dat het aan ons ligt dat we zo verward en bedroefd zijn. Je hoeft niet verdrietig en somber zijn. Want happiness ligt voor het grijpen. Wees blij! Wees gelukkig! Consumeer meer producten!β
βAan wie ligt het dan?β vroeg ik.
Randall dacht even na. Knikte bedachtzaam en zei toen met zware stem: βHet systeem, man. Het systeem.β
βHet systeemβ, herhaalde ik
βIk zeg het je. Ik doe niet meer mee. Geen systeem voor mij. Geef me mijn uitkerinkje en ik vermaak me wel.β
βJe ontvangt graag geld van het systeem, maar je wil niet meedoen aan de regels van het systeemβ, zei ik.
βGaan we nou de wijsneus uithangen?β Hij lachte zo overdreven dat ik zag dat hij een hoektand mistte. Daarna draaide hij een shagje en deed wat wietkorrels erin, stak βm aan en zei met geΓ―nhaleerde rook: βMaar vertel, kerel. Wat brengt jou hier?β
βHet enige wat ik wil, is feestenβ, zei ik, βen toen dacht ik aan jou. Misschien kunnen we wat pizza bestellen. Nog wat drinken? Onze dealer appen. Gewoon even gezellig naar de klote gaan samen.β
Randall knikte bedachtzaam. βMaar. Ben je okΓ©? Ik zag dat je een weekendtas hebt meegenomen?β
βIngewikkelde vraag.β
βJe hebt bloed op je overhemd. Je gezicht ziet er raar uit, man. Zit je aan de drugs of zo?β
βGewoon. Het leven sloeg me keihard in het gezicht.β Ik probeerde te lachen om mijn eigen grap. Het lukte niet. βHet is gewoon ingewikkeldβ, zuchtte ik.
βHet is maar net hoe ingewikkeld je het leven maakt, manβ, zei hij. Hij liet een boer, verhief toen zijn stem en zei: βDaarom doe ik dus niet meer mee!β
βIk heb geen huis meerβ, zei ik.
βShit, gast. Hoe dat zo?β
βIk heb het verkloot bij mijn huisgenootje. Maaike.β
βMaaike?β Hij begon met zijn wenkbrauwen heen en weer te gaan. βHeb je seks gehad met haar?β
βJazeker.β
βBegin van het einde, man. Begin van het einde. Maarβ¦?β
βWat.β
βHeb je ook anale seks gehad?β
βNeh. Niet echt.β
βVerdomme, Ziggy.β Zijn stoel begon heen en weer te bewegen door de spastische bewegingen die zijn lijf maakte. βJe hebt het wel geprobeerd toch? Stiekem? Beetje porren met je stick in dat andere gaatje? Kom. Zeg het, man. Zeg het me. Zeg het maar tegen ome Randall. Heb je het geprobeerd? Nou? Heb je het geprobeerd? Huh?β
Ik knikte maar ja.
βIk wist het! Ik wist het!β Hij klapte hard in zijn handen, terwijl de as van zijn shag overal heen vloog. βMijn man. Mijn man! Tik βm aan. Tik βm aan!β Hij stak zijn vuist uit.
Ik tikte zijn vuist aan.
βOme Randall zegt altijd maar zo: waarom zou je moeite doen om de clit te vinden, als je het donkere gaatje kan penetreren?β Toen keek Randall gebiologeerd naar de film. βHoo. Ik rook deze helemaal zelf opβ, zei hij en haalde het stickie uit zijn mond en reikte het naar mij. Ik schudde nee.
βIk ga even pissen, denk ikβ, zei ik.
βIn de badkamer vind je de wc.β
Overal in zijn huis lag wat. Verpakkingen. Volle vuilniszakken. Op de badkamer rook het naar kalkaanslag en schimmel. De wc-pot mistte een wc-bril. Toen ik erin keek, keerde mijn maag zich om. Het leek wel modder.
Met de hand voor mijn neus liep ik terug de hal in en riep naar Randall. βWat is dit?β en wees naar de badkamer.
Zijn hoofd verscheen in mijn blikveld, leunend voorover in zijn stoel.
βSorry, man. Ze hebben het water afgeslopen. Zoβn kap over de watermeter gedaan. Wist ik veel dat ik ze ook kon weigeren om binnen te komen.β
βAfgesloten, bedoel jeβ, zei ik.
βJa. Er afgeslopen.β
βJe kan toch niet leven zonder water?β vroeg ik.
βNou. Ik haal elke keer een emmer water bij de buren en douche bij een sportschool bij het kanaal. Illegaal. Dat wel. Maar ze hebben van die poortjes waar je overheen kan springen.β
Dus.
Je hebt dieptepunten en dieptepunten in het leven. Je hebt slecht voor jezelf zorgen en slecht voor jezelf zorgen.
Xander moest eens weten dat andere mensen nog dieper konden zakken dan ik.
Alles was een kwestie van perspectief in het leven.
Maar Xander had gelijk. Hoeveel dieper kon mijn leven nog verder zakken?
Je bent het gemiddelde van de mensen met wie je omgaat.
Maar de vraag blijft staan: haal jij het gemiddelde omhoog of omlaag?
De wallen onder mijn ogen. De intense moeheid in mijn lijf. Dat onrustige gevoel dat er iets niet klopte.
Geen huis om in te leven. Geen bed warm genoeg om in te blijven liggen.
Geen vriend of kennis zorgeloos genoeg om me in huis te nemen.
Randall zou me hier laten slapen. Dan zou de dealer langskomen. Dan zouden we tot βs ochtends vijf uur via zijn computer muziek op YouTube opzetten. Dan zouden we βSlaap lekkerβ zeggen en de volgende ochtend ergens in de middag wakker worden. Peukje. Misschien een verschimmelde boterham in de keuken roosteren. En dan? Samen een emmertje water halen bij de buren? En dan? Weer aan de alcohol gaan tot βs nachts 4 uur?
Was dit dan leven?
Nee. Dit was overleven.
Het was nog vroeg op de avond. Ik moest mezelf naar een veiligere haven brengen dan deze plek.
Als ik hier blijf, wist ik hoe mijn leven zou eindigen.
In de goot.
Tirza. Tirza was een veilige haven. Die had een goede baan. Enorme borsten. Een schitterend appartementje.
Maar Tirza was ook gesteld op haar privacy. Die hield niet van verrassingen. Die hield niet van het gevoel dat mensen misbruik van haar wilden maken.
Ik liep naar mijn weekendtas toe en haalde mijn zonnebril eruit.
Psychokiller stond erop.
Ooit eens gekregen op een illegaal feestje hier in Utrecht.
Ik zette graag mijn zonnebril op als ik de wereld anders wilde zien.
Dan veranderde ik namelijk in Sterrenstof.
Ik appte Tirza. βHet gaat niet echt goed met me. Kan ik je zo zien in de stad?β
Ik ben al drie jaar bezig met deze roman: Tweelingzielen sterven nooit. Ik deel elke woensdag de eerste 13 hoofdstukken. Het gaat over een onmogelijke liefde tussen hedonist Ziggy en perfectionist Katy. Ik probeer alle themaβs van de afgelopen jaren in dit werk te stoppen: hedonisme, gevoeligheid, existentialisme, depressie, jeugdtrauma.
Lees de vorige delen van Ziggy terug
β1/13 Je moet bloeden als je wil veranderenβ
β2/13 Word niet jezelf. Word iemand anders.β
β3/13 Sombere jongens huilen ookβ
β4/13 Vochtige plekjesβ
β5/13 Je klinkt als mijn vriendinβ
β