Schrijfopdracht #003: Schrijf een verhaal over een inzicht die je morgen opdoet

Nu de schrijfopdracht.

Wat je vandaag ook gaat doen, let op een persoonlijk inzicht dat je vandaag hebt opgedaan.

Daar schrijf je een mini-essay van maximaal 750 woorden over. 

Vertel in geuren en kleuren wat er gebeurde. Hoe je er eerst in stond. Hoe het je heeft veranderd.

Denk niet in grote inzichten. Denk in kleine inzichten.

Het zijn die kleine dingen in een dag die je tot grote kunst kan omtoveren op papier.

Als je deze schrijfopdracht in de avond leest, geldt deze opdracht voor morgen.

Deadline volgende week woensdag. Zet je inzicht hieronder in de comment.

Tomson
Ik doe het altijd met condoom en gebruik nooit drugs

3 Comments

  1. Deze bijdrage is anoniem ingestuurd:

    Klootzak

    Daniël is een gezonde jongeman. Ver van het rechte pad, maar hij doet zijn best met de mensen die hij om zich heen heeft. Anders was hij allang dood geweest. Daar ben ik van overtuigd.

    Daniël was mijn buurjongen. Ik ging veel met zijn zusje om, die net als ik, een stuk jonger is dan hij. Maar ik heb het vermoeden dat hij dit besef nooit heeft gehad.

    Inmiddels zijn we heel wat jaren verder en vele kilometers van elkaar verwijderd. Gelukkig maar.

    Daniël stuurde mij een paar maanden geleden een berichtje via Messenger.
    ‘Hey, ik zag je voorbij komen op Facebook. Hoe is het met jouw dan mop tijdje geleden’.
    Aan de zinsopbouw te zien is hij op het zelfde niveau blijven hangen als toen.
    Ik had ergens de behoefte hem een bericht terug te sturen, maar ik wist ook dat als ik dit zou doen, ik mezelf er alleen maar mee zou hebben. Want wat ik hem te zeggen had, was niet mild.

    Een week later stuurde hij nog een berichtje.
    ‘Hey hoe is het’.
    Wederom reageerde ik niet.

    Blijkbaar vind hij het lastig te begrijpen dat als iemand je negeert, je diegene dan met rust moet laten. In dit geval dan toch. Een dag later kreeg ik namelijk wéér een bericht.
    ‘Hey schoonheid die uit de hemel is gevallen hoe is het’.
    ‘Zin om een keer af te spreken misschien’.
    En wederom negeerde ik het.

    Daarna was het stil. Ik hoopte dat hij de hint nu eindelijk had begrepen. Maar nu, die maanden later, krijg ik weer een berichtje.
    ‘Hey’
    ‘Buurmeisje van vroeger’

    Het is 23.01 en ik lig al een tijdje in bed. Ik kan de slaap moeilijk vatten door het warme weer. En dat berichtje van Daniël helpt ook niet mee. Het vreet me op. Van binnen. Dat hij het gore lef heeft om na al die jaren een poging te doen mijn leven binnen te dringen terwijl ik eigenlijk net was vergeten wat hij met mij heeft gedaan.
    Je zou je kunnen afvragen, waarom ik hem niet direct heb geblokkeerd. Ik vraag het mezelf ook af. Ik denk dat ik hem die erkenning niet gunde. Dat ik wilde dat hij zou nadenken en zich zou gaan afvragen waarom ik dan niet reageerde. Dat hij zich zou herinneren wat hij met mij heeft gedaan.

    Maar nu was het klaar. Het moest duidelijk zijn dat ik niets van hem wilde. Blokkeer.

    Eigenlijk zou ik hem willen zeggen wat het met mij doet. Hem eraan herinneren wat hij met mij heeft gedaan toen ik elf jaar was, onder het bed van zijn moeder, terwijl zijn zusje 5 meter verder op het grasveld aan het spelen was. Mijn eigen huis nog geen 20 meter verder dan de plek waar hij mij verkrachtte. Dat het me pijn doet, na al die jaren weer geconfronteerd te worden met die gebeurtenis. Dat ik hem een ongevoelige klootzak vind. En dat ik hoop dat hij van de trap dondert en zijn nek breekt.

    Maar het heeft geen zin. Hij zal het ontkennen. Doen alsof hij niet weet waar ik het over heb. Dus ik zeg het hem niet. Het zal hem ook niet veranderen. En ik wens ook niemand een gebroken nek toe.

    En toch voel ik de behoefte om het uit te schreeuwen, dus bij deze: DANIËL, JE BENT EEN KLOOTZAK!

    En nu ga ik slapen.

  2. Dit is mijn bijdrage.

    # Ik ben geen jochie meer

    In mijn familie wordt met scheerapparaten geschoren. Mijn opa. Mijn vader. Mijn ooms.

    Noem het een familietraditie.

    Toen ik baardgroei kreeg, erfde ik het apparaat van mijn pa. Die had ondertussen een nieuwe gekocht met scherpere mesjes.

    Ik wist niet anders.

    Inmiddels heb ik zelf een heel arsenaal aan elektrische apparaten verzameld om de haargroei op mijn gezicht onder controle te houden.

    Trimmer voor de bakkebaarden. Trimmer voor mijn neusharen. Een baardtrimmer. Een heel blits scheerapparaat van Braun.

    Ik voel me een soort James Bond voor de spiegel als ik me scheer.

    Het is een ritueel op zich. Het bijhouden van accupercentages. Het mezelf ermee scheren. Het schoonmaken na afloop.

    Ik voel me niet per se heel vaak een ‘man’. Maar als ik me scheer wel. Begrijp je?

    Maar toen ik afgelopen najaar op vakantie was met familie, had ik mijn apparaten thuisgelaten.

    Ik dacht ze niet nodig te hebben… _Big mistake_.

    Het is op zich niet erg om wat baardgroei te hebben. Maar die week had ik er toch meer last van dan ik wilde hebben. Bovendien had ik in die vakantieweek een werkafspraak in een grote stad in de buurt.

    Ik kan niet als een wilde man daar aankomen.

    In de badkamer rommelde ik in mijn toilettas en vond zowaar een weggooischeermes. Ongebruikt.

    Waarschijnlijk lag dat er al jaren.

    Onder de douche begon ik met scheren.

    Ik bereidde me voor op het ergste. Want er is een tijdje geweest dat ik met een mes mijn baardharen weghaalde. Dat ging gepaard met veel snijwondjes.

    Dat is het ding met gevoelige mannen… Die hebben ook een gevoelig huidje.

    Maar tot mijn eigen verbazing merkte ik onder de douche dat het niet zo prikte. Sterker nog. Het mes ging heel soepel over mijn huid heen.

    Ik besefte dat mijn huid was veranderd en niet alleen dat.

    Ik dacht aan Oost-Europa. Toen ik me voor het eerst scheerde met een mesje.

    Ik was op reis met mijn beste vriend en we kwamen vrij laat aan in Bratislava. We hadden geen slaapplek kunnen reserveren. Dus we gingen op de gok maar langs de hostels die in de _Lonely Planet_ stonden genoemd.

    Misschien was er wat vrijgekomen.

    Het eerste hostel was niets. Het tweede ook niet. Het derde verwees ons door naar een jeugdhostel dat plek had.

    Het was een gigantisch communistisch flatgebouw.

    Het was een campuswoning van de universiteit. In het schooljaar verbleven de studenten hier. In de zomer waren ze hier niet welkom.

    Nu werden de kamers verhuurd aan arme zielen zoals wij.

    We betaalden slechts 10 euro per persoon per nacht.

    Spotgoedkoop.

    Nou, we begrepen het wel.

    Het was een doolhof aan gangen. Overal raamloze deuren. Onze voetstappen echoden door de gangen heen.

    Het leek wel een gevangenis.

    Er waren geen voorzieningen. Geen snackautomaat. Geen kantine of gezamenlijke woonkamer. Het was puur een plek om te slapen en niets meer.

    Ik dacht een wilde vakantieman te worden deze zomer. Zes weken door Oost-Europa touren en dan met zo’n flinke baard thuiskomen.

    Maar de Europese steden waren te heet. Ik ergerde me aan de baardgroei. Die jeukte te veel door het zweet.

    Die avond vroeg ik aan mijn beste vriend of hij me kon uitleggen hoe ik me moest scheren.

    In een gigantische wasruimte met zo’n grote wasbak, met tien kranen eraan, met een enorme spiegel.

    Daar liet hij me zien hoe ik met het mesje mijn haren weg kon halen.

    Deze herinnering ontroert me nu.

    Toen stond ik er niet zo bij stil.

    Maar nu. Zo veel avonturen beleefd in die zes weken, maar ik heb er weinig van onthouden.

    Wel dit moment. Hoe hij als een ware broer aan me liet zien hoe je je haren op je gezicht weghaalt met een mesje.

    Zonder oordeel. Zonder er een grap over te maken.

    Toen bloedde mijn gezicht heftig bij het scheren. Wel vier wondjes.

    Echt een tienerhuidje.

    Met een toiletrol liet hij zien hoe ik mijn wonden moest verzorgen. Een klein puntje eraf scheuren en op de snijwond leggen.

    Nu, onder de douche in dit vakantiepark, merk ik dat mijn huid niet meer bloedt.

    Ik ben ouder geworden. Mijn huid is veranderd in die van een man.

  3. Vandaag is zo’n dag waarin ik met schrik en al hyperventilerend wakker werd van de nachtmerries. Doordat ik recent ziek ben geweest en mijn lichaam nog herstellende is, heb ik veel slaap nodig dus slaap ik zo’n 10-15 uur per dag. Dat betekent meerdere nachtmerries per nacht en alleen dat al is vermoeiend genoeg. Toen ik vanmorgen wakker werd, realiseerde ik me dat ik op vakantie was. Met 8 van mijn vriendinnen, die allemaal nog lagen te slapen. Ik probeerde mezelf rustig te sussen en mijn ademhaling vertraagde. Ik voelde in mijn hele lichaam spanning en verdriet. Ik pakte mijn telefoon om mezelf af te leiden en opende mijn Snapchats. Mits ik hiermee bezig was kreeg ik een Chat van mijn broertje. We Chatten kort met elkaar en hij vertelde volgende week op vakantie te gaan met mijn vader, zijn (ex?) vriendin en mijn andere broertje. Dit verklaarde waarom ik de afgelopen twee maanden weer weinig tot niks van mijn vader heb gehoord, hij gaat weer met zijn ex-vriendin. Meteen nam ik het voor mijn vader op, want ook ik laat niks van me horen en ik neem niet op als hij belt. Ik voelde me slecht en mijn gemis naar mijn vader kwam omhoog. Huilend viel ik weer in slaap voor de daaropvolgende 4 uur.
    Mijn vriendin maakte me wakker uit nog een nachtmerrie. Het was 11:30 zei ze en ze vroeg of ik mee ging zwemmen beneden. Met moeite kwam ik m’n bed uit en was ik drie kwartier later beneden. Ik ging bij het zwembad liggen en opende het boekje de Alchemist van Paulo Coelho. Ik heb hem bijna uit, maar ik stel het lezen uit, omdat ik het zo’n mooi boek vind en het mij het gevoel geeft dat magie en sprookjes bestaan. Ik was bezig te lezen op pagina 141. De jongen vroeg aan de Alchemist hoe hij op kon gaan in de woestijn; ‘Luister naar je hart. Dat kent alles, omdat het afkomstig is van de ziel van de wereld en daar ooit naar zal terugkeren.’
    ‘Waarom moet je naar je hart luisteren?’, vroeg de jongen een paar dagen later. Hij had in die tussentijd geoefend met het luisteren naar zijn hart. Het boek vervolgde zich en de Alchemist vertelde de jongen verder te gaan met luisteren naar zijn hart en verder te zoeken naar zijn schat. Ook vertelde de Alchemist de jongen om niet op te geven omdat de meeste mensen dit wel doen vlak voor ze hun schat hebben gevonden; ‘Sterven van de dorst terwijl de palmbomen reeds opdoemen’.
    Het boekje heeft me aan het denken gezet en gaf me het inzicht in mijn eigen hart. Ik weet wat ik wil. Altijd al geweten. Maar ik stel te hoge eisen. Ik wil reizen, ik wil weg van alles en iedereen. Mijn psycholoog vroeg zich af of dit te maken had met mijn angst voor mijn vader of dat dit echt is wat ik wil. Ik weet het niet. Misschien ben ik ook wel bang dat als ik weg ga, dat ik niet meer terug kom. Maar ook daarop had de Alchemist een wijze raad; ‘Zeg je hart dat de angst om te lijden erger is dan het lijden zelf.‘
    En dat is mijn inzicht van vandaag.

Leave a Comment