Lieve vreemdeling,
Later vandaag volgen nieuwe exclusieve podcastafleveringen 🪐. Ik loop een beetje achter.
Liefs,
Tomson
🪐 Zo hoor je niet te reageren
(stom)
Ze vertelde me aan de telefoon dat de man van haar beste vriendin plotseling was overleden een paar maanden geleden en dat het pittig was.
Voor iedereen.
Ze vertelde me dat ze deze week bij die vriendin op de koffie was. Dat ze hadden gepraat over dat het leven weer verdergaat. Over dat hij nog zo ‘aanwezig’ voelt en precies op dat moment ging de zakelijke mobiel van hem af.
Een keertje.
Die hield de weduwe nog om een of andere reden aan, die ik niet heb onthouden.
Ze keken elkaar aan.
Omdat ze het net over hem hadden en nu ging die telefoon een keer af.
Alsof hij even hier was.
Dat hij even wilde laten zien: ik zie jullie. Ik denk ook aan jullie.
Toen zei ik: ‘Oh, maar dat is vrij normaal dat je dat denkt. Je brein ziet overal magie. Juist als je in rouw bent, zie je het bovennatuurlijke. Maar dat is een denkfout.’
Ik weet niet waarom ik de behoefte had om dit te zeggen. Nou ja. Ik wist het wel. Ik had een boek over magisch denken gelezen. Dat de mens overal magie ziet, waar het feitelijk niet zo is.
Ze rondde het gesprek na mijn opmerking abrupt af: ‘Ik moet nog werk doen.’ En ik dacht alleen maar: huh? Jij belt mij na jaren stilte op. Het gesprek is net begonnen en nu beëindig je het weer? Bel me dan niet op.
Ik was beledigd.
Pas veel later kwam het besef dat ik het gesprek had beëindigd. Door zo rationeel te reageren op haar verdriet.
Het enige wat ik hoefde te zeggen was: ‘Wat een mooi, magisch moment.’
Maar dat zei ik niet.
Mijn rationele brein nam het weer eens over en voegde niets toe aan het gesprek.
Ik heb haar sinds dat telefoongesprek niet meer gesproken en ik kan me niet opladen om jaren later zelf het initiatief te nemen om haar te appen of te bellen.
Ik denk niet dat ze het heeft onthouden. Misschien wist ze zelf niet eens echt waarom ze het gesprek zo snel afrondde. Of waarom ze me überhaupt wilde bellen. Er was geen aanleiding voor. Het gesprek was slechts een uitwisseling van futiliteiten van het leven.
Jaar van magisch denken
Ik moet hier opeens aan denken bij het lezen van Het jaar van magisch denken van Joan Didion, over de plotselinge dood van haar man en een paar maanden later haar dochter.
Haar man is dood, maar ze denkt elke keer dat hij elk moment terugkomt.
Dus de kleren mogen niet weg. Mensen hoeven niet te blijven slapen. Terwijl ze hem heeft zien sterven.
Terwijl ze in het ziekenhuis zijn dode lichaam heeft gezien. Hem heeft begraven. Maar ze blijft het denken.
Daarom noemt ze het boek het jaar van het magisch denken.
Ze gaat in op onder andere de rouwliteratuur van de afgelopen 100 jaar, over wat het met je doet als een dierbare overlijdt.
Ik weet niet of ik nu schaamte of schuld voel als ik terugdenk aan het telefoongesprek.
Maar het is wel een gevoel van ongemak. Dat ik haar ongemakkelijk heb laten voelen. Of ze het nu onthouden heeft of niet, dat doet er niet toe. Want ik heb het onthouden.
Ik ben altijd rationeel geweest bij haar.
Altijd goed voor een paar zwartgallige grappen tussendoor. Hoe kwetsbaar de gespreksonderwerpen ook waren.
Ik gedroeg me niet anders dan in het verleden bij dat telefoongesprek. Maar toch.
Zij had echt verdriet en ik zat ons toneelstuk van vroeger te herhalen.
Alsof er geen twee jaar stilte tussen ons zat.
Het was ongepast en dat is wat ik de rest van mijn leven meeneem.
Liefs,
Tomson
Uit mijn dagboek van 31 augustus