Psychokiller geschiedenis – 2. De illusie van je boek in de winkel krijgen

Sinds ik me kan herinneren heb ik een droom: schrijver worden. Daarna werd die droom wat concreter.

Want kom op: schrijver worden is net zo’n lege uitspraak als ‘beroemd worden’ of ‘zanger worden’.

Het is niet dat ik per se schrijver wilde worden om het schrijven.

Ik voelde wat in me branden. Ik zag de wereld op een manier die anderen niet zagen. Ik wilde mijn gedachten beter begrijpen. Die sociale interacties tussen mensen. De gevoelens die we hebben. De treurigheid die ik overal om me heen zag. Ook in mijn eigen leven. Dat kon ik maar op een manier uiten en dat was schrijven. Het verzinnen van verhalen. Al die elementen in een blender gooien, er een constructie van maken en op het einde een punt neerzetten en dan EINDE typen.

Ik werkte na mijn studie een paar jaar op een callcenter. Daarover later meer. Daar zei ik tegen een collega die uit Duitsland kwam dat ik de ambitie had om een boek te schrijven. Met zijn zwaar Duits accent lachte hij me cynisch uit. ‘Meer dan een miljoen Nederlanders willen een boek schrijven of zijn daar mee bezig. Wie zit er nou op één miljoen boeken te wachten? Wie wacht er nou op jouw boek? Mein Gott.’

Dat was een goed punt. Eerst een boek schrijven en dan verwachten dat ook maar één iemand geïnteresseerd is in mijn woorden slaat nergens op. Tijd is schaars. Talent wordt overschat. Waarom zouden mensen het werk van een onbekende gaan lezen? Laat staan er voor betalen?

Sinds de brugklas schreef ik al boeken en stuurde die op naar uitgeverijen. De reacties die ik kreeg waren lief, soms motiverend, maar vooral weinig hoopgevend.

Ik raakte er zo gefrustreerd van dat ik dacht: wat ben ik in godsnaam aan het doen? Waarom wil ik zo graag goedkeuring van een uitgever? Het is de 21ste eeuw. Ik heb hun niet nodig om publiek te vinden. Daarnaast las ik diverse interviews met gedebuteerde schrijvers. Daar werd ik ook niet vrolijk van.

Ze hadden allemaal hun droom waargemaakt: gedebuteerd met een boek bij een uitgever. Maar bijna niemand mocht een nieuw boek schrijven, wegens tegenvallende verkoopresultaten. Eén debutant zei meteen zijn baan op na diverse vijfsterren recensies in kranten. Helaas kocht bijna niemand het boek.

Dat is de realiteit. Zo werkt de industrie. Van muziek tot kunst. Ze schieten met hagel. In de hoop dat in al die duizenden boeken die ze per jaar uitgeven, er een groot kassucces tussen zit die alle gemaakte investeringen wegpoetst.

In Nederland kunnen amper 100 schrijvers leven van hun boekverkoop.

Besef. Amper 100.

Terwijl er 25.000 nieuwe titels per jaar worden uitgegeven in Nederland. 25.000 schrijvers! Dat betekent dus dat 1 op 250 ervan kan ervan leven.

Dit komt door het traditionele verdienmodel.

Als jij een boek koopt in een boekhandel van 20 euro. Hoeveel procent denk je dat er naar de schrijver gaat?

De helft? Een kwart?

En hoeveel gaat er dan naar de boekverkoper en hoeveel procent naar de uitgever?

Houd je vast.

De schrijver krijgt 10 procent. Dus 2 euro. De boekverkoper 40 procent. De uitgever 50 procent.

Weet je bij hoeveel exemplaren je een bestseller hebt in Nederland?

Niet schrikken.

3.000 exemplaren. Op 17 miljoen Nederlanders.

Dat is niet veel. Toch bereikt bijna geen enkel boek dat getal. Maar stel, dat het lukt. Je schrijft een bestseller.

Dan is de rekensom:

3.000 x 2 euro = 6.000 euro.

Het minimumloon in Nederland zit rond de 19.000 euro per jaar!

Ik wil niet heel vervelend tegen je doen als je een dichter bent of literaire ambities hebt, maar laat het idee los dat je een uitgever nodig hebt. Voor roem en financiële vrijheid moet je daar niet zijn. Dus de enige reden dat je het toch via die weg wilt proberen, is je ego. De erkenning dat iemand wat in je talent ziet. Dat je iets kan. Dat mensen voor je gaan werken. Dat je alleen af en toe zelf hoeft te bloeden op papier. De rest gebeurt vanzelf.

Fuck dat.

Talent doet er nauwelijks toe. Je hoeft geen erkenning van een uitgever die hun hele marketing inzetten op een vier of vijf sterren recensie van een krant. Een krant die bijna niemand meer leest. En in die krant staat een klein stukje, geschreven door een grijze muis die elk geschreven werk vergelijkt met Mulish, Reve en Tolstoj.

Het is een uitstervende markt, de boekenmarkt.

Maar daar laat je je toch niet door tegen houden?

Er is een blogpost uit 2008 die mijn denkbeeld volledig op zijn kop zette. Echt volledig. Het artikel wordt tot op de dag van vandaag regelmatig aangehaald door mensen. In podcasts. Artikelen. Youtube-filmpjes.

Misschien heb je er ook van gehoord.

Het artikel heet ‘1.000 true fans’ van David Kelly.

De tijd van traditionele grootmachten zoals platenmaatschappijen, musea, boekenuitgeverijen die via massa-verkoop de broek omhoog houden is voorbij.

Je hebt hun niet nodig. Je kan via het internet zelf je volgers vinden. Dat zijn er niet één miljoen. Je hebt er slechts 1.000 nodig om ervan te kunnen leven.

1.000 is nog steeds veel. Begrijp me niet verkeerd. Ik durfde zelf nauwelijks te dromen dat ik er 1.000 kon vinden die voor mijn boek wilden betalen. Maar 1.000 is meer haalbaar dan de traditionele route via een uitgever. Het geeft je ook nog eens alle artistieke vrijheid en alle ruimte tot een direct gesprek met je volgers.

Het artikel zegt: vind 1.000 true raving fans die zo enthousiast zijn over wat je maakt, dat ze gerust 100 dollar per jaar voor jouw kunstwerk willen betalen. Dan heb je een inkomen van 100.000 dollar per jaar. Daar kan je prima van leven. Let op: dit zijn Amerikaanse maatstaven.

Het gaat niet zo zeer om die 100.000 dollar. Met dit getal valt namelijk te spelen. Als ik een modaal inkomen wil hebben, dan heb ik 1.000 fans nodig die 30 euro per jaar aan me uitgeven. Of 300 fans die 100 euro per jaar betalen. Snap je?

Dit is het mooiste wat het internet ons heeft gebracht. Vind je niche, vind je publiek en je kan er van leven. Zonder langs die mastodonten te gaan. Start je eigen videokanaal, je eigen radioshow, je eigen modeshow, je eigen online fotomuseum. De techniek is betaalbaar. Het internet ligt aan je voeten.

Je begrijpt natuurlijk dat mijn ultieme doel is om 1.000 abonnees te vinden voor deze mailtjes. Als dat lukt heb ik mijn leven uitgespeeld. Dan ga ik rentenieren in mijn eigen tuin in mijn Intratuin-tuinstoel met mijn eigen psychokiller zonnebril op.

Nee hoor.

Ik heb dit artikel in 2010 gelezen en kreeg er zoveel inspiratie van. Ik heb er zo vaak over gedagdroomd. Het heeft me de afgelopen tien jaar op de been gehouden om hiermee door te gaan. Succes bestaat niet. Het is een hol subjectief begrip. Alleen je eigen maatstaven van succes tellen. Die van mij is elke keer een doel met het getal 1.000.

Toen ik aan het boek Vrouwen die Charlie haten begon, droomde ik van 1.000 verkochte exemplaren.

Nu droom ik van dagelijks mailtjes en spraakberichten maken voor 1.000 mensen. Misschien haal ik het nooit. Maar ik doe een poging.

En zo niet, dan heb ik het in ieder geval geprobeerd en me vermaakt.

Een sidenote die ik nog wil maken.

Uiteindelijk is niet per se het doel wat telt, maar de reis er naar toe. Dit klinkt heel boeddhistisch, maar zo heb ik psychokiller altijd ervaren. Alles is een training. Mezelf verbeteren. Continu. Proberen, leren, doorgaan. Daar later meer over.

De volgende psychokillergeschiedenismail gaat over hoe het me lukte om 10.000 Facebookvolgers te krijgen. Die ontvang je volgende week zaterdag.

Liefs,

Tomson

Built with ConvertKit

Tomson
Ik doe het altijd met condoom en gebruik nooit drugs