Hey jij,
Soms moet je jezelf verdoven. Om het leven dragelijk te houden. Wat kunnen we anders?
Een alcoholische drank. In elkaar bewegende lichamen op een scherm. De aandacht van een onbekende match in de buurt. Een appje naar die ene met de zin: ‘Kom je langs?’
In de roes vervaagt de pijn, gaan onze zorgen naar de achtergrond. Alsof alles om ons heen niet meer bestaat. Alleen dit tijdelijke gevoel van spanning en euforie. De drang naar ontspanning. Naar ontsnapping.
Maar op het moment dat het middeltje is uitgewerkt, lijkt de leegte en de zwaarte nog aanweziger te zijn. Soms aangevuld met walging en zelfhaat.
Tot het volgende moment, wanneer de zelfverdoving weer begint.
Wat geeft meer rust in ons hoofd? De gedachte dat je dit nodig hebt om het dragelijk te houden? Dat we allemaal zondaars zijn en we altijd nog vergeving kunnen vragen aan god? Dat we het gewoon niet delen met anderen, zodat niemand erover kan oordelen en als niemand het kan veroordelen, bestaat het ook niet?
Er zijn wel manieren om hier vanaf te komen, zoals je ook van liefdesverdriet kunt genezen.
Al je energie en tijd in iets anders steken. Niet een tijdelijke rebound. Een dalliance. Maar iets groters dan dat. Iets groters dan je eigen verlangens. Kunst maken.
Al die tijd die je tinderend, masturberend, zuipend, blowend, slikkend, snuivend, gamend en neukend hebt doorgebracht, had je ook in iets anders kunnen steken. Tijd om iets te creëren. Iets wat diep in jezelf verborgen zit en wacht om eruit te komen. Zoals een ontstoken wond pus uitscheidt. Om de pijn, het verlies of de prikkels van het leven te verwerken.
Het hoeft geen kunst te zijn. Je kan ook in die tijd gaan sporten, lid worden van een schaakclub, een avondopleiding volgen, vrijwilligerswerk doen of brieven schrijven naar verwaterde contacten uit je verleden.
Er zijn manieren.
Maar misschien is dit wel te simpel gedacht van mij. De rush van een gecreëerd kunstwerk voelt anders dan iemand in je bed gepraat hebben. De moeheid van sporten is anders dan de ontspanning van alcohol.
Ik ben zelf vooral bang dat mijn hersenen zich aanpassen aan mijn eigen verslavingen. Zoals mijn hoofd al volledig één is geworden met Instagram. Ik sluit de app af en open het binnen een halve seconde weer, zonder erbij na te denken.
Ik vind het een gruwelijk idee om afhankelijk te zijn van een thrill die me volledig over kan nemen. En tegelijkertijd wil ik dat die thrill me langzaam vermoordt.
Of zoals Charles Bukowski schreef:
My dear,
Find what you love and let it kill you. Let it drain from you your all. Let it cling onto your back and weigh you down into eventual nothingness. Let it kill you, and let it devour your remains.
For all things will kill you, both slowly and fastly, but it’s much better to be killed by a lover.
Falsely yours, Henry Charles Bukowski
Ik wil niet dat het me vermoordt. Ik wil boven die drang staan. Ik wil het pad van verlichting volgen. Weg uit dat donkere bos. Mijn tijd aan betere dingen besteden. Want het is geen liefde.
Het is een ontsnapping. Om het leed dragelijk te houden. Het is iets ontkennen of iets proberen te verstoppen.
Weet je wat het ding is met donkere gewoontes? Het kost zoveel tijd en het slurpt zoveel energie op. Het overheerst je dag. Je hoofd. Je gedrag.
Misschien morgen.
Dan stop ik ermee.
Morgen. Het beloofde land.
Een fata morgana in de woestijn.
Morgen.
Falsely yours,
Tomson