Hey jij, Rosalie had haar troost gevonden in spiritualiteit. Aangezwengeld door haar nieuwe klasgenoot en nu al beste vriendin Andrea. The law of attraction. Engelen die via getallen met je communiceren. Ze nam ritueel afscheid van de mensen uit het verleden die haar pijn hadden gedaan zoals Peter. Het heette Ho’oponopono. Een Hawaiiaanse manier om de ander te vergeven en zelf verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen deel. Toen ik naast haar kwam te zitten op een feestje in een woning in het buitengebied, werd ik opslag verliefd op haar. De meest onbereikbare vrouw ooit. Haar sexappeal was hypnotiserend. Haar spirituele praat was zo naïef dat het me opwond. En ze luisterde naar wat ik te zeggen had over mijn gevoelens en gedachten. Al was ik al veel te dronken. De enige manier voor mij om zo’n feest met al die gevoelige mensen door te komen. De alcohol verdoofde me, waardoor mijn brein zelf niet meer zo goed wist of het gevoel van een ander kwam of van mij. Geen gelabel meer met woorden in mijn hoofd. Geen gezoek naar verklaringen. Het was geen verlichting. Het maakte de wereld juist vager en vreemder. Maar het hielp in zekere zin, omdat ik er praatgraag van werd. Ik was nooit een prater geweest. Maar met alcohol wel en als ik praatte hoefde ik niet te voelen. De alcohol maakte me filosofisch. Het was alsof ik automatisch afstemde op de persoon tegenover me en precies zei wat die nodig had. Ik zeg niets voor niets alsof. Want alles liep door elkaar heen en de alcohol gaf me de zekerheid dat mijn gepraat iets voorstelde. Wat het waarschijnlijk niet deed. Dus ik praatte veel tegen haar en liet haar daarna kletsen tegen mij. Ze had het over de astrologie als gids van haar dagelijks leven en op de een of andere manier was ik het daar niet mee eens. Dat uitgerekend zij een gids nodig had. Zij! Dat was de wereld toch op zijn kop? ‘Dat is echt de wereld op zijn kop!’ schreeuwde ik. Ze lachte om me. Of ze lachte me uit. Ik wist het niet zo goed. Toen zei ik: ‘Waarom heb je de sterren als gids nodig om te vertellen hoe je je voelt?’ ‘Nou, niet per se gids,’ probeerde ze. ‘Het enige wat al die sterren doen, Rosalie is schijnen. Schijnen! Ze zijn het licht en de energiebron in een. Wellicht heb je gelijk. Ook al zit er leegte tussen mij en een ster in. Een grote leegte. Maar misschien heb je gelijk en straalt de energie van dat sterretje precies op mijn hartje in de taal van de mens en geeft het me gezondheid, succes en liefde.’ Ik begon heftige gebaren bij te maken. ‘Maar wat jij moet beseffen, Rosalie is dit. Je bent zelf namelijk het licht en de bron in één. Je hebt de sterren aan de hemel niet nodig. Jij bent de ster en al die mensen om je heen zijn manen en planeten. Ze weerkaatsen jouw licht of slurpen het volledig op zoals de kleur zwart al het licht absorbeert. Je bent zelf de bron van dit alles. Niet het sterretje daarboven aan de hemel beïnvloedt het heden en de toekomst. Maar jijzelf beïnvloedt ieders heden en toekomst. Als je er maar in gelooft. Jij bent de bron!’ ‘Denk je dat?’ vroeg ze licht geëmotioneerd. Of het waren tranen van de lach, omdat ik me zo belachelijk zat te maken. Ik ging met mijn vinger op haar schouder prikken. Bij elke nieuwe zin die ik begon: ‘En als je voelt dat jij de bron bent, ga je zien wat jouw effect is op anderen. Hoe je ze verlicht, hoe je ze blij maakt, troost en liefhebt. Maar als je er niet in gelooft, dan ben je net zo’n verdwaalde planeet als al die andere mensen om ons heen.’ Ik probeerde met mijn hoofd een ronddraaiende tornado na te doen en ik zei: ‘Dolend door het leven, opzoek naar een doel of persoon die hun verlost van dat gekke gevoel dat er iets niet klopt.’ Ik nam een adempauze en een slok van mijn bier en ging op iets rustige toon verder. ‘Weet je hoe ze die vroeger noemden? Zo’n dolende ster?’ Ze knikte nee. ‘Een dwaalster. De bewegende stipjes aan de hemel die niet op hun plek bleven ten opzichte van de andere sterren. De dwaalster. Op zoek naar een andere dwaalster om omheen te draaien? Denkend dat ze iets missen? Maar dat is het punt.’ Ik stond op en spreidde mijn armen. ‘Er mist niets in je leven, Rosalie! Want je hebt het al bij je. Het zit in jezelf. Maar – je – bent – te – naïef om dat in te zien.’ Ik knielde voor haar neer bij haar stoel en legde mijn handen op elkaar. ‘Jij bent de bron. De geest. De kracht. Net zoals ik de bron ben. We hoeven het niet buiten onszelf te zoeken. Juist niet. Het zit in ons. In ons! Net zoals DNA in ons zit om onze genen door te geven. Zo zit al die levensenergie ook in jou. Mij. Ons! Ons!’ Ik rolde op mijn rug als een enthousiast hondje en keek haar diep in de ogen aan. Ik had haar volledige aandacht. Ik fluisterde: ‘We zijn hier gekomen om die bron ten volle te benutten. Om anderen te verlichten. Je weet net zoals ik dat wij meer zijn dan anderen. Veel meer. Wij zijn meer dan iedereen bij elkaar.’ Ik stond op, merkte dat ik duizelig werd en ging weer naast haar zitten en legde een hand op haar knie. ‘Maar je bent te naïef om in te zien wat je zelf al in je hebt en wat je daarmee kan doen en dat doet me veel pijn. Heel veel pijn.’ Toen zoende ze me. Iedereen zag het. Niemand kon het geloven. Dat IK de meest onbereikbare babe van het universum aan mijn lippen kreeg door me zo belachelijk te maken. Maar het gebeurde. Want ze had elk woord dat ik zei gehoord. Zij hoorde me. De eerste vrouw die echt naar me luisterde in plaats van gehoord wilde worden door me. Daarna moest ze heel hard huilen en liep ze van me weg de tuin in. Ik stond op met mijn dronken kop en liep achter haar aan langs al die andere mensen. Ik vond haar terug bij een schuurtje. Daar, tegen de muur aan, knuffelden we heel lang. Ik gaf haar die avond iets dat geen enkele man haar kon geven. Het idee dat iemand haar echt zag. En zij gaf me iets waar ik zo lang naar op zoek was: Dat ze echt luisterde. En niet alleen dat. Ik had daar op dat feest, ondanks de alcohol, voor het eerst het idee dat mijn antennes voor anderen werden uitgeschakeld en ik alleen maar haar voelde. Haar aanwezigheid. Haar gemoedstoestand. Haar gevoelens. Via haar hief ik de rest op. Voor je denkt dat we soulmates waren. Dat waren we niet. Ik wist niet hoe wel een soulmate moest aanvoelen, maar ze was het niet. Ze was er te naïef voor. Te oppervlakkig. Te verdwaald. Maar toch werd ik verliefd op haar en raakte ik verslaafd aan de verdoving die ze mijn lijf en geest gaf. Wellicht aangemoedigd door al die verliefdheidshormonen. Ik wilde meer van haar. Veel meer. Misschien was ik net zo hebberig als al die anderen ogen die haar zagen en dachten iets van haar te moeten. Rosalie woonde aan de rand van het dorp in een van de Two Towers. Met het vrijgekomen verzekeringsgeld van de dood van haar ma, had ze daar een flatje van de woningbouw overgenomen. Andrea trok al snel bij haar in. Tot ergernis van de ma van Andrea. Het duurde even voor ze weer tijd wilde vrijmaken om mij te zien. Het werd een zaterdagmiddag toen Andrea bij haar vriendje was en zij haar eerste weekend vrij had sinds ze ontslag had genomen van het warenhuis. Ik was toen blijkbaar te dom om te vragen hoe ze nou haar geld verdiende. Te dom. Waarschijnlijk te veel bezig met dat waar ik op hoopte: seks. Wat die zaterdagmiddag gebeurde… Ik had er veel van voorgesteld, maar het werd een teleurstellende middag en avond. We waren sowieso te dronken voor we eindelijk begonnen aan het uittrekken van elkaars kleren. In haar bed veranderde de lust al snel in iets wilds. Vooral van haar kant. Ik moest haar keel dichtknijpen. Haar polsen strak tegen het bed aanduwen. Op haar billen slaan. Haar in het gezicht meppen. Mijn lul zo ver mogelijk in haar keel parkeren. Ik deed een poging, maar ik kwam al snel tot de conclusie dat ik dit helemaal niet kon. Ik deed wel een poging, maar het leek meer alsof ik een pornoacteur speelde en er tien mensen van de crew om heen stonden. Dit kon ik niet. Dus het veranderde de sfeer aanzienlijk. Ze voelde zich beschaamd en verward en afgewezen door me. Ik snapte wel wat ze wilde. Ze wilde zich via seks met mij verdoven. Zichzelf vergeten. Onderwerpen. Alles loslaten wat in haar zat. Maar het voelde voor mij meer aan alsof ik haar moest helpen verdrinken in het water. Ik kon haar niet laten verdrinken. Het was niet alsof ze seks met mij had, maar vooral aan het ontsnappen was via mij. Wat ik dus ook met haar deed… We waren twee gebroken zielen. Lost in translation. Uiteindelijk duwde ze me uit haar en begon zichzelf klaar te vingeren met de ogen dicht. Daar werd ik dan weer opgewonden van, dat ik ook mezelf klaar ging trekken, kijkend naar haar gezichtsuitdrukkingen. Ik kwam eerder dan zij. Toen zij was gekomen, keek ze me niet eens aan. Ze stapte uit bed, liep de slaapkamer uit en daarna hoorde ik de douche aangaan. Ik staarde dronken en verward naar het plafond terwijl het zaad op mijn buik aan het drogen was. Vervolgens stapte ik ook uit bed en ging haar badkamer in en duwde het douchegordijn opzij en pakte haar onder de douchestraal vast. Daar hebben we heel lang knuffelend gestaan. Daarna ging ik naar huis en hadden we dagen geen contact. Toen ik haar appte met wat lieve woorden, reageerde ze vrij zakelijk. Wel lief, maar ook formeel. Na een paar dagen halve gesprekken te voeren via de app zei ze: Het is beter dat we beiden zonder elkaar verder gaan. Ik vroeg: Heb ik je pijn gedaan? Maar ze ontkende. Ze was druk. Afgeleid. Verdrietig om haar moeder. Druk met een nieuwe baan. Rosalie wist niet wat het precies tussen ons was, maar het kwam te vroeg en het maakte haar verward. Ik liet haar onzeker voelen, maar toen ik vroeg wat ik dan verkeerd deed, blokkeerde ze me. Daarna kwam ze weer online en stuurde: je bent wel lief. Dankjewel dat je er voor me was. X-je. Daarna verdween haar profielfoto en was ze voorgoed weg. Volgende week donderdag het vervolg op De voeler. Lees de vorige delen terug op darkomailarchief.nl. |