Lieve vreemdeling, Ik vond de overgang van de middelbare school naar het hbo best heftig. Niet alleen het dagelijkse gereis met de trein samen met werkend Nederland. Maar ook dat studiegenoten gewoon met de auto aankwamen en lange baarden hadden. Terwijl ik nog een rijbewijs moest halen en een keer in de twee weken wat stoppels weg kon halen op mijn gezicht. De eerste dagen voelde ik me sowieso opgelaten. Vrolijk, maar ook gespannen. Wat wordt er van mij verwacht? Hoe moet ik mezelf presenteren? Vind ik mijn draai? Is het leuk? Vinden ze mij leuk? Ik kreeg het voor elkaar om in een van die eerste dagen naast de meest simpele ziel ooit te gaan zitten. Robert had jarenlang met zijn ouders in Amerika gewoond en was net weer terug in Nederland. We moesten met de persoon naast ons een introductiespel doen. Hij koos al snel de dame aan zijn rechterzijde in plaats van mij. Uiteraard. Het spel was iets van dat je naar elkaar moest kijken en opschrijven wat opviel. Of zoiets. Ik weet het niet zo goed. Maar hij zei al gauw tegen die meid dat ze mooie ogen had. Ugh. Een paar uur later fluisterde hij in mijn oor de naam van Maaike. Ze zat schuin tegenover ons en had een blauw truitje aan waar haar tepels doorheen drukten. ‘Die heeft flinke knoppen.’ We kenden elkaar nauwelijks en dan al gelijk dit oppervlakkige geneuzel. Dit is toch het hbo? Niet de tweede klas van de middelbare? Hij zei het niet alleen tegen mij. In de pauze moest het nog een keer gedeeld worden met de andere mannen. In de middag zwierven we voor een opdracht door Zwolle. We praatten gezellig over ons verleden en onze ambities. Ik dacht hier mijn eerste studievriend gevonden te hebben. Nou, niet bff of zo. Maar gewoon iemand die je kent, die normaal overkomt en als ik dan de volgende dag op school zou aankomen, kon ik bij hem staan in plaats van alleen in de hoek. Snap je? Het opmerkelijke is dat zo’n hbo-opleiding uit veel groepsopdrachten bestaat. Een week later moesten we in de klas groepjes vormen voor een opdracht. Ik zat bij Robert in de groep met nog wat mannen. Hij heeft me dus een uur lang voor paal gezet. Ik kan me de grapjes niet herinneren. Dus zo vernederend was het ook weer niet. Maar het was wel heel ongemakkelijk. Vooral omdat je elkaar nauwelijks kent. Waarom zou je zo mij voor paal zetten? Ik merkte ook gelijk bij mezelf dat ik volwassener was. Op de middelbare school zou ik het heel erg gevonden hebben. Nu dacht ik: ‘Wat treurig dit’ en sindsdien heb ik hem ontlopen. En hij ontliep ons al snel allemaal wegens gebrek aan motivatie. Behalve dan dat hij eerst minimaal twee meiden uit de klas het bed in lulde. Ik gaf een jaar later een feestje in mijn riante studentenwoning in Deventer. Ik nodigde mijn gehele klas uit en wat vrienden van de middelbare. Enkele studiegenoten gingen nog met Robert om en hebben gevraagd of hij ook mocht komen. Ik zei dus ja… Bijna iedereen bleef slapen en hij moest als een van de eersten ’s ochtends weg. Maar niet voordat hij met iemand anders alle spullen in mijn huis op de kop heeft gezet. Letterlijk. Alles. Tv. Stereo. Bank. Tafels. Stoelen. Borden. Ik vond het toen niet grappig. Ik vind het nu nog steeds niet grappig. Waar is je respect heen? Als iemand gastvrij zijn woning en drank ter beschikking stelt voor wat gezelligheid. Ik kwam hem twee jaar later in Zwolle nog eens tegen op een feestje. Hij was er met zijn verloofde en hij bood toen soort van zijn excuses aan. Waarna ik zei: ‘Ah, maak je er niet druk om.’ Terwijl ik me er wel heel druk om had gemaakt en juist nu een punt had moeten maken. Maar goed. Ik bewaar liever de vrede of zo. Dat eerste hbo-jaar was sowieso vreemd. Omdat veel mensen er met de pet naar gooiden. Blowen. Zuipen. Verslapen. Iedereen was druk, maar niet met de studie. Het was eigenlijk precies hetzelfde gedrag als op de middelbare school. Maar dan in een groter gebouw, anoniemer en uit het zicht van ouders en leerkrachten. Want nu was iedereen volwassen. Denk ik. Ik haalde met niet heel veel moeite mijn propedeuse in een keer. De feedback die ik terugkreeg van mijn studiebegeleiders was bijna hetzelfde als op de middelbare school. Ik kan meer dan ik laat zien. Tja. Maar voor wie moet ik het laten zien? Ik ben altijd serieus met school en studie bezig geweest. Maar nooit serieus genoeg. Begrijp je? Soms denk ik wel eens: ‘Als ik het allemaal iets serieuzer had aangepakt, was mijn leven nu dan anders geweest?’ Ik kan het me eerlijk gezegd niet voorstellen. Ik las toen al veel boeken. Ik lees nu nog steeds veel. Ik heb geen opleiding of leraar nodig om zelf kennis te vergaren over de onderwerpen die me interesseren. Ik ben in dat opzicht autonoom en dwars. In het een na laatste jaar volgde ik een minor documentaires. We keken documentaires. Discussieerden over documentaires. En we moesten er zelf een maken. Hartstikke interessant. Met een goede vriend en studiegenoot maakten we een docu over de Polen bij Driel bij de Slag om Arnhem. Ik kan je vertellen: die docu zag er best goed uit. Dat vond de docent ook, tot zijn eigen verrassing. Want hij was teleurgesteld dat we hem niet vaker hadden opgezocht. Ook bleek dat we elke keer zijn goedkeuring moesten vragen voor het script, filmplan en budget. Dat hadden we dus elke keer niet gedaan en dat rekende hij ons zwaar aan. Tja. Daar zaten we dan aan tafel, met onze rechterhand al krabbend aan ons achterhoofd. Daarom beloonde hij ons met het cijfer zes. Voor de moeite. Bedankt pik 👍🏻. Mijn gymdocent en tekenleraar in de brugklas waren niet zo barmhartig. Die gaven me regelmatig het cijfer vijf, voor de moeite. De gymdocent omdat ik niet fatsoenlijk de handstand kon doen en niet fatsoenlijk aan de ringen kon hangen. De tekenleraar omdat ‘ie mijn tekenwerk afschuwelijk vond. Ik haalde mijn cijfers op met ‘inzet’. Hahahahahahahaha. Het ironische is dat deze man de docu wel fatsoenlijk vond, maar dan weer niet te spreken was over de inzet. Ach. In zekere zin ben ik al mijn hele leven onbegrepen. Ik was gewoon te schijterig voor die handstand. Die keren dat het me lukte om mijn benen de lucht in te krijgen, viel ik of opzij of ik ging door mijn polsen heen. Er zal vast wel een seksstandje bestaan dat je via de handstand uitvoert. Maar verder zag ik er ook niet echt de toegevoegde waarde van in. Hoe kan je mensen nou beoordelen op gymnastiek? Of je bent atletisch of lenig. Of je bent een lompe Harry zoals ik. Daar kan toch niemand wat aan doen? Ik heb daar dus nachtenlang van wakker gelegen in mijn bed. Ik vond mijn cijfers voor tekenen en gym heel oneerlijk en ik wilde een pamflet schrijven dat pleitte voor de afschaffing van cijfers. Tekenen is toch kunst? Dat is toch geen wedstrijd? Dat ga je toch niet beoordelen met een cijfer? Maar de volgende dag was ik te moe om wat met dit idee te doen. En wat betreft die documentaires. We hadden vooral geen zin in zijn feedback. Zo’n leraar die je feedback geeft en je dan gaat beoordelen of je wat met zijn feedback hebt gedaan. Hallo. Een documentaire is ook kunst! Daar heb ik toch niet de mening van die vent bij nodig? Dus. Dwars. Er bleven niet veel mensen over die naar het tweede jaar gingen. Nog minder naar het derde jaar. In het vierde jaar liepen we stage. Ik heb zes maanden lang bij het grootste tijdschrift van Nederland gezeten. BN’ers en bekende Amerikanen interviewen. Wat een poppenkast is dat. Daar was ik dus iets te nuchter voor. Er was zo’n cabaretduo. Ik interviewde een van die twee. Ik schreef mijn stukje en stuurde het naar hem op. Toen belde hij me boos op dat hij het een kutstuk vond. En niet alleen kut. Hij was bedonderd door me. Want ik had ook zijn cabaretmaat moeten interviewen. Dat was een afspraak die hij met hem had gemaakt. Want hij was inmiddels bekend geworden door een improvisatieprogramma op tv en blijkbaar vond zijn vriend dat wat minder. Dat had ik dus helemaal niet afgesproken. Maar goed. Hij herschreef het hele interview alsof die andere gast ook bij het interview zat. En hij paste al zijn eigen antwoorden aan. Wat een treurigheid. Het erge is: ik heb op ‘alle wijzigingen accepteren’ geklikt en het zo in het tijdschrift laten komen. Wat moest ik dan? Als onzeker, te nuchter gastje met hem ruziemaken? Ik was de stagiair met nul back-up van mijn stagebegeleider daar. Anderhalve maand later maakte het cabaretduo bekend dat ze uit elkaar gingen. Hahahaha. Ik had dus totaal geen klik met de stagebegeleider. Licht traumatisch wel hoe die met me omging. Vlak voor het eindgesprek met school zei hij dat hij me een zesje zou geven, voor de moeite. Toen mijn leraar erbij zat, gaf die me opeens een 5. Bedankt 👍🏼. Erg vernederend. Toen het gesprek was afgelopen, haalde mijn leraar zijn broodtrommel (met elastiek) tevoorschijn. Die ging die stagebegeleider vervolgens belachelijk maken. Dat hij nog een broodtrommel had. Met elastiek! De leraar en ik maar meelachen uit ongemakkelijkheid. Terwijl het niet grappig was. Het scheelde wel dat de leraar me nu nog beter snapte en me een 7 gaf voor de stage in plaats van die 5. Een halfjaar later was ik afgestudeerd en kwam ik tot een schokkende conclusie. Ik begon het te snappen. Wat al die leraren en stagebegeleiders mij probeerden duidelijk te maken. Als je iets goed kan, kom je zonder inzet niet ver. Als je iets niet goed kan, kom je met een goede inzet ook niet ver. Dat is het leven. Meedoen is belangrijker dan winnen? Dat telt niet meer. Meedoen én proberen te winnen. Dat is wat de wereld van ons verwacht. Dat hele idee van mij om journalist te worden ging ‘m niet worden. Ik had er vaak de inzet niet voor en soms twijfelde ik ook aan mijn capaciteiten als schrijver. Gedesillusioneerd liep ik een paar maand na het behalen van mijn diploma, naar een uitzendbureau. Op zoek naar de eerste de beste fulltime baan om de huur te kunnen betalen en in godsnaam erachter te komen wat ik wel met mijn leven wil. Liefs, Tomson Mijn worsteling verschijnt elke maandag. Lees de vorige delen terug via darkomailarchief.nl. |