Lieve vreemdeling, #064 Hier gaan we weer… Als jij nou dit. Dan deed ik dat. Als jij nou zo deed, dan had ik niet dat… Hier gaan we weer. Jij doet altijd… En jij doet nooit… Om toe te werken naar de climax waar ik of jij uiteindelijk zegt: Nou, dan vertrek ik toch als je dat zo graag wil? En de ander dan zegt: doei. Maar als de jas wordt gepakt. Of een tas. Dan volgt het spel van: wat ben je toch een aansteller. Is dit jouw manier van manipuleren? Alsof je niet over vier minuten weer terugkomt met een sorry. Dan doen we de dans weer over. Altijd. Nooit. Maar ik bedoelde dit. Waarom zei je dat dan niet? Ja, anders vertel je me even hoe ik me wel moet uitdrukken? Rot dan gewoon op. Ja is goed. Doei. Doei. Al die verwarring. Al die verwijten. Al die moeite om elkaar beter te begrijpen. Of bedoelen we diep vanbinnen: begrijp mij dan! Dan de uitgestoken armen. De ander die weigert. Om er dan toch aan toe te geven. Sorry. Sorry. Ik houd van je. Ik ook van jou. Ik bedoelde het niet zo. Ik ook niet. Vrede? Vrede. Kus? Kus. #065 Ik zie je vanzelf wel in de goot liggen, mijn vriend… Je bent de laatste die weggaat. De eerste die een lijntje op tafel legt. Degene die oppert: ik betaal het eerste rondje. Aan je zorgzaamheid ligt het niet. Maar jij mist iets wat wij wel hebben: zelfbeheersing. Ah joh, zeg je zo vaak. Leef de droom. In de nacht. Onder invloed. Dan heeft alles meer zin. En wij doen mee. Op de momenten dat je zegt: nu even niet, doen wij het toch, waardoor je er uiteindelijk ook aan toegeeft. Ondanks je grote woorden eerder die avond. Vervolgens lachen we je uit en je lacht hard mee. Soms lijkt het net alsof wij je aanmoedigen, terwijl iedereen zegt dat jij onze grootste sponsor bent van het hedonistische leven. Met een verschil: maandag staan wij weer om zeven uur op voor het leven. Jij gaat dan waarschijnlijk pas naar bed. Ik weet waarom ik gebruik: voor het plezier. Ik weet waarom jij het doet: als pijnstiller. Ik zou als vriend een gesprek met je moeten aangaan. Moeten vragen: wil je hiermee doorgaan? Je een specialist aanraden. Moeten checken: doe je het ook zonder ons? Maar ik denk niet dat wij zo’n band hebben. Ik denk niet dat je zo’n gesprek zomaar accepteert. Ik sus mezelf in slaap met de gedachte: mensen moeten zelf veranderen. Zelf die eerste stap zetten. Niet mijn verantwoordelijk. Niet mijn taak. Dus… Ik zie je vanzelf wel in de goot liggen, mijn vriend… #066 Ik mis een filter in mijn hoofd. Laat me. Door mijn abnormaliteit ben ik de bevestiging van het normaal. Ik zie mensen wel kijken. Ik hoor ze wel achter mijn rug om fluisteren. Ik weet dat ik anders functioneer. Ik mis iets genaamd een filter der beschaving. Sommigen lachen hard om me. Een iemand vond me een verademing in deze serieuze maatschappij. Maar de meesten lachen naar me met ontblote tanden, maar keuren me af met hun blik in de ogen. Ik zie ze oogcontact zoeken met anderen. Ik zie hoe ze zonder woorden met anderen mij veroordelen. Maar ze vergeten dat wat zij ‘normaal’ vinden, pas kan bestaan als ik besta. Het is slechts een onuitgesproken afspraak van een grote groep mensen. Een gevoel van: zo horen we te denken, zo horen we ons te gedragen. Ik heb geen filter in mijn hoofd, dus geen idee wat dat precies is. Ik doe ook maar gewoon wat de impulsen me zeggen te doen. In mijn hoofd ben ik normaal en ben jij abnormaal. Wat weer aangeeft dat de een niet zonder de ander kan. Abnormalen zijn genieën of gekken. De een wordt bewierookt. De ander opgesloten. In mijn hoofd is iedereen zichzelf. Of om in jouw taal te spreken: is iedereen de gek. Wat dus iedereen normaal maakt? Maar ja, als iedereen normaal is, dan klopt dat woord niet meer. Want dan kan je het niet meer zien. Niet meer onderscheiden. Niemand vraagt zich af waarom er daken op onze huizen liggen. Wat de kleur groen in de natuur doet. En waarom er stront uit mijn kont komt. Ik ben de bevestiging van jouw normaliteit. Met het enige verschil dat jij je superieur voelt of me als bedreiging ziet. Je doet maar. Ik heb geen filter die me beperkt en dat is mijn grootste talent. |