De ander gebruiken voor je eigen plezier en genot.
Psychisch mishandelen.
De boel bedonderen, bedriegen en uitbuiten.
Waar alles draait om eigenliefde en de andere persoon wordt gebruikt als middel voor je eigen wensen.
Volgens filosoof Kant is dit het menselijk kwaad.
Dus wat is dan een goed mens?
Dat is iemand die iets doet voor de ander, zonder iets terug te verwachten.
Kant is echt een moralist.
De moraal houdt ons bij zinnen.
Houdt ons weg van het kwade.
Van onze natuurlijke driften.
‘Je bent niet rijk door wat je bezit, maar eerder door wat je met waardigheid zonder bezit kunt doen.’
Maar waarom zou je je laten inperken door de moraal?
We zijn hier op aarde gekomen.
Omgeven door verderf en nutteloosheid.
Al onze donkere driften moeten we beheersen, om goed te zijn.
Waarom martelen we onszelf zo?
Wat een onzin.
Geniet.
Mateloos.
Dit was de boodschap van Marquis de Sade in de 18de en 19de eeuw.
Deze Fransman was zelf niet vies van orgieën.
Niet alleen dat.
Hij pakte er graag een zweep bij om prostituees even te laten zien wie de echte baas was in bed.
Niet alleen dat.
Christelijke kruizen moesten in vrouwelijke gaten gestoken worden en de liefde werd bedreven op begraafplaatsen en kerken.
Nu weet je dus ook waar het woord ‘sadisme’ vandaan komt.
Van deze man.
Hij is meerdere malen veroordeeld in zijn leven voor deze vergrijpen.
In gevangenschap schreef hij zijn bekendste werken.
Boeken waarin vooral mateloos veel geneukt werd.
Orgieën.
Moord.
Het enige wat in zijn werk telt, is je eigen genot.
Doe wat de natuur van je verlangt.
Je hoeft met niemand rekening te houden.
De ander bestaat alleen om jou te bevredigen.
Niet andersom.
Er is wel één regel.
Iedereen mag dader zijn, als je ook bereid bent om zelf het slachtoffer te worden van andermans lusten.
Zelfs de moord is toegestaan.
Want waarom mag een leeuw wel een antilope of een eigen welp doden?
Dat is toch ook natuur?
Natuur is vernietiging.
Dus mens, vernietig.
Je moet zijn meningen wel met een korreltje zout nemen.
Hij was uiteraard een provocateur.
En genoot van het idee dat andere mensen opgewonden raakten van zijn geschreven teksten.
Als je argumenten kan verzinnen om niet te doden, kan je net zoveel argumenten verzinnen om wél te doden.
Dat was zijn provocerende uitgangspunt.
Moraal is een spel met woorden.
Laat je niet beperken door andermans oordeel.
Hij stierf in het gesticht in 1814.
Goed.
Ik heb fragmenten gelezen van zijn bekendste werk: 120 dagen van Sodom.
Dat zijn 400 pagina’s over lijken neuken, zwangere vrouwen mishandelen, anussen likken en lichamen verminken.
Er zit geen plot in.
Geen moraal.
Alleen maar lust.
Het is een vreemde leeservaring.
Wil je een fragmentje lezen?
Je wil een fragmentje lezen.
Dat weet ik.
Schaam je niet.
Het boek begint met vrij onschuldige scenes.
Zoals:
‘Durcet, die zag dat een van de mannen naast hem een erectie had, knoopte, hoewel hij dus aan tafel zat, zijn broek open en bood zijn achterste aan. De buurman stak zijn werktuig erin, en toen de zaak achter de rug was, dronk men weer een glas alsof er niets gebeurd was.’
Maar hoe verder je in het boek komt, hoe gruwelijker het wordt.
Hier komt nog een fragment:
‘U hebt een stijve, Durcet,’ zei de hertog, ‘en ik ken u, als u vieze praatjes gaat verkopen komt dat omdat uw klootjes aan de kook raken. Vooruit, ik ben weliswaar niet de oudste van alle invaliden, maar om aan uw mateloosheid tegemoet te komen, bied ik u aan wat ik in mijn darmen heb, en ik vermoed dat het een flinke hap zal zijn.’
‘Ha, verdomme,’ zei Durcet, ‘dat is getroffen, mijn beste hertog!’
De hertog gaat naar hem toe, Durcet knielt neer tussen zijn billen, die hem zo veel genot gaan bezorgen. De hertog perst, de belastingpachter slokt op, en de libertijn, die door deze smeerlapperij in extase geraakt loost zijn zaad, zwerend dat hij nog nooit zo’n genot heeft gesmaakt.
‘Duclos,’ zei de hertog, ‘kom bij mij doen wat ik bij Durcet heb gedaan.’
‘Monseigneur,’ antwoordde de vertelster, ‘u weet dat ik het vanmorgen al gedaan heb, u hebt het zelf opgegeten.’
‘Ach ja, dat is waar ook,’ zei de hertog. ‘Nou, Martaine, kom jij dan hier, dan doe ik een beroep op jou, ik wil geen jongelui vandaag, ik voel dat ik mijn zaad kwijt moet, maar het zal niet gemakkelijk gaan, en daarom wil ik iets bijzonders.’
Maar Martaine verkeerde in hetzelfde geval als Duclos, Curval had haar die morgen al laten schijten. ‘Wel alle donders,’ riep de hertog, ‘krijg ik dan geen enkele drol vanavond?’
Een sadistische dag toegewenst.
Liefs,
Tomson