Lieve vreemdeling,
Het liefst ben ik onzichtbaar.
Niet om stiekem naar andere mensen te kijken. Dan start ik wel een anoniem account en ga ik mensen daarmee volgen.
Nee. Gewoon. Onzichtbaar.
Niet na hoeven denken over mijn haren, mijn baard, mijn kleren, de korrels slaap onder mijn ogen.
Ik vind dat lijf gedoe.
Ik kan er ook weinig mee.
Als ik iets te snel wandel, heb ik de volgende dag al pijn.
Dit lijf kan niks hebben.
nIkS.
Oud en ongelukkig worden
Ik vrees voor mijn 65ste verjaardag. Dat is de leeftijd waarop de aftakeling begint.
Leuk feitje: Ondanks dat we de afgelopen 200 jaar ouder worden, start de aftakeling van het lijf nog steeds op hetzelfde moment. Die is niet omhoog gegaan.
Ik vrees een heel pijnlijke weg naar mijn grafkist toe.
Ik word waarschijnlijk 100 jaar op vijftig pillen per dag om elke ontsteking, alle slijtage en andere pijn dragelijk te houden.
Ik gun het de medicijnindustrie. Moge die rijk en gelukkig worden van mijn fysieke beperkingen.
De medicijnindustrie heeft een slechte naam. We praten graag in termen als ‘een complot’ en ‘Ze houden ons ziek’ en ‘Ze worden rijk over onze ruggen’.
Maar dat is niet eerlijk.
Want zij weten iets wat wij onvoldoende beseffen: dat we graag betalen voor de kortste route naar een pijnvrij bestaan.
- Je kan mediteren en zo je ademhaling onder controle krijgen. Of je gaat naar de huisarts en fixt een paar benzeenpillen.
- Je kan minder vet en zout eten. Zeg maar elke dag. Of je fixt cholesterolverlagers bij de huisarts.
We houden niet van moeite. We houden van de makkelijke weg.
Dus neem het die medicijnindustrie niet kwalijk dat die een probleem oplost met een pil.
Een samenleving die bezuinigt op gymlessen, maar wel elk jaar meer en meer geld in de gezondheidszorg pompt.
Dat is ironisch toch?
Dat is ironisch.
Doe vooral geen moeite
Ik verbaas mezelf het meest over mezelf. Hoeveel moeite ik erin kan stoppen om IETS niet te doen.
Zoete gedachten fluisteren waarom morgen toch een beter moment is om het gras te maaien.
Mezelf wijsmaken dat een robotgrasmaaier misschien wel de oplossing is. En dan googlen naar de prijzen en de ervaringen van anderen en erachter komen dat je nog steeds zelf aan de slag moet.
De kantjes knippen. De robot opladen.
Maar niet alleen dat.
Dat besef dat je je eigen lijf niet in beweging wil brengen om één kwartiertje in de maand even dat gras kort te wieken.
Terwijl ik me, als ik het uitgevoerd heb, echt DE MAN voel.
Zo van: kijk dat gazon er toch lekker groen bij liggen en dat heb IK gedaan.
Ik voel zo’n dopaminerush die mijn telefoon me nog nooit heeft gegeven na uren doomscrollen.
Kortom: WAT BEN IK TOCH GEWELDIG
Gedachten doemen graag op als ik eindelijk in bed lig
Gedachten zijn ook vermoeiend. Vooral ’s avonds laat. Dan gaan ze heel gemene dingen fluisteren.
Dat ik niets kan.
Dat ik nooit meer iets ga presteren.
Dat mijn beste schrijfwerk al jaren achter me ligt.
Dat ik gedoemd ben om te sterven in vergetelheid.
Dat de enige reden om te slagen in het leven pornoverhalen schrijven is.
De horror. De horror.
Zulke gedachten slaan me altijd naar beneden.
Waarom doen gedachten ons dat aan?
Slapen is belangrijk.
Net zoals wandelen.
Dan oefen je druk uit op dat gebied genaamd de amygdala.
Het centrum van negatieve gedachten.
Wat zou er gebeuren als ik geen amygdala heb?
- Zou ik dan continu oversteken, ongeacht welke kleur het stoplicht geeft?
- Zou ik drinken uit de vijver, zoals honden dat doen?
- Zou ik in lantaarnpalen klimmen om het licht te omarmen?
Volgens Sinek, die man van Start with why, heeft iedereen angst.
Alleen de ‘winnaars’ noemen het geen angst, maar opwinding.
Zeg maar dat gevoel als je over vijf minuten moet spreken voor duizend mensen.
Die klamme handjes. Dat gevoel in de buik.
Dat is positieve opwinding. Je hebt er zin in. Je vindt het belangrijk.
Dat is geen angst.
Maar optimisme!!!
Sjonge.
Heb ik mijn meer dan honderd paniekaanvallen al mijn hele leven verkeerd begrepen.
Het was gewoon positieve opwinding.
Ik had juist heel erg veel zin in reizen met de trein. Door een supermarkt lopen. In een restaurant eten met tientallen mensen die ik nauwelijks ken.
Allemaal OPWINDING.
🤡🤡🤡🤡🤡
Ik weet het niet.
Ik weet wel dat hoe je iets interpreteert, iets zegt over hoe je het beleeft.
Maar toch.
Wie vindt dat gevoel van plankenkoorts nou echt fijn?
Het hele idee van je lijf is toch aangeven dat het niet oké is wat je gaat doen?
De misselijkheid.
Kortademigheid.
Gedachten dat je je tekst niet meer weet. Je gaat stotteren. Braken.
Waarom zou je jezelf zo voor de leeuwen gooien?
Steek je kop in het zand. Bid dat het over gaat.
Tegelijkertijd.
Dat gevoel als je klaar bent met een presentatie.
Die rush aan geluksstofjes!
Je voelt je werelds beste.
Vuistslagen in de lucht.
Zeg ‘Oehaaaa!’
Ik weet het niet.
Ik denk toch dat ik liever onzichtbaar ben.
Gewoon praten met de lampen uit.
Tot het weer licht wordt.
Alleen onze stemmen.
Alleen onze ware gedachten.
Gum dat lijf maar weg.
Lijf is ballast.
Lijf is een en al angst.
Ik wil me onzichtbaar voortbewegen.
Als dat kon.
Als een geest.
Liefs,
Tomson