Schrijfopdracht #001: 20-minuten verhaal

Thema: Een recent beluisterde songtitel
Aantal woorden: 500
Deadline: dinsdag 12 juli 23:59 uur

We gaan een ’20 minuten’-verhaal schrijven van 500 woorden. Je laat je inspireren door een songtitel. De oefening is om onder tijdsdruk een verhaaltje met begin en (hopelijk) eind te maken. Geen plek voor perfectionisme en zelfhaat.

Dit is de instructie

  1. Ga naar Spotify. Scroll door de lijst van nummers die je de afgelopen weken leuk hebt gevonden. 
  2. Kies een aansprekende songtitel die je fantasie meteen prikkelt.
  3. Zoek niet te lang. Kies.
  4. Zet dit nummer op repeat aan. 
  5. Zet je klokje op 20 minuten.
  6. Schrijf een verhaaltje in 20 minuten van 500 woorden.
  7. Kijk af en toe op het klokje hoeveel minuten je nog hebt.
  8. Als de 20 minuten voorbij zijn, stop je.
  9. Je mag vandaag niet meer verbeteren. Ik meen het. Verboden. Als je je niet kan beheersen, kijk er niet meer naar. Laat het rusten.
  10. De volgende dag mag je gaan verbeteren en het verhaal afmaken. Niet volledig herschrijven. Niet uren blijven pielen. Verbeteren. Zinnen weghalen. Kleine toevoegingen doen. Houd je aan de 500 woorden. Gebruik maximaal 45 minuten voor je verbeterde versie.
  11. Als je nog steeds twijfelt of dit goed genoeg is, kijk een dag later er nog een keer naar en lees het hardop voor. 
  12. Zelfhaat heeft geen plek hier.

Zet het resultaat voor dinsdag 12 juli 23:59 uur in de comment hieronder. Vermeld ook de songtitel.

Ik doe ook mee.

Gaat je lukken 💛.

Tomson
Ik doe het altijd met condoom en gebruik nooit drugs

9 Comments

  1. Geen slaap (No Sleep)
    Morgen is de eerste rave is wat voelde als een eeuw. Vannacht had ik geen slaap. Eigenlijk een week al niet. Ik maak me klaar. Op de grond ligt een hoop kleren. Ik heb geen idee wat schoon is en wat vies. Maar dat boeit ook niet. Ik word vannacht toch vies. Ik ga alleen. Doodeng. Maar ik heb met mezelf afgesproken dat ik ongemakkelijke dingen moet doen. Als ik alleen ben heb ik geen andere keus dan met mensen communiceren. Ik vind een zwarte croptop zonder poespas. Perfect. Sportlegging eronder en gaan. Make-up laat ik achterwege. Dat verdwijnt uiteindelijk toch door zweet en de drankjes die ik over me heen ga krijgen. Het is maar 10 minuten fietsen van mijn crackflat. Als ik aankom hoor ik het gedreun van de bass al. Ik kan het bijna voelen. Al weet ik niet of dat mijn hart is wat klopt als een bezetene of dat het daadwerkelijk de bass is die ik voel. Ik gooi mijn fiets van me af en loop naar binnen. Het fouilleren bij de deur stelt niks voor. Hoe dichterbij ik kom, hoe harder de muziek. De muziek en de spanning samen zorgen dat ik amper adem kan halen. Niks geeft me meer het gevoel dat ik leef dan gewurgd worden door veel te harde bass en de penetrante geur van zweet, rook, drugs en bier. Natuurlijk ben ik niet nuchter gegaan. Ik zou allang weggerend zijn. Thuis heb ik al ingedronken. Hier zet ik dat voort. Met elk biertje voel ik me lichter worden. Ik heb steeds minder controle over mijn lijf. Er is niks zo fijn als dansen alsof er niemand kijkt zonder een benul te hebben wat ik aan het doen ben. Dan zie ik haar. Aan de andere kant van de zaal. Door de rook zie ik eigenlijk alleen haar silhouet. Ik loop richting haar prachtige lijf wat perfect op de maat van de muziek beweegt. Onderweg heb ik de drankjes omgestoten waar ik mezelf voor heb gewaarschuwd voordat ik van huis wegging. Het boeit me niet. Ik begin met haar mee te dansen. Niet zo perfect op de maat als zij. Ze is zo mooi. Haar haar plakt aan haar gezicht door het zweet maar ze danst onverstoorbaar door. Ik kom langzaam dichterbij tot onze lippen elkaar bijna raken. Ik kan haar parfum ruiken ondanks alle andere geuren. Dan duwt ze me zachtjes weg. Ze ruilt mijn lippen om voor een sigaret. ‘Ik ben hier met mijn vriend’, zegt ze vriendelijk. Ik krijg een knipoog. Fuck. Een perfecte opsomming van mijn leven. De zin die ik had toen ik binnenkwam ligt op de grond, als een uitgetrapte sigaret. Ik zwalk naar buiten, naar mijn fiets. Onderweg naar huis probeer ik een sigaret aan te steken maar ik ben te dronken. Al dan niet van verdriet. In mijn badkamer kijk ik in de spiegel. Alles om me heen draait. In mijn hoofd speel ik alles opnieuw af. Wat ging er fout? Dat wordt weer een week geen slaap.

  2. Clara voelt altijd precies aan wie op welk feestje verschijnt. Welke teleurstellende scharrel weer contact met haar gaat opnemen. En wanneer haar broertje weer om wat geld begint te bedelen.

    ‘Het universum praat met me’, zegt ze dan knikkend, als haar voorspelling weer eens is uitgekomen.

    Het universum praat niet met mij.

    Elke keer weer gaat mijn wenkbrauw omhoog als hij onaangekondigd om tien uur ’s avonds op de deurbel drukt.

    ‘Heb je het druk?’ zegt hij elke keer weer, met zo’n glimlach rondom zijn mondhoeken.

    Omdat hij weet dat ik ondanks mijn gezucht en geprotesteer de deur toch opendoe.

    Ik weet dat er andere meiden zijn in het leven van Ray. Ik heb een vermoeden dat ik niet de eerste ben bij wie hij ’s avonds voor de deur staat. Maar wel de enige die opendoet.

    ‘Je doet het allemaal zelf, hè’, zei Clara tegen me in de gezamenlijke woonkamer. Ray appte al drie dagen niet terug en ik zag dat hij minstens elk uur even online was.

    ‘Eenzaamheid en verveling’, zei ik staand naast mijn stoel met een wijntje in mijn linkerhand en de achterkant van mijn rechterhand op mijn voorhoofd. ‘Eenzaamheid en verveling.’

    ‘Je kan je ook opdringen aan zijn leven’, zei Clara, voor ze een slok nam en begon te gorgelen met haar witte wijn.

    ‘Niks voor mij’, zei ik.

    Maar op dag vijf van zijn radiostilte kon ik het idee maar niet loslaten. Ik trok mijn lievelingsjurkje aan, ook al was het winter. Ik trok mijn Dr. Martens aan, werkte mijn ogen iets bij met make-up. Ik klopte op Clara’s deur en opende die. Ze lag op haar buik op bed met een witte koptelefoon op en een opengeslagen studieboek voor haar neus. ‘Heb je een date?’ vroeg ze verbaasd. ‘Op een doordeweekse dag? Om half elf ’s avonds?’

    ‘Zoiets’, zei ik.

    Ik fietste naar de andere kant van Utrecht en merkte op wat voor moeite hij elke keer deed om zijn eenzaamheid en geilheid bij mij tijdelijk te laten oplossen.

    Hij woonde in een huis met vijf andere mannen. De enige keer dat ik daar was, rook het naar zweet en lege flesjes bier met nog twee slokjes erin.

    Een huisgenoot deed open, bekeek mij van top tot teen en zei toen ‘Nice!’

    Hij liet me binnen en ik liep door naar de tweede verdieping, waar ik aanklopte. Hij zei wat terug. Gerommel. De deur ging open. Daar stond hij in zijn onderbroek, zonder bril op zijn neus. Zijn wenkbrauw ging omhoog.

    ‘Heb je het druk?’ vroeg ik.

    ‘Wat doe je hier?’ vroeg hij. ‘Ik lag bijna te slapen.’

    ‘Wat? Is het geen hotel hier?’ vroeg ik.

    ‘Nou, ik heb morgen college.’

    ‘Je moet kiezen, Ray’, zei ik. ‘Of je laat me naar binnen. Of je bent nooit meer welkom bij mijn deur.’

    Hij krabde achter zijn hoofd. ‘Goh’, zei hij.

    ‘Geef gewoon antwoord’, zei ik.

    Hij knikte. ‘Fair enough.’

    Toon sloot hij de deur.

    Nummer: Is this a hotel? – Film School

  3. Radiohead – No Surprises

    Mijn go-to nummer als ik weer zomaar zonder specifieke reden in huilen uitbarst. Ook als hij op shuffle voorbij komt begin ik te huilen.

    Elk woord klopt. Ik heb alles gedaan zoals het moest. Hoge cijfers halen, ernaast werken om de kans op een baan te vergroten. Haalde mijn master in 1 jaar en verdien meteen ruim boven modaal. Leuk huisje, goeie baan. Lekker sparen. Leven zoals het is beschreven in het handboek van het leven (VVD style).

    “You look so tired and unhappy” (…) “such a pretty house and such a pretty garden”.

    Ik ben constant moe, verveeld, verdrietig en ongelukkig. Hoe kan dat nou terwijl je leven zo op orde is? Je hebt alles behaald wat je wilde(moest) behalen. Je hebt alles wat je nodig hebt en meer. Maar er is een leegte. Dit is het gewoon niet.

    “A job that slowly kills you, bruises that won’t heal” (…) “No alarms and no surprises”

    Ik wil niet wakker worden wanneer mijn moeder wekker afgaat en dealen met mijn cliënten. Ik wil niet spontaan gevraagd worden om “iets leuks te doen” en mijn cocoon moeten verlaten. Ik wil “silence”. Ik wil alleen zijn onder mijn dekentje kijkend naar dezelfde serie die ik al 4000x heb gezien.

    “A handshake of carbon monoxide”

    In mijn geval op een feestje per toeval ontdekt hoe ketamine al mijn verdriet (en dat kleine stukje woede wat ik goed heb verstopt) even helemaal verdoofd. Letterlijk stilte en verdoving. Niets voelen voor een avondje. Maar de volgende dag wordt je wakker en alles is er weer.

    “I’ll take a quiet life”

    Soms overweeg ik om m’n naam te veranderen en te emigreren naar een ander land. Gewoon helemaal opnieuw beginnen. En iets heel simpels doen. Maar dan komt het besef dat ik mezelf meeneem. Dat is het probleem. De pijn, het verleden, de herinneringen en mijn gedachten gaan mee. Ik kan het niet ontvluchten, ik kan het niet onderdrukken. Het is aan mij vastgeplakt. It is me.

    “Laten we je therapie verdubbelen naar twee keer per week en kijken naar medicatie”. Dat krijg je te horen na 3 jaar therapie. Wat een prachtig vooruitzicht, fijn ook dat jullie maar 3 jaar nodig hadden om tot die conclusie te komen.

    Dus ik blijf leven in m’n pretty house, met mijn pretty garden. Wordt elke dag met tegenzin wakker gemaakt door mijn wakker en ga daarna op mijn bank liggen onder mijn dekentje. Afwachtend op het consult voor medicatie. Stiekem hoop ik dat ze me slaappillen of ketamine geven, maar ik vrees dat ik aan de antidepressiva moet en een weken als een gevoelloze komkommer door het leven zal moeten. Maar hey, wie weet kom ik er daarna weer uit als de oude en heb ik juist zin in surprises?

    1. Hij schonk nog een glas wijn voor me in.
      Ik had al 3 lijntjes in mijn neus.
      Hij keek me aan en zei
      ‘Ik heb echt zin om je te zoenen’
      Ik glimlachte en zei
      ‘Dat mag’

      Nu sta ik voor de spiegel, 4 jaar later.
      Ik kijk naar mijn kapot geslagen lip.
      Een lege, nietszeggende blik in mijn ogen.
      Ik ben er niet meer, ik ben allang verdwenen.

      Ik loop de kou in.
      Ik voel me belachelijk en gebruikt.
      Mijn uitgelopen mascara verraad mijn verdriet.
      Mijn kapot gescheurde kleren verraden mijn gevecht.

      Misselijkmakende gedachtes vliegen door mijn hoofd.
      Ik ben zijn uitspraken geworden.
      Ik ben opgesloten in zijn wereld, een wereld waar ik niet meer wil zijn.

      Ik begin te rennen zonder reden.
      Mensen op straat duw ik opzij.
      Ik word na geroepen, slet, hoer
      Mijn roepnaam inmiddels.

      Ik haat hem, ik blijf rennen.
      Ik haat mijn zelf, ik blijf rennen.
      Ik ben niets meer waard, ik blijf rennen.
      Ik kan niet stoppen, ik blijf rennen.
      Ik moet weg, ik blijf rennen.
      Ik kan niet ontsnappen, ik blijf rennen.

      En daar staat hij.
      Ik stop en val in zijn armen.
      Hij zegt sorry.
      Het zal ook wel gewoon aan mij liggen.
      Ik kan ook heel vervelend zijn.

      Ja, de volgende keer ga ik echt bij hem weg.

      Nummer: Fat Lip-Sum-41

Leave a Comment