Lieve vreemdeling,
We durven nergens echt voor te gaan in het leven, omdat we dan alle andere opties uitsluiten.
Dus we blijven ergens in het onuitgesproken midden hangen. Niet durven kiezen voor intimiteit, omdat het ook kan teleurstellen. Onze dagen te vol plannen, waardoor we aan niks toekomen.
We willen graag dat het leven alles kan worden. Maar het wordt daardoor juist helemaal niks.
Je moet keuzes maken. Het kan niet van alles zijn.
Het is een gek besef. Het geeft me nog steeds buikpijn. Het idee dat ik niet het maximale uit mijn leven ga halen.
- De angst om een middelmatig leven te gaan leiden?
- Erachter komen dat ik minder kan dan ik dacht?
- Dat succes meer met geluk en afkomst te maken heeft dan met hard werken?
Ik weet ondertussen wel dit: het gaat echt niet gebeuren.
En ik weet ook dat jij het maximale er niet uit gaat halen.
Je kan namelijk niet én hard werken én hard genieten met je vrienden én een fantastische relatie hebben met je partner en familie én een fantastisch lijf onderhouden.
Ze werken elkaar tegen.
Je zou minimaal een, maar eigenlijk twee idealen moeten loslaten om iets heel goed te doen. Of accepteren dat je alle vier middelmatig doet.
Maar die keuze willen we niet maken. We leven in een droom van productief en gelukkig zijn en successen hebben. Met als gevolg de zelfhaat en de somberheid.
Niet zo gek overigens…
Dit is dezelfde logica als hoge kwaliteit willen hebben voor een laag prijsje in een zo’n kort mogelijke tijd.
Dit is een bekende driehoeksregel binnen de wereld van software ontwikkelen. Maar je kan het overal op het leven toepassen.
Dit is de regel:
Iedereen wil software snel, goedkoop en van goede kwaliteit ontwikkelen.
Maar alle drie tegelijkertijd is ECHT onmogelijk. Je moet er twee kiezen. En die keuzes komen ook met gevolgen.
Goede kwaliteit en snelheid is duur.
Goede kwaliteit en goedkoop betekent dat het ontwikkelen langzaam gaat.
Als je snel en goedkoop wil, is de kwaliteit beroerd.
Dus.
Wil je in een illusie blijven leven of ga je eindelijk keuzes maken?
Ik kan er zelf ook over meepraten. Want ik wilde ook van alles.
Toen ik te veel wilde
Ik wilde werken aan een carrière op kantoor. En een goede blogger zijn. En boeken schrijven. En een fit lijf. En avonturen beleven met mijn vrienden. En reizen. En een familieman zijn.
Ik wilde ook nog eens alles perfect doen. Met volledige intentie. Groots. Meeslepend.
Wat me dus juist weer een frustrerend gevoel gaf dat ik mezelf altijd tekort deed.
Het kan namelijk altijd beter. Het kan altijd leuker. Het kan altijd slimmer.
Het erge was, dan had ik een dagje vrij van werk en dat bracht ik dan in bed door met mijn iPad, stomme series kijkend die niet eens mijn geest prikkelden. In plaats van bloggen of sporten.
Ik voelde me daardoor zo slecht dat ik zat te relaxen in plaats van aan idealen te werken.
Toen ik dit die avond in een café aan het bier mopperend aan een vriend vertelde, reageerde hij enthousiast.
‘Lekker toch? Zo’n hang-dag. Beetje niksen.’
Hij had inderdaad gelijk.
Waar maak ik me zo druk om? Ik wil te veel en doe vervolgens niks. En dan zit ik mezelf weer te haten.
Ik ben een mens. Geen machine.
De toekomst bestaat niet eens.
Ik heb alleen het huidige moment. En dat moment wordt opgeslokt door frustrerende gevoelens.
Zo zonde.
Acteur en karateman Bruce Lee (rip) zei:
I fear not the man who has practiced 10,000 kicks once, but I fear the man who has practiced one kick 10,000 times.
Twee manieren om dit dilemma in mijn leven op te lossen:
Of ik doe van alles en nog wat en accepteer dat het gaat zoals het gaat. Niet groots. Ik rommel wat aan.
Of ik ga voor impact maken. Dat betekent dat ik minder doe. Maar een paar dingen wel heel goed doe.
En dat ik ook nog genoeg tijd heb om te niksen. Want alles draait om balans.
Driemaal raden wat ik koos 🤓.
Ik zegde mijn kantoorbaan op, om fulltime kunst te maken.
Morgen leg ik een bekende theorie uit over je aandacht op de juiste manier verdelen.
En ik praat over mijn favoriete personage uit de literatuur, dat het tegenovergestelde is van deze tijd: Oblomov!
Liefs,
Tomson