Lieve vreemdeling,
Sorry kleine vertraging vandaag.
💛
Een melancholische dag toegewenst.
Liefs,
Tomson
Je grootste geluk wordt uiteindelijk je grootste pijn
De grootste ironie van het leven is dat je alles kwijt gaat raken wat je bezit.
Je hypermoderne mobiele telefoon, je geliefden, je beste vriend, je fantastische auto, je favoriete werkplek, je uitstekende appartementje, je opa en oma, je blakende gezondheid en je jeugdige uiterlijk.
Niet alleen dat.
Je grootste geluk verandert soms in je grootste pijn.
Soms hoef je alleen maar te bedenken dat je iets kan kwijtraken en je stort al in een vreselijke lijdensweg van angst. Het idee dat je geen controle hebt over de toekomst.
Verbeelde pijn is nog erger dan daadwerkelijk iets of iemand verliezen.
Ik kan het weten. Ik ben al jaren bang voor een paniekaanval. Wat me vervolgens vaak een paniekaanval oplevert.
Misschien leggen we de balans van ons geluk wel te veel op zaken waar we geen invloed op hebben. Zaken die buiten onszelf liggen.
Wat nou als we minder waarde leggen in dat wat buiten ons ligt en het zwaartepunt wat meer in onszelf leggen?
Dan kan je met alles wat je overkomt in het reine komen, want je hebt altijd jezelf nog.
Jup.
Jezelf.
Je gaat alles verliezen in het leven, maar het laatste wat je verliest is jezelf.
Uiteindelijk zijn we allemaal op onszelf aangewezen in dit leven.
Donker, Darko.
I know.
Het is een feit dat we alles kwijtraken in het leven. Het is ook heel menselijk om ons daar verdrietig, somber of boos over te voelen.
Het wordt alleen ingewikkeld als we te lang in die toestand blijven hangen.
Omdat we dat zwaartepunt te veel buiten onszelf hebben geplaatst.
Tijd om de balans te herstellen.
Juist in onszelf vinden we het geluk dat niemand van ons kan afpakken.
De oude Griek Aristoteles zei dit:
Het geluk behoort tot diegenen toe die aan zichzelf genoeg hebben.
Als we minder afhankelijk worden van spullen, mensen en onze dromen, vinden we het geluk in onszelf.
Ik kan er zelf ook over meepraten. Mijn geluk werd mijn… hel.
Toen mijn geluk mijn hel werd
De huisbazin wilde ons eruit hebben.
Het verbaasde me niets. We deelden een tweelaags flatje in de wijk Zuilen met zijn vijven.
De woning was totaal uitgeleefd.
- Enkel glas.
- Schimmel in de hoeken.
- Een badkamer van voor de Tweede Wereldoorlog.
- Op de raarste plekken kwam er tocht de woning binnen.
Dus het was geen verrassing dat de energieboer met een naheffing van 1.000 euro kwam.
De huisbazin wilde het op ons verhalen.
Wij argumenteerden dat het voor haar rekening was. Zij heeft geen euro aan onderhoud van de woning uitgegeven.
Ze ging uiteindelijk mopperend akkoord.
Maar toen we ook begonnen te zeuren over het opknappen van de woning was ze er klaar mee.
Met een handgeschreven brief verzocht ze ons allen de woning binnen drie maanden te verlaten.
Met het argument dat ze die ging ‘verkopen’.
Wat te doen? Procederen? Aangetekende brieven sturen? Een advocaat inhuren? Klacht indienen bij een of andere instantie?
Of gewoon beseffen: deze plek is een verval? We verdienen beter.
Iedereen koos eieren voor z’n geld.
Iedereen zocht iets nieuws. De een ging samenwonen. De ander vond een woning aan de Oude Gracht in de binnenstad van Utrecht. De ander een woongroep in een buitenwijk.
Maar ik had minder geluk.
Elke ochtend weer bij het klaarmaken voor mijn werk keek ik naar de lege kamers. Elke dag werd ik ermee geconfronteerd dat deze gezellige plek een ruïne was geworden.
Toen een kamer bij een collega beschikbaar kwam in de binnenstad van Utrecht, slaagde ik een kreet op mijn balkon van geluk.
In de binnenstad! Voor een prima prijsje!
De kamer was klein, maar prima genoeg voor mezelf.
Wat een geluk.
Wat een geluk!
Natuurlijk zei ik ja. Wat had ik anders kunnen zeggen?
Niemand kan in de toekomst kijken.
Deze nieuwe plek werd deze nieuwe plek de grootste pijn in mijn leven.
Twee jaar later brandde de plek namelijk af. De aanloop naar die brand (niet de oorzaak), was al heel vervelend, oncomfortabel en soms bedreigend.
Ik kwam met de schrik vrij: ik was net op tijd weg toen het onheil gebeurde. Ik was een uur weg.
Het zette dingen in gang waar ik nu nog steeds psychisch mee worstel. Het trauma was niet de brand. Maar het was het startpunt van mentaal en fysiek lijden.
Zaken kwamen versneld aan de oppervlakte, met alle emotionele gevolgen van dien.
Het leven is vreemd.
We hebben vaak weinig invloed op dat wat ons overkomt.
Ondanks de ellende heeft het me ook veel gebracht.
Ik ken mezelf beter. Ken mijn triggers beter. Heb duizend procent zelfvertrouwen in mijn vermogen om de juiste beslissingen te maken om erger te voorkomen.
In dat opzicht is mijn grootste pijn toch weer een gelukje geworden. Ik snap mezelf. Ik weet wat ik aan mezelf heb.
Dat had ik Werther ook gegund. Daarover praat ik morgen verder.
Over de roman Het lijden van de jonge Werther. In het voorjaar nog besproken bij de Tomson Darko-boekenclub.
En morgen praten we erover verder dat eenzaamheid misschien wel onze default-modus is.
Tot morgen!