Lieve vreemdeling,
Het leven stelt helemaal niets voor.
Maar dat is zo’n ondraaglijke gedachte… Dat we ambitie voelen om er wat van te maken. Om iets te betekenen en wat te willen voorstellen in de wereld.
Zelfoverschatting is ons treurige lot.
Want niets voelt uiteindelijk perfect aan. Niets lest de dorst van onze doelen. Met als gevolg dat we altijd denken dat we iets missen. Dat we niet goed genoeg zijn.
Maar wat het precies is?
‘Je werkt er niet hard genoeg voor’, zegt die stem in ons hoofd.
Dus werken we harder en harder en harder. In de hoop dat we, als we het bereikt hebben, het echt gaan voelen.
De enige manier om te slagen, is boven jezelf uitstijgen. Dat kan alleen als je offers brengt.
We houden van offers in deze samenleving.
Wij allemaal.
Dit is de reden waarom zoveel mensen in een burn-out terecht komen.
We zetten ons welzijn op het spel om te slagen. Wat dat ‘slagen’ ook precies mag betekenen. We doen meer dan van ons gevraagd wordt.
Wist je dat een wiel sneller draait als je het van de grond afhaalt? Maar dat heeft echt niets met vooruitkomen te maken…
Dat is mijn argument tegen hard werken. Het is verspilde energie.
Als ze medelijden met je hebben, ben je verloren
Het ergste aan een burn-out is het besef dat het eigenlijk allemaal voor niets is geweest. En je betaalt zelf de prijs met je gezondheid.
Niet alleen dat.
Niemand bewondert je. Ze hebben met je te doen. Ze hebben medelijden.
Of zoals de schrijver Chuck Palahniuk schreef in zijn boek Survivor:
If Jesus Christ had died in prison, with no one watching and with no one there to mourn or torture him, would we be saved?
Opoffering is goed. Maar dan moeten mensen het wel zien en beamen.
Anders telt het niet…
Because the only difference between a suicide and a martyrdom really is the amount of press coverage.
Begrijp je?
We houden van topsporters, omdat ze zoveel offers hebben gebracht voor hun succes.
De discipline. De hoeveelheid tijd die ze van jongs af aan hebben gegeven om net iets sneller, sterker of slimmer te zijn dan de competitie. Voor ons vermaak.
Daar genieten wij mensen van.
Maar elke Olympische spelen weer denk ik aan al die duizenden sporters die ook alles hebben opgegeven in hun leven om vervolgens helemaal niets te winnen…
En niemand die ze ziet.
We zijn dit leven op onszelf aangewezen, vindt de filosofische zuurpruim Schopenhauer (rip). Want er is geen hoger wezen dat iets met ons voorheeft.
Om te slagen in het leven, zou je juist niet tegen elke prijs moeten proberen te slagen.
Dan zal het waarschijnlijk lukken.
Volgens Schopenhauer is er maar een zin in het leven: kunst maken en filosoferen.
(dat zijn er dus twee 😱)
Je maakt kunst voor de kunst. Niet voor het applaus of de roem.
Je probeert filosofische problemen op te lossen, omdat het denken je rust geeft. Niet om als een slimmerik gezien te worden.
Als het aan Schopenhauer ligt, stoppen we met willen en gaan we gewoon de hele dag denken.
Gewoon zijn. Je trekt je terug van de wereld.
Ik weet niet of dit een bevredigend antwoord is. Ik vraag me ook af of hij dit een bevredigend antwoord vond. Waarschijnlijk niet.
Ik zie mezelf niet als een kasplantje leven. Al zittend voor het raam, starend naar de wolken.
Nee.
Ik denk dat hij iets anders bedoelt.
Doe gewoon minder je best.
Je kan ook eerder stoppen
Werk iets minder hard dan je van jezelf eist.
Probeer het juist niet perfect te maken.
Probeer minder waarde te leggen in dat wat je doet of niet doet.
Hoe minder het je boeit, hoe meer succes je waarschijnlijk zult hebben.
(En met ‘succes’ bedoel ik je eigen maatstaven van ‘succes’.)
Ontkoppel je van je zelfoverschatting. Ontkoppel je van de drang om te slagen volgens de maatschappelijke normen, wat je alleen maar frustreert.
Maar doe niet het tegenovergestelde. Trek je niet terug van de wereld. Ga niet als een cynisch, droomloos persoon rondlopen.
Nee.
Doe gewoon iets minder je best en je zult verder komen in het leven.
Morgen gaan we verder praten over opoffering. Ditmaal over de opoffering bij een oorlog.
We staan stil bij een van de bekendste foto’s uit de Tweede Wereldoorlog. Een symbool dat tot op de dag van vandaag nog steeds veel wordt gebruikt in (oorlogs)fotografie.
Maar het verhaal achter die iconische foto is van een heel andere orde.
Een diepbedroefde orde.
Tot morgen.
Liefs,
Tomson