Lieve vreemdeling,
Tijdens mijn dagelijkse wandelingen word ik soms geconfronteerd met mijn kantoorverleden.
Het is opvallend wat er in mij gebeurt als ik een bus zie van een oude werkgever.
- Eerst de nieuwsgierigheid. Ken ik het gezicht achter het raam?
- Daarna het logo en de slogan. Zijn die nog hetzelfde of weer veranderd?
- Daarna de sticker op de zijkant, om te zien welke campagne erop staat.
Er was ooit een tijd dat ik verantwoordelijk was voor die campagnestickers.
- Elk half jaar verwisselden we de stickers, tot ergernis van de monteurs. Het was een logistieke nachtmerrie om al die bussen op dezelfde plek te krijgen, waar een ingehuurd bedrijfje in sneltreinvaart de oude stickers eraf trok en de nieuwe erop streek.
- Het kostte ook nog eens aardig wat geld.
- Een monteur zei eens tegen me: ‘Er is geen geld om de kapotte schep in de bus te vervangen. Maar wel geld voor deze onzin???!???!??!!’
Maar het was nog vermoeiender om groen licht te krijgen voor zo’n campagne.
Werkend bij een semi-overheid is consensus het toverwoord. Iedere nitwit heeft een mening en elke nitwits mening heeft evenveel waarde.
Dat is niet eens zo op papier afgesproken. Dat is hoe de cultuur werkt en je komt er alleen maar achter door relletjes en akkefietjes.
Sla de verkeerde persoon in het informele besluitvormingsproces over en je hebt een rel te pakken die ook op het bureau van de directie belandt.
💡 Darko-les: Je leidinggevende wil niet dat iets van je afdeling op het bureau van de directie belandt als klacht. Dat is gezichtsverlies. Voorkom te allen tijde gezichtsverlies van je manager. Het is in elk bedrijf een hel aan de top. Ze staan onder grote druk, kijken naar elkaar, een hoop afgunst. Heb medelijden met je afdelingsleiders. Maak het leven gemakkelijker voor ze.
Nog maffer is het als je bij iedereen een ‘handtekening’ hebt gehaald ter goedkeuring van je voorstel en hoe deze mensen zich dan alsnog tegen je keren als het fout gaat.
Dan was het mijn fout, in plaats van met z’n allen balen dat het niet zo is gegaan zoals we wilden.
Andersom geldt het niet. Als een project enorm succesvol blijkt te zijn, kent het vele vaders en jij bent er niet een van.
Ik denk dat een groot deel van de tijd in een kantooromgeving opgaat aan zien en gezien worden.
Collega’s voelen zich snel achtergesteld. Tegelijkertijd is een kinderhand gauw gevuld. Laat iemand zich belangrijk voelen en je hebt een bondgenoot voor het leven erbij.
Denk nu niet dat zo’n plek je worst nightmare is.
Er valt meer dan genoeg liefde te vinden op zulke werkplekken.
Oprecht. Geen woord aan gelogen.
Maar je zult ook geconfronteerd worden met cynisme, zinloosheid en corporate bullshit.
Ik heb altijd geweigerd om cynisch te worden op kantoor. Cynische collega’s zijn de verschrikkelijkste collega’s.
Hoe je het wendt of keert, je komt daar elke dag om iets op te leveren.
Hoe zinloos het ook lijkt, je wordt er rijkelijk voor beloond.
Maar uiteindelijk kon ik de ogen niet sluiten voor de existentiële leegte van wat daar in die kantoorgebouwen gebeurt.
Je wil niet weten hoeveel tijd, geld en frustratie er in logo’s, payoffs en campagnes is gegaan.
En dan zie ik zo’n busje met een nieuw logo, een nieuwe slogan en weer een heel andere campagne.
En dan weet je dat dit het kantoorleven is:
- Het houdt je van de straat.
- Omdat je er toch bent, probeer je je werk met elkaar heel belangrijk te maken.
- Maar de klanten voor wie je het doet, boeit het weinig.
- En jaren na je vertrek zie je ook in dat het er echt daadwerkelijk niet toe deed.
Je hebt een ingeburgerde term: bullshit job.
Ik had een bullshit job.
Veel banen zijn geen bullshit. Je herkent die banen doordat de maatschappij ontwricht raakt als mensen stoppen met dat werk doen.
- Vuilnismannen
- Onderwijs
- De zorg
Het bedrijf waar ik voor werkte was van levensbelang voor de mensen in Nederland.
Mijn baan was verre van levensbelang.
Ik vond mijn motivatie om onderdeel te zijn van een primaire levensbehoefte. En dat is een goede motivatie.
Ik hoop dat jij een innerlijke motivatie hebt of vindt in je baan.
En zo niet, dat je de gaafste collega’s van de wereld hebt. Ook dat is zinvol.
Ik wil je er graag aan herinneren: Op je begrafenis leest niemand je cv voor. Het zijn de verhalen van mensen, hoe ze jou als mens herinneren.
Net zoals ik elke keer weer als ik zo’n bus zie denk aan die monteur en zijn arme kapotte schep en mijn veel te dure stickers op de zijkant 😂.
En geloof me: als er een beroepsgroep is die graag slachtoffer speelt, zijn het monteurs.
Liefs,
Tomson