Een Duitse danceact had net een gigantische hit gescoord in Europa en wachtte op me om geïnterviewd te worden.
In een hotel ergens in Het Gooi. Ik liep toen stage bij het grootste tijdschrift van Nederland.
Dit moet je weten:
De smartphone was nog niet de standaard geworden. Ik had wel een telefoon met internet en toegang tot google maps.
Mobiel internet buiten de bebouwde kom was eerder uitzondering dan regel.
Ik had wel een rijbewijs, maar geen auto.
Op tijd vertrekken was toen ook al geen talent van me.
Het hotel bevond zich aan de Amersfoortsestraat.
Eerst ging ik met de fiets naar het station. Daarna een stukje met de trein en toen met de bus.
Toen de bus ‘Amersfoortsestraat’ omriep, stapte ik uit.
Aan de ene hand lag de snelweg. Aan de andere hand een bosgebied. Het voelde al meteen niet als de juiste plek voor een hotel en ik probeerde me te oriënteren door een huisnummer te vinden.
Dat vond ik. Ergens in de 200. Het hotel had nummer 27. Dat was niet eens het erge.
Het erge was dat elk huisnummer zich op een zuil bevond bij een hek met andere bordjes, met daarop waarschuwingen voor videobewaking en waakhonden. Om vervolgens door het hek heen een oprijlaan te zien met ergens aan de horizon een landgoed, villa of ander gigantisch gebouw.
Ik ging te laat komen. Ik ging te laat komen.
Had ik al verteld dat het regende? Het regende. Heel hard. Op mijn mobieltje probeerde ik de kaart te laden om te zien of ik wel de goede kant op ging. Geen succes, dat laden.
Ik zette het op een rennen in de hoop dat die huisnummers zo snel mogelijk omhoog gingen. Langs villa’s. Crematoria. Door modderige bospaden. Langs weilanden.
Hoe kreeg ik dit voor elkaar? Hoe kreeg ik dit voor elkaar?
HOE KREEG IK DIT VOOR ELKAAR?
Ook maakte ik me heel druk over waarom er zulke lange straten bestonden. Van kilometers lang. Breek ze op of zo.
Deze straat ging uiteindelijk als brug over de snelweg heen, om een woonwijk in te gaan. Maar de weg die over de snelweg ging, was tegelijkertijd een op- en afrit. Daar hoorde je dus niet te lopen. Al had ik het serieus overwogen om de gok te wagen.
Totaal verward kon ik weer stukje teruglopen, om een andere brug te vinden en een woonwijk in te komen met heggen groter dan ik.
Hoe meer geld je hebt, hoe meer je hebt te beschermen, blijkbaar.
Het hotel verscheen eindelijk in mijn blikveld.
En dan komt het ergste: in het hotel je afspraak vinden.
Wonder boven wonder zag ik ze zitten in de lobby met een kopje koffie en maakte niemand een opmerking over het feit dat ik te laat was.
Helemaal verregend. Mijn broekspijpen bruin van de modder. Mijn oksels drijfnat. Mijn hoofd raasde alle kanten op. Ik ging tegenover ze zitten, pakte mijn pen en aantekeningenboekje.
In gebrekkig Engels legde ik mijn avontuur uit. Dat de bus me aan de andere kant van de snelweg had afgezet. Villa’s. Weilanden. Bospaadjes. Dat ik keihard heb lopen rennen. Om uiteindelijk toch hier te komen.
De blondine keek me aan en gaf me de meest oprechte, troostende glimlach die je iemand maar kon geven en zei: ‘Oh. Okay.’
Ik wilde opstaan en weglopen. Gewoon weg van deze hele situatie. Maar dat kon niet. Het was mijn werk. Een artikel over ze schrijven.
Ik stelde ze een vraag en net op dat moment werd er een bus met bejaarden losgelaten in de lobby.
Heb je wel eens gelet op het geluid dat bejaarden kunnen produceren met elkaar?
Terug op de redactie, starend naar mijn gekrabbel op mijn blaadje, had ik echt geen flauw idee wat ik hiervan moest maken. En ook daadwerkelijk geen idee wat ze nou precies tegen me zeiden.
Ik heb hun antwoorden uit mijn hoofd zitten invullen op intuïtie en was daarna wekenlang bang dat een of andere agent me zou opbellen en me voor de rechter zou slepen omdat ik hen verkeerd geciteerd had.
De horror.
Het erge is: we zijn vijftien jaar verder en het voelt nog alsof dit me vorig jaar is overkomen.
Sorry voor dit ingewikkelde woord, maar de regen, de desolaatheid en die angst dat ik terug moest naar de redactie zonder een verhaal…
Dat gevoel dat zij ook niet zo goed wisten wat ze met een verregend jong broekie aanmoesten.
Het liefst begraaf je dit soort herinneringen op een plek waar niemand komt.
Zeg maar ergens in Flevoland of het topje van Groningen.
Maar deze act duikt om de zoveel jaar weer op in mijn leven.
Ze scoorden een paar jaar later een nog grotere hit. Daar stond je dan in de kroeg of de club te luisteren naar haar stem en iedereen om je heen schreeuwt, zingt en danst mee.
Ik dacht alleen maar: Jullie moesten eens weten dat ik een kwartiertje met hen heb doorgebracht vol ENORME ongemakkelijkheid.
Weer een aantal jaar later kwam ik op een site een Playboyshoot van de zangeres tegen in de Duitse Playboy.
Ik werd er niet warm van. Maar dat had dus andere redenen.
Weer een tijdje later zag ik ze op televisie op het Eurovisiesongfestival.
En weer een aantal jaar later was hun grootste hit door een Nederlandse hardstyle dj gebruikt om er weer een nieuwe hit van te maken.
Hoorde ik ze weer overal in mijn oor.
En nog steeds hoor je soms opeens in een kledingwinkel of sjokkend door de supermarkt een oude hit van ze door de speakers knallen.
Het verleden blijft je achtervolgen.
Dat is een feit.
Ik weet ook niet precies wat er zo erg is aan dit avontuur. Zij zijn me sowieso vergeten. Journalist nummer zoveel die op een dag verscheen, je wat vragen stelde en weer verdween.
Op de redactie zei ik wel tegen een collega dat de bus me aan de verkeerde kant had afgezet. Maar zij begon gelijk te oreren hoeveel sterren zij had geïnterviewd in dat hotel.
Het is volledig mijn eigen ervaring en mijn eigen gestuntel zonder getuigen, maar ik kom niet op het niveau van schouderophalen en erom lachen.
Ongemakkelijkheid ontstaat door het beeld dat je van jezelf hebt (of wil hebben) en de confrontatie met de realiteit waarin je niet aan dat zelfbeeld voldoet.
Ik heb de muziek van deze act opgezet tijdens het schrijven van deze woorden, maar heb wel daarvoor de ‘privé-modus’ aangetikt op Spotify.
Zodat de mensen die me volgen niet gaan denken dat dit mijn smaak is.
Dat is toch… Vreemd?
Hoe langer ik over mijn eigen gestuntel die middag nadenk, hoe meer ik tot de conclusie kom dat het past bij het lage zelfbeeld dat ik soms kan hebben van mezelf.
Dat gestuntel loopt als een rode draad door mijn leven en ik ben vaak de enige getuige van dat gestuntel.
Alsof ik me schaam, voor mezelf, terwijl (bijna) niemand anders het ziet.
Als je een verklaring hebt, laat me weten.
Beluister mijn exclusieve super deluxe premium podcast aflevering op Petje-af om te weten over welke dance act ik het heb.