Wat pas echt een tragedie in ons leven is, is het touch screen. Ze duiken overal op en werken nooit zoals ze zouden moeten.
Steven Spielberg heeft me dit beloofd in Minority report. Waar blijft mijn futuristische touch screen SILICON VALLEY????
Mijn gasfornuis heeft een touch screen
Het schermpje waar je de code in moet vullen om bij mijn opslag te komen
De wasmachine
Mijn horloge
De printers op kantoor
Koffiezetapparaten
Slot van vakantiehuisjes
Elk bedrijf met een handig product dat een probleem oplost, ziet het touch screen als een innovatie en verwerkt het in het product.
Ze denken allemaal Apple en Samsung te zijn. Maar dat zijn ze niet.
Ze hebben niet de patenten, de software, en de materialen om een touch screen te maken zoals die in je smartphone. Want dat scherm in je smartphone is hemels. Hoe subtiel die je vingerbewegingen snapt. De feedback die je via vibraties krijgt. Dat je zelfs met je vingers tekeningen kan maken op je scherm. Het lijkt vanzelfsprekend.
Dat is het niet.
En dat weet je, omdat de rest van de wereld touch screens heeft die zwaar kut zijn. Echt om te huilen.
Het is niet alleen een gebruikersonvriendelijkheid probleem. Het is ook een maatschappelijk probleem. Maar daar kom ik zo op terug.
Eerst het probleem van gebruikersonvriendelijkheid.
Design is altijd kut. Het voelt overweldigend en lelijk aan. Helemaal als ze plaatjes erin verwerkt hebben zoals koffiebonen of een plaatje van het gebouw waar je met je auto voor staat met een dicht hek. De onnauwkeurigheid als je er met je vette vingers op zit te drukken. Het snapt net niet waar je zit met je vinger. De feedback die je krijgt via irritante piepjes. Die voelen nooit intuïtief aan. Het dieptepunt van touch screens vind ik bij mijn apotheek.
Hoe kan je zo lachen als je zo’n debiel ding ontwerpt?
Het lijkt op zo’n ANWB-paal langs de snelweg. Het staat midden in de ruimte. Groot. Log. Met een gigantisch scherm erop met twee vierkanten.
‘Herhaal recept’ en ‘overig’.
Om te beginnen zit iedereen daar met zijn vieze vingers vol bacillen, schimmels en virussen op te drukken.
Gatverdamme.
Twee. Ik raak helemaal in de war bij ‘overig’. Who cares of ik daar voor een herhaalrecept kom of een ‘overig’. Wie het eerst komt, wie het eerst wordt geholpen toch?
Zo simpel is het leven bij de apotheek.
Waarom die ‘registratie’?
Vanwege mijn smetvreesgedachten druk ik met mijn knokkels op het scherm. Dat snapt die dus niet, die knokkel van me.
Het is zo’n waardeloze touch screen paal.
Geef me gewoon de ouderwetse bonnetjesmachine bij de slager. Je rukt er een getal uit en boven de balie zie je van die rode cijfers die precies aangeven welk nummer aan de beurt is.
(al kun je ook betogen waarom je überhaupt nummertjes nodig hebt. Alsof mensen zelf niet weten wie als eerste aan de beurt is.)
We hebben de menselijke neiging om simpele dingen op te lossen met ingewikkelde methoden.
Maar mijn tweede en meest significante bezwaar is dat we de wereld niet meer voelen.
Een touch screen geeft je niet de feedback die een knop wel geeft. Het voelt niet zoals een draaiknop van je radio of het indrukken van een knop van je afstandsbediening of de veer van je balpen. Of de deurklink van je deur.
We voelen het letterlijk niet meer.
Je hebt het niet in de gaten, totdat er iets mis is en je niet voelt of hoort wat je wel zou moeten voelen of horen.
Moet je eens voorstellen dat we tepels en piemels in touch screens veranderen? Dat slaat toch nergens op?
Touch screens voelen allemaal hetzelfde aan. Hoe rijk en divers en gevarieerd onze tastzin ook is, door die touch screens zijn we een deel van onze belevingswereld kwijt. Ze zijn allemaal hetzelfde en dat vind ik echt een tragedie.
En dat brengt me bij mijn tweede punt: de maatschappelijke impact van touch screens.
Zoals een wandelaar die ik vanochtend tegenkwam op een pad dat zowel door voetgangers als fietsers wordt gebruikt. Ze droeg Dr. Martens en had een grote zwarte koptelefoon op en haalde elke keer haar telefoon uit haar zak om te kijken.
Haar gedrag was onvoorspelbaar en potentieel gevaarlijk. Ze leek van de rechterkant van het pad naar links te bewegen, maar corrigeerde zichzelf automatisch. Hierdoor wisten de fietsers die haar wilden inhalen niet welke kant ze op zou gaan.
Na ingehaald te zijn, liep ze weer netjes tegen de rand van het pad aan, tot ze bij de volgende blik op haar telefoon weer begon te slingeren.
Het was niet alleen haar focus op het scherm die haar afleidde – ze hoorde haar omgeving ook niet. Fietsers gebruikten hun bel om haar te waarschuwen, maar het was tevergeefs.
Ze was niet in de wereld. Ze was ergens anders.
Ik zag haar en een metaforische gedachte kwam in me op.
Het is een paradox. De technologie, die verondersteld wordt ons dichter bij elkaar te brengen, heeft op individueel niveau de neiging om ons te isoleren, ons af te schermen van de directe, fysieke wereld.
Dus alsjeblieft.
De volgende keer dat je een product koopt en je de keuze hebt tussen een draaiknop of een touch screen, kies dan de knop.
Van je thermostaat tot de volgende vaatwasser.
Voel de nuance via je zintuigen in plaats van de platheid van een digitaal aanraakscherm.