Vandaag de tweede spoedcursus over mythen. Geïnspireerd door het boekje Mythen van theoloog Karen Armstrong.
In de mail van maandag deel 1.
Goed om te beseffen: Mythes zijn nooit af. Die veranderen met de cultuur en de tijd mee.
Elke mythe vertelt een universele waarheid. Die universele waarheid blijft intact. Maar het verhaal zelf wordt om de zoveel generaties op een nieuwe manier verteld. En die waarheden veranderen soms ook met de tijd mee.
Het is ook daarom dat veel Griekse mythologieverhalen best raar overkomen als je ze nu leest. We begrijpen ze niet meer zo goed.
En tegelijkertijd spreken sommige verhalen tot op de dag van vandaag tot de verbeelding.
Zoals de knappe Narcissus, die zo druk was met jagen dat hij niet zag welke vrouwen hem aanbaden. Tot een jaloerse godin die van hem hield, dacht: ik straf je, omdat je niet van mij wil houden. ‘Het eerste wat je ziet, daarop word je verliefd’, was haar spreuk.
En toen zag hij zichzelf in de spiegeling van het water en de rest is geschiedenis.
Goed.
De mens was eerst jager en verzamelaar. De mythes gingen ook daarover.
Toen de mens begon te boeren, kwamen er verhalen op over goden van de oogst en de vruchtbaarheid.
Toen de steden groter werden, veranderden de verhalen opnieuw en de goden ook.
Ditmaal lag de nadruk op wat je kan overkomen in de stad, zoals hongersnood, overstromingen en geen plekje kunnen vinden om te parkeren met je paard en wagen (ZO IRRITANT).
(Trouwens.
Een leuke roman over mythologie is het fantasyboek American gods van Neil Gaiman. Daarin strijden de oude goden (van bijvoorbeeld de Noren en de Egyptenaren) tegen de nieuwe goden van de mens (god van het internet, god van media). Want hoe meer mensen je aanbidden, hoe belangrijker je als god bent.
Dit boek is ook verfilmd door Amazon prime als tv-serie. Maar die valt erg tegen…)
En dan komen we nu aan bij de grootste fundamentele wijziging van de mensheid vanaf jaar 1.000 voor 0.
Dit is echt revolutionair. Ik had het er gisteren al over.
Het besef dat we niet zijn overgeleverd aan het lot van de goden, maar dat we zelf over onze bestemming gaan.
Het komt terug in alle moderne religies.
Hoe is deze wijziging ontstaan?
Lijden van de mens
Het vermoeden is dat het lijden van de mens in de steden en op het platteland zo erg toenam, dat de ‘oude verhalen’ geen antwoord meer hadden op deze gevoelens.
Denk bij lijden aan:
oorlogen
epidemieën
hongersnood
overstromingen
genocide
slavenhandel
We moesten op een andere manier naar ons spirituele leven kijken. En dit proces vond wereldwijd plaats, in een paar honderd jaar, met culturen die geen contact met elkaar hadden.
De conclusie was overal hetzelfde.
Het antwoord kwam bij onszelf te liggen.
Er kwam een sterke nadruk op medemenselijkheid te liggen in de mythes.
Universele boodschappen als ‘Doe niet tegen anderen, wat je zelf niet zou willen.’
Deze wijsheid komt bijvoorbeeld van Confucius. Maar je vindt die ook terug in het Oude Testament.
Deze vernieuwde tijd vraagt om innerlijke reflectie van de mens.
Je kan je pas goed gedragen als je je eigen behoeftes en motivatie doorhebt.
Via de verhalen leer je dat. Via de rituelen veranker je ze in je leven.
Boodschappen over rechtvaardigheid en compassievol zijn. Zodat je afstand neemt van ijdelheid, trots en egoïsme.
We kennen deze boodschappen maar al te goed.
De emotionele zuivering bij de tragedie
Dit was ook de tijd dat de Griekse tragedie werd uitgevonden. Tot op de dag van vandaag zichtbaar in hoe we boeken, films en verhalen vertellen.
In deze Griekse toneelstukken zie je dat niet de goden centraal staan in het verhaal, maar de mens (met soms een interventie van een god).
De tragedie dwingt je het onuitgesprokenen en het extreme te ervaren.
Dat leidt bij het publiek tot catharsis.
Catharsis is een emotionele zuivering, waarbij je de pijn van de ander voelt alsof het je eigen pijn is. Het voelt aan als een offer dat je brengt, om te veranderen.
Dus via het spel dat je aanschouwt, voel je de pijn van de acteurs alsof het je eigen pijn is en dat heeft een zuiverend effect.
Je kan nu beter met je eigen angsten omgaan. Het maakt je ook nog eens meer compassievol naar anderen.
Grappig feitje: filosoof Plato vond de tragedies verschrikkelijk theatraal (PUN INTENDED). Veel te ‘soaperig’ en te veel op gevoel.
Hij pleitte toen al voor ‘logos’. Alleen via logos kan je de wereld begrijpen.
Maar Karen Armstrong betrapte Plato er vervolgens op toch mythosargumenten te gebruiken in zijn werk als het over de ‘ziel’ gaat of ‘platonische liefdes’. Zeg maar beeldspraak uit de mythologische verhalen.
Waardoor zij terecht concludeert: logos en mythos kunnen niet zonder elkaar. Ze versterken elkaar.
We hebben rationaliteit en intuïtie nodig om onszelf en de wereld beter te begrijpen.
Toen het Westen de wereld overnam
Vanaf de 16de eeuw nam de logos toe in het Westen en het nam in een paar eeuwen de hele wereld over met zijn denkbeelden.
Technologische vooruitgang
Economie gericht op waardecreatie
Individualisatie van de samenleving
Politieke en sociale revoluties
De verlichting
Wat het Westen kenmerkt, is pragmatisme en een innovatieve geest. Alles draait om efficiëntie.
Het betekent de dood van de mythologie.
En de dood van mythologie is de dood van zingeving.
Logos geeft een ongelooflijke boost aan optimisme in onze samenleving, maar het beantwoordt niet de vraag waarom we hier zijn.
Karen Armstrong denkt daarom dat dit mede verklaart waarom onze samenleving kampt met zoveel stress en angstklachten.
Vergis je niet. In Nederland zal de helft in zijn/haar/hun leven minimaal een keer voor psychische klachten aankloppen bij de gezondheidszorg.
Technologie heeft onze levens met name op het fysieke gebied enorm verbeterd. Aan elke ziekte wordt gewerkt om te kunnen genezen.
Maar de spiritualiteit wordt door onze rationele geesten niet meer serieus genomen.
We proberen via kunst, muziek, drugs en films om zingeving te ervaren.
We verafgoden culturele helden als een Elvis of een Billie Eilish. Als een cult.
Maar verafgoden is niet het punt van mythes.
Het gaat niet om bewondering van ‘larger than life’-mensen, maar dat je via het icoon het heldendom in jezelf vindt.
Volgens Karen Armstrong is er geen weg meer terug naar de mythische tijd. We zijn te rationeel en te onderwezen. Maar we kunnen wel meer leren over mythologie.
We zijn mythemakende wezens, op zoek naar compassie en respect voor het schone en magische van het leven.
We hebben de mythe nodig die onze eigen identiteit overstijgt die ons laat veranderen.
Als de professionele priesters deze rol niet meer kunnen vervullen, moeten de kunstenaars dit maar doen.