🪐 Dwangmatige gedachten zijn leuk
(of in ieder geval grappig)
De psycholoog zei dat ik een dwangmatigeperoonlijkheidsstoornis heb.
Nooit verwacht.
Snap het nog steeds niet.
Behalve dan dat ik elke dag 60 minuten moet bewegen of 10.000 stappen moet zetten.
- Als er dan 50 minuten op mijn horloge staat, word ik gek.
- Ik word nog gekker als er 9.600 stappen staat.
Dat moet opgelost worden. Anders overheerst het mijn hoofd. Kan ik niet slapen. Kan ik nergens meer van genieten.
Ja. Zo erg is het.
Maar het is niet alleen kommer en kwel.
Mijn zelfopgelegde discipline helpt me ook enorm:
- Daardoor kan ik vier mails per week versturen
- Paar spraakberichten opnemen
- Werken aan een boek
- Beetje aanklooien met marketing en andere zij-projectjes
- Boeken lezen
Dat geeft me een vervuld en ontspannen gevoel en laat me het leven ervaren als iets zinvols.
Deze dwangmatige eigenschap heeft me ook geholpen met jarenlang sparen om mijn kantoorbaan op te zeggen en volledig Tomson Darko te zijn.
Maar goed.
Ik besef ook dat het soms een beetje doorslaat naar hele dialogen met mezelf voeren over of ik nu wel of niet een extra keer de deur uit moet om die 60 minuten te halen of 10.000 stappen aan te tikken.
Ik kan ook niet normaal wandelen. Ik moet van mezelf in max. 60 minuten 6 kilometer afleggen.
Ja, je vraagt je af van wie dat moet en wat er gebeurt als ik het niet haal.
Ik moet natuurlijk helemaal niks.
Er gebeurt ook niks als ik het niet haal.
(Behalve een schuldgevoel, frustratie, zelfhaat en een gevoel van ‘laten we maar gewoon stoppen met leven als je dit niet eens kan uitvoeren’).
Maar nee. Echt. Er gebeurt niks.
Ik heb geen extreme schuldgevoelens of heftige gedachten. Ik snap de relativiteit. Dat het zelfgecreëerde problemen zijn. Dat ik niet altijd zo streng hoef te doen.
Maar het is ook een beetje zoals mijn hoofd werkt.
Waarom zou ik het willen aanpassen? Ik heb er geen last van. Het voelt meer als een spel dat ik met mezelf speel.
Ik heb liever een obsessie voor 10.000 stappen, dan een obsessie voor alles 10.000 keer schoonmaken omdat je anders denkt dat je besmet raakt.
Ik denk ook dat die dwangmatige persoonlijkheidsstoornis nu niet meer zo aanwezig is dat je het een stoornis moet noemen.
Toen ik het label kreeg, had ik er ook oprecht veel last van. Continu bezig met perfectionisme, zodat een ander geen last van me had, wat me juist angstig en gestrest maakte en mijn normale functioneren in de weg zat.
Therapie heeft geholpen.
En het maakt me bewust van wat mijn hoofd doet en wanneer het uit de hand loopt.
En ik denk ook dat ik niet alleen ben.
Veel mensen hebben dwangmatige gedachten, gedragingen of gewoontes. Het is best een menselijke tik van ons brein.
Een goede vriend van me wordt heel dwangmatig als hij oververmoeid is. Dan zit hij op de snelweg en denkt hij: ‘Het gasfornuis!’ Dat kan hij niet loslaten, terwijl die weet dat dat gewoon uit staat. Maar toch kan hij het niet loslaten. Soms keert hij zelfs om naar huis om het toch te controleren. Maar vaak weet hij zich te beheersen. Dat dit een vervelende eigenschap is die opkomt bij stress en vermoeidheid en dat hij het moet negeren.
Nu ben ik benieuwd. Wat is jouw meest dwangmatige eigenschap?
Liefs,
Tomson