🪐 Jezelf worden is onmogelijk
Lieve vreemdeling,
Het idee van wie jij bent, is een mix van je opvoeding, de samenleving waarin je bent opgegroeid, de cultuur, tv-programma’s, leraren en misschien ook wel je exen en je vriendschappen.
Je volledige identiteit is opgebouwd uit je omgeving en komt niet vanuit jezelf.
Aldus psychotherapeut en filosoof Lacan (rip).
‘Oh, en mijn koppigheid dan en mijn hang naar lief zijn voor anderen?’ denk je nu.
Nou… De termen ‘koppig’ en ‘lief zijn’ zijn geen woorden die jij hebt verzonnen. Die woorden bestonden al en je hebt die gekoppeld aan bepaalde gedragingen van jezelf. Of misschien noemden veel mensen je koppig en nu denk je dat je een koppige persoonlijkheid hebt…
Snap je?
Het is niet echt..
Wacht.
Laat het me je uitleggen.
Terug naar het begin.
We worden prematuur geboren als mens. Waar veel dieren vaak binnen een uur al kunnen lopen en binnen een maand zelfstandig kunnen leven, kan de mens helemaal niets bij de geboorte.
We zijn volledig afhankelijk van onze verzorgers.
Hoe kom je er dan achter wie je bent en wat je moet doen?
Je gaat je spiegelen, aan je omgeving.
Sowieso letterlijk.
Je ziet namelijk dat mensen om je heen benen hebben om te lopen en monden hebben om te praten. Als je jezelf als baby in de spiegel bekijkt, zie je dat je ook een mond hebt en benen. Maar jij kan niet lopen en praten.
Je lijf komt daardoor niet overeen met hoe je de wereld beleeft.
Volgens Lacan zorgt dit al voor een bijzondere relatie die we met ons lijf hebben. Die is niet helemaal ‘synchroon’.
We merken dat we ‘incompleet’ zijn.
Dit spiegelen gebeurt niet alleen letterlijk in de spiegel, maar ook in het observeren van gedrag van je ouders, de mensen uit de buurt, je speelgoed en via tv-programma’s.
Alles wat je leert over de wereld en over jezelf komt van buitenaf en neem je over.
Dat je een meisje bent. Dat je met poppen speelt. Dat je een kattekop bent als je koppig doet.
Je wordt via de relatie met anderen de persoon wie je bent.
Maar wie de wereld denkt dat je bent, komt dus niet volledig overeen met hoe je jezelf beleeft.
Dat zorgt voor een versplinterd zelfbeeld.
Het is in Lacans theorie onmogelijk om een compleet objectief zelfbeeld te krijgen.
We zullen nooit onszelf zien zoals anderen ons zien.
Wat dan ontstaat, is een verlangen.
Een verlangen om te zijn zoals die mooie buurvrouw van drie deuren verder. Of om succes te hebben zoals die personen op tv.
Al onze verlangens komen voort uit wat we zien en hoe we onszelf echt beleven. Zeg maar dat gat.
En om het ingewikkelder te maken…
Al die verlangens zijn opgelegde verlangens. Al je fantasieën, al je dromen, al je wensen, al je zonden. Ze zijn via de wereld om je heen in je hoofd genesteld.
Het pittigste voorbeeld is denk ik wel anorexia. Anorexia en andere eetstoornissen zijn moderne welvaartsziekten, die mede ontstaan zijn door een dominante beeldcultuur van slanke, fitte, gezonde mensen.
Dat beeld internaliseert zich en uit zich in een dwangmatigheid om ook zo slank te zijn. Alleen de pech is dat het ‘zelfbeeld’ totaal niet meer lijkt met hoe je echt bent. Je bent nooit slank genoeg. Snap je?
Goed. Nu komen we aan bij de kern.
Als je volledige identiteit via de wereld om je heen is ontstaan, bestaat er dan wel een ‘echte jij’?
Het spijt me om te zeggen, maar Lacan is hier heel stellig in.
Er is geen ‘ware zelf’.
Het bestaat niet. De illusie van het zelf is het enige wat we hebben.
Maar hoe kan het dan dat we als samenleving zo geobsedeerd zijn met ‘jezelf’ worden?
Volgens Lacan is dit een menselijke behoefte. Want we voelen allemaal de beperkingen van ‘taal’. Zie bijvoorbeeld de vraag of er alleen jongens en meisjes bestaan? Nee. Dus we zoeken naar nieuwe woorden die beter de lading dekken hoe mensen zich voelen over gender.
We voelen ons gevangen in een wereld van labels, verwachtingen, wensen en verlangens.
Maar we hebben het gevoel dat er achter die wereld een ‘pure wereld’ zit.
Zeg maar het gevoel dat je krijgt bij een zonsondergang of staren naar de volle maan of tijdens seks. Het gevoel dat voorbij taal gaat.
En hier ontstaat ook het idee dat er een pure versie van jou bestaat die je nog moet ontdekken.
Lacan zegt dat het uiteindelijk onmogelijk is om die ‘pure wereld’ te ervaren of te omschrijven. Want we zullen altijd terug moeten grijpen naar woorden. En woorden zijn ons van buitenaf opgelegd.
Taal beperkt ons denken.
Taal geeft vooral een gekleurd beeld in plaats van de absolute waarheid.
Niets voor niets kwam taalfilosoof Wittgenstein (rip) tot de conclusie dat waarover je niet kan spreken, je beter moet zwijgen.
Dus het idee van een ‘ware zelf’ zullen we nooit kunnen ontdekken.
We blijven voor altijd een mysterie. Voor onszelf. En de ander.
En ik vind dat prachtig.
Liefs,
Tomson