🍿 Als je grap niet wordt begrepen

Heb je de film American Fiction (2023) al gezien?

De scĂšne die me het hardst deed lachen, was toen Monk in een boekenwinkel erachter kwam in welke sectie zijn eigen geschreven boeken lagen.

De Afro-Amerikaanse studies-sectie.

‘Waarom ligt dit boek hier?’ vraagt hij aan de medewerker.

‘Nou, ik kan me zo voorstellen,’ zegt de puistenkop, ‘dat de schrijver zwart is.’

‘Ja,’ zegt Monk, ‘dat klopt. Dit boek heb ik geschreven. En ik ben zwart.’

‘Bingo,’ zegt de medewerker blij.

‘Niks bingo,’ zegt Monk, ‘deze boeken van mij hebben helemaal niets met Afro-Amerikaanse studies te maken. Het is gewoon literatuur.’ Hij klopt met zijn wijsvinger op een van zijn boeken. ‘Het zwartste aan dit boek is de inkt, meer niet.’

De winkelbediende zegt dat hij niet gaat over waar de boeken neergezet worden in de winkel.

Het volgende shot laat Monk zien, lopend met zijn eigen boeken naar een andere afdeling om ze daar neer te leggen.

Het is echt goed.

Het geeft niet alleen aan dat Monk zeer moeilijk zijn frustraties in bedwang kan houden en anderen ermee lastigvalt. Een karaktertrek die hij van zijn vader heeft overgehouden. Maar ook hoe onze popcultuur op dit moment werkt.

Waarom stoppen we schrijvers met een andere achtergrond meteen in een specifiek genre?

Het is bijvoorbeeld een van de redenen dat bekende Amerikaanse schrijvers zoals Bret Easton Ellis en Chuck Palahniuk en Douglas Coupland lange tijd hun homoseksualiteit verborgen hielden voor de buitenwereld. Ze wilden niet in het queer-literatuurhoekje terecht komen in de boekhandel.

Oog voor de minderheden, maar nog steeds door de witte bril?

Mede door invloed van de ‘woke-beweging’ zijn verhalen van minderheden op dit moment zeer populair.

Dat lijkt me geen straf. De kracht van literatuur is dat je in een aantal uur tijd de levens van mensen begrijpt die je in het echte leven nooit mee in gesprek zult geraken. Het lezen van boeken maakt ons compassievoller. Het laat de complexe wereld beter begrijpen van mensen of gemeenschappen die we niet zo goed kennen.

Maar


Wordt het ‘echte’ verhaal wel verteld in die boeken, of is het nog steeds een projectie van de dominante cultuur hoe we naar minderheden kijken of naar een bepaalde situatie?

Jeffrey Wright speelt de schrijver Monk. In deze boekhandel versleept hij zijn eigen boeken naar de literatuur-afdeling.

Is De Vliegeraar niet gewoon propaganda?

Denk bijvoorbeeld aan het razendpopulaire boek De Vliegeraar van Khaled Hosseini uit 2003. Deze roman gaat over Afghanistan en de periode dat de Taliban daar op een gruwelijke manier de macht greep. Dat was omstreeks 2003 een actueel onderwerp, aangezien Amerika Afghanistan binnenviel om o.a. de Taliban te verdrijven.

In 2021 blikte de krant Trouw terug op de impact van het boek. De een vond het een boek dat heel goed omschreef waar Afghanistan mee worstelde. Maar andere mensen die aan het woord komen in het artikel, zijn zeer kritisch. Ze zien in het boek vooral ​een Westerse blik terug.​

Ook politiek analist Martine van Bijlert, die opgroeide in Iran en lang in Afghanistan woonde, is kritisch. “Ik zou De Vliegeraar niet aanraden aan iemand die het Afghanistan van nu beter wil begrijpen. Het is natuurlijk een meeslepend boek, maar het is ook vrij ongenuanceerd. Afghanistan is in werkelijkheid een heel gelaagd en complex land. Sowieso beschrijft Hosseini in dit boek een periode – het Taliban-regime – die hij zelf niet van nabij heeft meegemaakt. Dat deel van het boek doet het minst realistisch aan, is bijna karikaturaal. Ik woonde destijds in Kaboel en werkte er voor een non-gouvernementele organisatie en ik herken het beeld dat hij schetst niet.”

Oké. Terug naar de film American Fiction.

In deze film zijn boeken van de zwarte gemeenschap zeer populair. Alleen Monk, zelf dus een Afro-Amerikaanse man en schrijver, ergert zich er enorm aan.

Want die boeken zijn een clichĂ©verhaal van hoe zwarte Amerikanen, opgroeiend in de ghetto’s al rappend en stelend iets van hun leven proberen te maken.

Je houdt het stereotype beeld van de Afro-Amerikaanse gemeenschap in stand. Dat is niet hoe het echt zit. Het is maar een verhaal, niet HET verhaal over de gemeenschap.

Maar, en dat moet ook gezegd worden, er zit ook wat jaloezie in Monks kritiek verstopt. Omdat zijn bejubelde, geweldige literaire boeken door het grote publiek vooral genegeerd worden.

Hij krijgt niet de erkenning waar hij stiekem toch een beetje naar smacht als auteur. Hij wil literatuur schrijven over mensen, niet specifiek via de bril van de zwarte gemeenschap. Snap je?

Hier kom ik zo op terug.

Serieus drama met goede grappen

De film gaat niet alleen over kritiek op de literatuur. De film is ook een serieus drama over een gezin dat als los zand aan elkaar hangt. En dat is geen toeval.

Wat de makers willen laten zien is dat, of je nou zwart of wit of wat dan ook bent, onze problemen universeel zijn. Iedereen worstelt met familie, ziekte, liefdesverdriet.

De moeder van Monk krijgt bijvoorbeeld dementie, en de vraag is wie voor haar gaat zorgen. Hij? Zijn zus? Of het zwarte schaap van de familie, zijn broer?

Ik ga niet te veel verklappen hoe dit zich verder ontwikkelt, omdat de dramatische twists in deze film juist heel sterk zijn als je niet weet wat er gaat komen.

Maar het komt erop neer dat Monk geld nodig heeft om voor zijn moeder te zorgen.

Dus wat doet hij?

Hij schrijft onder een pseudoniem een ghetto-verhaal vol met clichés en stereotypes. Het is zo overdreven dat niemand dit serieus kan nemen.

Wat denk je?

HET WORDT EEN HIT.

Tot afgrijzen van hemzelf, terwijl hij tegelijkertijd het geld goed kan gebruiken.

Ja.

En dat is niet alleen het dubbele eraan.

Er zit een hele goede scĂšne in de film, waar we een passage van het boek uitgebeeld zien worden met acteurs.

Het clichéverhaal voelt opeens niet cliché meer aan, want je identificeert je met de pijn van de hoofdrolspeler van dat boek.

Wat de vraag opwerpt: als de kunstenaar iets ironisch bedoelt, maar de rest van de wereld wordt er diep emotioneel door geraakt, is het kunstwerk zelf dan nog wel ironisch?

Of zien met name de witte mensen hun vooroordelen erin terug?

Maar, laat de film zien, ook de zwarte gemeenschap vindt het een goed boek.

Dus, klopt de ironie van Monk nog wel?

Uiteindelijk is het kunstwerk wat de wereld ervan maakt, en dat is misschien wel het enige wat echt telt?

I don’t know. De film zet tot nadenken.

Oké.

De film heeft vele maatschappelijk kritische lagen in zich, maar het is ook vooral een mooi, goed geschreven drama over mensen, met goede grappen en een mooi karakterschets van de te trotse Monk.

De film won een Oscar voor best bewerkte script.

Je bekijkt de film op Amazon Prime trouwens.

Monk met zijn zelfdestructieve maar zachte broer.

Schrijver schrijver

American Fiction is een verfilming van het boek Erasure uit 2001 van Percival Everett.

Percival Everett is een moeilijk te vangen Amerikaanse schrijver. Elk boek dat hij maakt is van een ander genre. Westerns, thrillers, romans, parodie-managementboeken.

Critici lopen met hem weg. Hij is, zoals ze dat noemen, een schrijversschrijver. Dus mensen die schrijven of veel liefde voor het vak hebben, houden van deze schrijver, en de rest van de wereld vindt zijn werk eigenlijk net iets te ingewikkeld om goed te kunnen plaatsen.

Om een voorbeeld te geven van wat Everett zo ongrijpbaar en ook geniaal en ook ingewikkeld maakt, is een van zijn vorige projecten: Telephone.

Net voor de corona-uitbraak wilde hij een roman uitbrengen met drie verschillende versies.

Maar elke versie had precies dezelfde voorkant.

Dus niemand wist welke versie ze lazen. Sterker nog: niemand wist dat er drie versies waren.

Dit zou dan tot totale verwarring moeten leiden als mensen het over het boek hebben.

Uit de ​Volkskrant​:

Lezer 1: ‘Ik vond die neo-nazi’s op het eind wat vergezocht.’

Lezer 2: ‘Neo-nazi’s? Waar hĂ©b je het over? Bedoel je die deelnemers aan de workshop poĂ«zie?’

Lezer 3: ‘Hebben jullie het boek eigenlijk wel gelezen?’

Geniaal bedacht, toch?

Maar ja, toen kwam corona en vond de uitgever het te gewaagd om dit experiment uit te voeren. Dus werd het bij voorbaat al verklapt: er zijn drie versies van dit verhaal.

Oké. Percival Everett is een experimentele schrijver, maar ook een hele goede schrijver. Laat daar geen misverstand over bestaan.

De schrijver Percival Everett.

Zoveel blauw


Ik heb naar aanleiding van American Fiction zijn roman ​So Much Blue​ uit 2017 gelezen en ik kan niets anders concluderen dan: holy shit, wat is dit goed.

Het boek zit niet alleen heel goed in elkaar qua plot, het leest heel fijn weg.

Het is echt het beste boek wat ik dit jaar heb gelezen.

Ik zal er binnenkort een aparte mail over schrijven over dit boek. Anders wordt deze mail wel heel lang.

Nou.

Tot slot.

Zoals gezegd, American Fiction kijk je op Amazon Prime.

De New Yorker heeft pas ​een portret over Everett gepubliceerd​. Ook heel opmerkelijk om te lezen, wat voor type man hij nou is (spoiler: ingewikkeld).

Liefs,

Tomson

Tomson
Ik doe het altijd met condoom en gebruik nooit drugs

Leave a Comment