🤫 Vertel me een geheim

Het ding met iets verborgen houden, is dat het steeds groter en groter wordt in je hoofd.

Zo groot, dat het uiteindelijk nooit meer het daglicht mag zien en je hier rust in probeert te vinden.

Ze zeggen weleens dat je pas echt vrij bent als je eerlijk bent over je fout. Maar dat is niet helemaal waar.

Het ding met geheimen is dat ze je hoe dan ook iets kosten.

  • Als je het bekent, komt het met een prijs.
  • Als je het voor jezelf houdt, komt het met een prijs.

Ik vertel het je niet, zodat je me niet in een kwaad daglicht hoeft te zien. Zodat ik zelf niet hoef te denken dat ik een slecht persoon ben. Daarna evolueert het geheim in iets dat van jou en jou alleen is. En op het eind weet je niet eens meer of het angst of egoïsme is waarom je het zo met je leven bewaakt. Maar je weet dat hoe langer je het voor je houdt, hoe kleiner de kans is dat het ooit gedeeld gaat worden.

Of zoals Everett schreef in de roman So Much Blue:

I had kept the secret to myself at first because I didn’t want her to think of me as a bad man, because I didn’t want to think of myself as a bad man. It was too scary for me to talk about it. Then, slowly, it became a secret that I kept because it belonged to me and finally I didn’t know whether it was fear or selfishness that had me guarding it. You keep a secret long enough and it simply cannot be told or will not be told.

Maar het feit is ook: uiteindelijk boeit het niemand echt wat. Of je het nou deelt of voor je houdt.

Wat hoop je dan te krijgen? Een knuffel?

Kijk naar die Trump.

Die gaat een paar maanden na de geboorte van zijn kind naar bed met pornoster Stormy Daniels in 2006, wat in conservatief Amerika een doodzonde is.

Vervolgens betaalt hij haar in 2016 vlak voor de presidentsverkiezingen een afkoopsom om hierover te zwijgen.

Vervolgens vervalst hij ook nog eens zijn boekhouding om dat zwijggeld te verdoezelen.

En dat laatste is waar hij voor veroordeeld is.

En het boeit niemand wat.

Een gedeelte van Amerika wil hem nog steeds als president.

‘Who cares?’ is de reactie van de mensen. Net zoals in de tv-serie Mad Men.

Don (r), Pete (m) en Bertram (l) tijdens de confrontatie in Mad Men.

Als je identiteit gestolen is

Kun je je de tv-serie Mad Men herinneren?

In het eerste seizoen stelt reclamemaker Don Draper alles in het werk om zijn geheim verborgen te houden.

Dat hij niet echt Don Draper is, maar Dicky Whitman. Hij heeft zijn identiteit ‘gestolen’ van een gesneuvelde soldaat toen ze vochten in Korea.

Als zijn collega Pete Campbell in woede en afgunst zijn geheim onthult bij hun baas, lijkt voor Don Draper zijn leven, dat aan elkaar hangt van leugens en halve waarheden, uit elkaar te vallen.

De baas Bertram Cooper zit achter zijn bureau en hoort de onthulling van Pete Campbell aan over zijn meest talentvolle medewerker.

Don Draper staat gespannen naast Pete in het kantoor.

Dan staat Bertram op, terwijl Don nog een sigaret opsteekt om kalm te worden.

Bertram loopt naar Pete Campbell toe en zegt: ‘Who cares?’ en daarna: ‘Even if this were true, who cares?’

En dan: ‘This country was built and run by men with worse stories than whatever you’ve imagined here.’

Pete sputtert nog tegen, maar Bertram wil het niet horen. Het doet er niet toe. Pete kan zich beter druk maken over nieuwe klanten binnenhalen.

Bam.

Daar waar Don zo bang voor was, doet er minder toe dan hij altijd dacht.

Echt een schitterende seizoensfinale van seizoen 1.

Maar om eerlijk te zijn…

Dit geheim, zijn nieuwe identiteit, is niet zijn daadwerkelijke geheim. Het gaat er ook helemaal niet om of anderen het weten en wat ze ervan vinden.

Het gaat erom: kan hij er zelf mee leven dat hij de oorlog is ontvlucht via een valse naam én om te breken met zijn verleden? Het idee dat hij een lafaard is. Dat hij wegloopt van zijn problemen en verleden.

Jezelf vergeven is het moeilijkste wat er is.

We construeren een verhaal vol rationele argumenten.

We houden datgene verborgen wat we niet over onszelf willen denken. Laat staan dat we toestaan dat anderen het mogen denken.

Een geheim leven

Ik had een studiegenoot met wie ik regelmatig projecten deed.

Leuke gozer. Nuchter. Oprecht. Grappig. Ambitieus. Hij had een vriendinnetje over wie hij regelmatig sprak. Maar er waren ook geruchten, van klasgenoten, dat hij niet de waarheid sprak.

De waarheid dat hij regelmatig stiekem met een man afsprak.

Je weet wel.

Zoen op de mond. Uren in een kamer met elkaar doorbrengen. En dan weer naar huis.

Hij ontkende het.

Om eerlijk te zijn: mij boeide het niet zoveel. Who cares wat hij in de avonduren uitspookt met anderen? Wie ben ik om er een oordeel over te hebben?

Anderen boeide het wel. Ze vonden het zielig voor zijn vriendinnetje, dat ze niets wist.

Ik heb hem van de week opgezocht op social media en vond een profielfoto van hem, arm in arm met een andere vrouw. 15 jaar later.

En nog boeit het me weinig.

Ik volg schrijver Adriaan van Dis helemaal in de Volkskrant:

Ik geloof in veinzen. Veinzen is de smeerolie van de beschaving. Ik stel graag vragen, maar vraag weinig persoonlijke dingen aan mensen. Ik vraag niet: hoe zit dat nou met je huwelijk of hou je nou wel echt van je vrouw? Ik laat mensen graag in hun wonderlijke waarde, ik zit niet te pulken aan hun korstjes. Ik vind ook dat we niet alles op tafel moeten leggen, want we moeten ook geheimzinnig blijven voor elkaar, dat maakt ons interessant.

Amen.

Liefs,

Tomson

Tomson
Ik doe het altijd met condoom en gebruik nooit drugs

Leave a Comment