Zo zien, horen of voelen anderen de wereld

Er zijn drie typen mensen die de wereld op een bepaalde manier ervaren:

  • De visuele persoon
  • De auditieve persoon
  • De gevoelspersoon, ook wel kinesthetisch genoemd

Iedereen neemt informatie op een andere manier het beste tot zich.

  • De visuele persoon wil zien hoe iets gebeurt.
  • De auditieve persoon luistert liever naar wat er gezegd wordt.
  • De gevoelspersoon wil het zelf doen, voelen en aanraken.

Maar deze manier van ervaren, gaat verder dan alleen informatie opnemen. Die komt ook terug in ons taalgebruik. De woorden die we kiezen, onthullen of we meer visueel, auditief of kinesthetisch georiënteerd zijn.

Let maar eens op hoe mensen je aandacht proberen te trekken.

Een visueel persoon zegt bijvoorbeeld: ‘Kijk, zo zie ik het.’

De auditieve persoon zal zeggen: ‘Luister, dit is wat ik hoor.’

De gevoelspersoon zegt: ‘Dit drijft me dus tot waanzin.’

Er zijn nog meer woorden die laten zien hoe iemand de wereld beleeft.

Visueel georiënteerde mensen:

Visuele mensen denken in beelden en gebruiken woorden die dit ondersteunen.

Veelgebruikte woorden:

  • Zien
  • Zienswijze
  • Kijken
  • Helder
  • Visie
  • Beeld
  • Scherp
  • Oogpunt

Voorbeelden van zinnen:

  • ‘Zie je wat ik bedoel?’
  • ‘Het is mij helemaal helder.’
  • ’Dat zie ik voor me.’

Auditief georiënteerde mensen:

Auditieve mensen richten zich op geluiden en gebruiken vaak woorden die daarmee te maken hebben.

Veelgebruikte woorden:

  • Horen
  • Luisteren
  • Klinken
  • Stem
  • Toon
  • Resoneren
  • Ruis

Voorbeelden van zinnen:

  • ‘Luister goed naar wat ik zeg.’
  • ‘Dat klinkt logisch.’
  • ‘Het resoneert bij me.’
  • ‘Kun je me even aanhoren?’

Kinesthetisch georiënteerde mensen:

Kinesthetische mensen ervaren de wereld door fysieke sensaties en emoties. Ze gebruiken vaak woorden die te maken hebben met aanraking, beweging en gevoel.

Veelgebruikte woorden:

  • Voelen
  • Aanraken
  • Bewegen
  • Drukken
  • Zwaar
  • Warm

Voorbeelden van zinnen:

  • ‘Voel jij dat ook zo?’
  • ‘Dat raakt me echt.’
  • ‘Ik heb het gevoel dat we vooruitgaan.’

Wat kun je ermee?

Als je weet hoe iemand de wereld ervaart, kun je daarop inspelen.

Want, waarom ook niet?

Dit kan subtiele manipulatie zijn.

Bijvoorbeeld als je iets wilt verkopen of iemand iets wilt leren. Door je taal aan te passen, kan de informatie beter overkomen.

Maar het kan ook simpelweg helpen om beter begrepen te worden.

Je kunt het ook subtieler inzetten.

Stel dat een collega steeds blijft doorgaan over een onderwerp en je wilt vriendelijk duidelijk maken dat het genoeg is. Dan pas je je antwoord aan op het belevingsniveau van de ander.

  • Als je collega auditief is, zeg je: ‘Ik hoor je. Het is duidelijk.’
  • Bij een visuele collega: ‘Het is me volkomen helder.’
  • En bij een gevoelsmens: ‘Ik begrijp hoe je je voelt.’

Het enige wat je hoort te doen, is goed luisteren naar welke woorden iemand gebruikt, om erachter te komen wat voor type mens het is.

Doe er je voordeel mee.

De ware psyche: ‘ik’, ‘wij’ of ‘zij’?

Een andere manier om iemands psyche te doorgronden, is door te letten op hoe iemand praat over successen.

Dit was mijn favoriete hobby op kantoor.

Zo fijn als een project succesvol is. Want het onthult vervolgens alles over de medecollega’s hoe zij de wereld zien.

Let eens op of ze vooral ‘ik’, ‘wij’, of ‘zij’ gebruiken.

Echt smullen dit.

Mensen die vanuit zichzelf praten, zeggen vaak dingen als: ‘Ik ben blij dat ik hieraan heb bijgedragen.’

Groepsgerichte mensen gebruiken vaak de wij-vorm: ‘We hebben dit geweldig gedaan.’

Personen die meer naar de buitenwereld kijken, zeggen vaak: ‘Zij waren onder de indruk van ons succes.’

Dit geldt niet alleen bij succes overigens, maar komt ook naar voren in alledaagse gesprekken.

Het toont hoe iemand de wereld ziet.

Er is geen goed of fout. Het is hoe mensen de wereld beleven.

Als je spreekt voor een groot publiek, kun je deze kennis gebruiken.

Wissel tussen ‘ik’, ‘wij’ en ‘zij’ om iedereen aan te spreken.

Of pas het toe in een e-mail die naar veel mensen gaat.

Tot slot. Een manager vertelde me ooit een heel goede tip over hoe je successen moet vieren als je leiding geeft.

Ik heb die altijd onthouden, ook al zal ik nooit in mijn leven een CEO worden. Ik gebruikte deze kennis vooral om te achterhalen wat voor type leider iemand was die boven me stond.

Trainer Bosz is een duidelijke ‘zij’-denker. Het lag aan de scheidsrechter.

De kunst van goed leiderschap

Een manager vertelde me ooit een eenvoudige maar krachtige tip over goed leiderschap.

Bij succes zeg je altijd ‘wij’. Je benadrukt het team.

Maar als iets misgaat, zeg je ‘ik’. Je neemt de volledige verantwoordelijkheid op je.

Dit maakt het verschil tussen een leider die zijn team versterkt en iemand die fouten afschuift op anderen.

Deze tip heeft me nooit losgelaten en ik pas het graag toe als ‘spel’ bij interviews op tv met voetballers en trainers na een wedstrijd.

Je ziet meteen wat voor persoon iemand is. Degene die altijd de ander de schuld geeft, zoals de scheidsrechter.

Degene die het verlies op zichzelf betrekt. ‘Ik had het beter moeten doen. Ik had harder moeten werken.’

Of die het team aanspreekt. ‘Wij hebben dit niet goed gedaan.’

Andersom is nog leuker. ALs ze gewonnen hebben, hoe vieren ze dit? Wie is de ‘egoïst’ en wie is de ‘teamspeler’?

Liefs,

Tomson

Tomson
Ik doe het altijd met condoom en gebruik nooit drugs

Leave a Comment