Ik lees niet graag mijn werk terug. Maar als ik het doe, leer ik elke keer iets nieuws over mezelf

Date: ma 15 okt. 2018 om 20:21

Ik lees niet graag mijn eigen werk terug. En als ik het doe, scan ik het meer dan dat ik elk woord aandachtig tot me neem.

Dit fenomeen dient zich aan als ik mijn werk gepubliceerd heb. Daarvoor lees ik mijn werk juist honderd keer door. In mezelf. Of hardop. Ik kan rücksichtslos na de 99ste leesronde zinnen weghalen of woorden bijschrijven.

Maar niet daarna.

Het is ook een beetje zelfbescherming.

Als ik een spelfout tegenkom, schaam ik me kapot. Als ik een woord tegenkom dat ik liever had vermeden, baal ik als een stekker. Dagenlang.

Ik merk het nu al met Ze volgt me niet terug. Soms open ik het bestand, op zoek naar quotes die ik kan gebruiken op Instagram. Maar het gaat me steeds meer tegenstaan om dit werk terug te lezen.

Maar soms ontkom ik er niet aan om toch dieper in mijn eerder geschreven schrijfwerk te duiken. Zoals afgelopen weekend.

Ik ben een dialoog aan het uitwerken tussen Yara en Charlie over de moeder van Charlie.

Ik heb eerder over de moeder van Charlie geschreven. Ik weet uit mijn hoofd wie zijn ouders zijn en ik ken hun geschiedenis. Maar ik weet niet precies hoe ik dit eerder heb opgeschreven.

Ik moest me daarom afgelopen weekend een half uur lang door mijn archief heen worstelen op psychokiller.eu op zoek naar die ene scène waarin Charlie wat vertelt over zijn vader en moeder. Helaas. Geen resultaat. Ik kon dat specifieke stukje niet terugvinden.

Ik wist dat het bestond. Maar waar stond het?

(Al was het best leuk om werk van drie jaar geleden terug te lezen scannen.)

Tot ik in een helder moment besefte dat die scène niet op mijn blog is verschenen, maar in het boek Vrouwen die Charlie haten stond.

Toen ik die scène herlas, leek het op bijna exact dezelfde scene als die ik nu aan het componeren was. Echt absurd en grappig. Het was bijna een soort hervertelling.

Weliswaar een oudere Charlie en een andere vrouw tegenover hem. Het gesprek verloopt ook anders. Maar het gaat wel over hetzelfde onderwerp.

Zoals wij mensen zo vaak over hetzelfde onderwerp praten tegen verschillende mensen. Elke keer in een iets andere versie.

Wat me het meest verbaast eigenlijk als ik mijn eigen werk teruglees is dat ik vanaf 2011 over dezelfde thema’s schrijf. Er is in zeven jaar tijd niets veranderd aan mijn thematiek.

Niet dat die thema’s een vooropgezet plan waren. Ik begin gewoon met schrijven… Het sluipt er in. Onbewust. Als een blauwdruk, ergens aanwezig in mijn hoofd.

Zoals de vergankelijkheid van de relaties die we hebben met de mensen om ons heen. Het afvragen of dit alles is in het leven. Egoïstische keuzes maken, daar bewust van zijn en het toch blijven doen. Het onderdrukken van onze (seksuele) dierlijke behoeften in deze maatschappij.

Het lijkt wel alsof ik al zeven jaar hetzelfde op papier zet, maar dan in een steeds andere versie. Beter ook.

De rode draad in mijn werk is het hedonisme. Charlie is daar het beste voorbeeld van. Hij weegt continue af: leef ik voor vandaag of ga ik eens werk maken van mijn toekomst. Genot of uitstellen van genot?

Een ander groot onderwerp in mijn schrijfwerk is het verlangen naar echt contact met een ander. En dan bedoel ik echt echt echt oprecht contact met iemand. Een diepere connectie voelen.

En over de vrijheid die we hebben om alles te worden wat we maar willen. Maar het verlamt ons tegelijkertijd volledig.

Dat laatste was het hoofdthema van Vrouwen die Charlie haten.

Ook ZE VOLGT ME NIET TERUG heeft dezelfde thema’s.

Al ligt hier meer de nadruk op het verlangen naar oprecht contact met iemand. Het conflict in het boek zit ‘m in het feit als die andere persoon dat niet (meer) wil…

Ik zou niet willen zeggen dat Vrouwen die Charlie haten of ZE VOLGT ME NIET TERUG over mijn leven gaat. Ik ben geen Charlie of Max.

Maar Charlie en Max gedachtes komen vaak wel overeen met hoe ik denk.

Ook ik worstel met die vrijheid om alles te kunnen worden wat ik wil. Wat ik ook doe, ik voel me nooit tevreden. Ik voel me nooit echt vervuld.

Om eerlijk te zijn. Ik voel me al mijn hele leven leeg (#quoteconfession) en vooral onbestemd. Dat maakt me overigens geen depressief persoon. In tegendeel. Ik moet best vaak in mezelf lachen als ik de wereld om me heen bekijk. Mensen doen best gekke dingen.

Ik ben een vrolijk persoon. Echt waar. Ik had eerst willen schrijven: ‘ik ben een optimist’. Maar dat is niet waar. Ik ben ook geen pessimist. Ik denk iets er tussenin.

Wat ik wel ben, is melancholisch. De ene dag meer dan de ander. Maar het is altijd wel aanwezig in mijn gemoedstoestand. Dat gevoel dat we ooit gaan sterven. De vergankelijkheid van tijd, van relaties, van ons leven. En zelfs als we hoop voelen en liefde ervaren komt er altijd weer een volgende dag, waar het totaal anders kan zijn…

Schrijven is voor mij de manier om die melancholie te omarmen. Ik denk dat we allemaal op onze eigen manier de melancholie omarmen.

Ik ben oprecht benieuwd hoe jij de melancholie in je leven omarmt. Als je het begrip melancholie niet helemaal snapt, google er eens op los.

Laat het me weten in een reply op deze e-mail.

Groet!

Tomson

tomsondarko
Ik doe het altijd met condoom en gebruik nooit drugs.