Inbeelding en verbeelding heeft wat gemeen met alcohol. Het is net als die meme van Homor Simpson met een biertje in zijn hand: “Here’s to alcohol: the cause of, and solution to, all of life’s problems.”
Een placebopil werkt, omdat we ons inbeelden dat die werkt. Zelfs als we weten dat het een placebopil is. Met een belangrijke kanttekening: een placebopil bestrijdt de symptomen, niet de ziekte zelf. Een placebopil geneest dus geen kanker, maar kan wel de pijnlijke klachten ten gevolge van de kanker verzachten. Bedenk daarom dit als een of andere wonder wordt toegedicht aan een spirituele ziener. Die heeft de symptomen verzacht, niet de ziekte laten verdwijnen. Wonderen bestaan niet. Slechts het inbeeldingsvermogen van een wonder.
Het placebo-effect fascineert me mateloos. Zoals dat onderzoek waar een groep mensen alcohol mocht drinken. De groep werd in tweeën gesplitst. De ene groep kreeg daadwerkelijk alcohol. De ander een suikerdrankje of zo. Toch vertoonden mensen die het suikerdrankje namen, tekenen van dronkenschap. Net zoals de medische industrie weigert te geloven dat antidepressivamedicatie vooral door het placebo-effect werkt. Journalist Hari heeft hier een mooi boek over geschreven: Verbinding verbroken.
Belangrijk om te weten bij het nemen van placebopillen is dat je als patiënt ook de verwachting moet hebben dat het gaat helpen. Verwachtingen helpen namelijk met inbeelden. Hoe beter een expert de patiënt begeleidt, hoe sneller de patiënt geneest. Of anders gezegd: het placebopilletje met de juiste professionele aandacht laat het lichaam sneller herstellen. Zelfs zonder toedienen van medicijnen, helpt aandacht van een expert om pijnklachten te verminderen.
Hoe kan dit? We weten het niet zo goed. Wat we wel weten, is dat de inbeelding met de verwachting in het lichaam reacties in gang zet. Stofjes die aangemaakt worden die een helend effect hebben.
Helaas werkt het ook de andere kant op. Als je de bijsluiter van een medicijn leest, kan je meer last krijgen van de genoemde bijwerkingen. Dit wordt het nocebo-effect genoemd. Je hebt een negatieve verwachting en die komt vervolgens uit.
Nocebo is ook aanwezig in onze cultuur. Als je de hele dag foto’s en video’s ziet van knappe, slanke mensen, dan ga je op (on)bewust niveau denken dat je zelf zo hoort te zijn. Dat negatieve gevoel heeft invloed op hoe je je voelt in je lijf, hoe je presteert en het kan je zelfs letterlijk ziek maken.
Er is nog iets geks aan de hand in dit gebied van placebo’s en nocebo’s. Het wordt conversie genoemd. Verdrongen trauma’s kunnen je lichamelijk ziek maken. Het is een overlevingsmechanisme dat een trauma naar het onderbewuste deel van je hersenen wordt gestuurd. Maar situaties in je leven die raakvlakken hebben met het trauma, lokken alsnog lichamelijke reacties uit. Dat veroorzaakt ziektes. Dat is best vreemd. Want als onbewust getraumatiseerd mens kan je je niets inbeelden. Toch gebeurt er iets in het lijf. De wetenschap denkt dat je juist ziek wordt, omdat we het ons niet kunnen inbeelden. De opgebouwde traumatische spanning probeert een uitweg te vinden via lichamelijke ongemakken.
Wist je dat bijna de helft van de mensen bij de huisarts komt met klachten die geen lichamelijke oorzaak hebben? Zowel de patiënt als de huisarts kan dat moeilijk geloven en blijft naar lichamelijke oorzaken zoeken. Maar het ziektebeeld is waarschijnlijk toch echt een reactie op omgevingsfactoren van de patiënt. Stress bijvoorbeeld. Sociaal-maatschappelijke problemen.
Dit geldt niet voor ieder mens. Gedeeltelijk ligt het aan onze genen, hoe we bijvoorbeeld met stress omgaan. Maar ook hoe goed we ons lichaam aanvoelen. Niet alleen aanvoelen, maar ook de juiste woorden weten te vinden om ons gevoel te uiten. Hoe beter je gehecht bent, hoe fijner je in je vel zit. Hoe beter je kan omschrijven wat je voelt. Verhaeghe betoogt zelfs dat mensen die hun eigen lijf beter begrijpen, sneller begrijpen wanneer een ziektebeeld slechts tussen de oren bestaat. Dit zorgt voor beter herstel.
Als je hier meer over wil lezen, raad ik je het boek Intimiteit van Paul Verhaeghe aan.